H5 - TH8 - BS6

H5 - T8: Stofwisseling in de cel 
BS6 - Intensiteit van de stofwisseling
Tekst
1 / 45
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 45 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

H5 - T8: Stofwisseling in de cel 
BS6 - Intensiteit van de stofwisseling
Tekst

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen BS6

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Wat zijn factoren die deze processen optimaal laten verlopen?

Slide 4 - Tekstslide

Wat zijn factoren die deze processen optimaal laten verlopen?
niet optimaal: dus = beperkende factor

Slide 5 - Tekstslide

Begrippen BS6
beperkende factor

Slide 6 - Tekstslide

Wat zijn factoren die deze processen niet optimaal laten verlopen?

Slide 7 - Tekstslide

Wat zijn factoren die deze processen niet optimaal laten verlopen?
= beperkende factor

Slide 8 - Tekstslide

assimilatie en dissimilatie
assimilatie = aan elkaar
dissimilatie = distance = los van elkaar

Slide 9 - Tekstslide

Beperkende factor
De factor die de snelheid van een proces bepaalt.

Als ik meer toevoeg (licht, warmte, mineralen) dan verlopen processen sneller (beweging, reacties, groei) 

Slide 10 - Tekstslide

hoe kunnen we die beperkende factoren terugzien bij de processen besproken in dit hoofdstuk.. 

Slide 11 - Tekstslide

de beperkende factor bij:
assimilatie 
dissimilatie

Slide 12 - Tekstslide

de beperkende factor bij: assimilatie 
wat heeft een plant nodig voor koolstofassimilatie?? 

Slide 13 - Tekstslide

de beperkende factor bij: assimilatie 
wat heeft een plant nodig voor koolstofassimilatie?? 

mineralen + water + CO2


Slide 14 - Tekstslide

de beperkende factor bij: assimilatie 
wat heeft een plant nodig voor koolstof assimilatie?? 


elke factor kan het proces beperken....

Slide 15 - Tekstslide

de beperkende factor bij: assimilatie 
wat heeft een plant nodig voor koolstof assimilatie?? 
CO2 + H2O + licht

maar ook:
O2 en de geproduceerde koolhydraten 
als ze niet goed weg kunnen

Slide 16 - Tekstslide

Beperkende factor
In grafiek hiernaast. 
Gemeten CO2 opname door een plant bij verschillende hoeveelheden licht. 

Beperkende factor bij Q? 
En bij R?

Slide 17 - Tekstslide

Beperkende factor
De factor die de snelheid van een proces bepaalt.

Als ik meer toevoeg (licht, warmte, mineralen) dan verlopen processen sneller (beweging, reacties, groei) 

Slide 18 - Tekstslide

de beperkende factor bij:
assimilatie 
dissimilatie

Slide 19 - Tekstslide

Wat is het meest efficiënte dissimilatie proces? 

Slide 20 - Tekstslide

Wat is het meest efficiënte dissimilatie proces? 
aerobe dissimilatie 

-> dus anaerobe = zonder zuurstof is beperkt

Slide 21 - Tekstslide

aerobe dissimilatie
aeroob = met zuurstof
grootste deel in mitochondriën
volledige afbraak van glucose
komt veel energie vrij: 36 ATP
nodig: zuurstof
afvalproduct: koolstofdioxide

Slide 22 - Tekstslide

Anaerobe dissimilatie 
anaerobe = zonder zuurstof
in cytoplasma! 
glucose wordt niet  volledig afgebroken
er komt per glucose molecuul minder 
energie vrij (maar 2 ATP)!!

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Video

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

maar let op!! 
verschil warmbloedige dieren en koudbloedige dieren! 

Slide 29 - Tekstslide

Intensiteit stofwisseling

Warmbloedige dieren hebben constante lichaamstemperatuur.

Koudbloedige hebben lichaamstemperatuur gelijk aan omgeving.

Basale stofwisseling is ondergrens.

Slide 30 - Tekstslide

Intensiteit stofwisseling
Je weet:
- stofwisseling is omzetten van een stof in een andere.
- enzymen versnellen reacties

Deze kennis gebruik je in deze paragraaf.

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Link

hoe werkt de beperkende factor:
temperatuur?

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide

Enzymen
zijn temperatuur gevoelig!!

Slide 35 - Tekstslide

Enzymen
bij kou:
minder reactie door dat moleculen minder bewegen

bij warmte :
enzymen denatureren

Slide 36 - Tekstslide

Enzymen
Door enzymen kunnen wij, bij lage temperaturen, stoffen afbreken (dissimilatie) of opbouwen (assimilatie).

Enzymen zijn eiwitten.


Slide 37 - Tekstslide

Enzymen
In je speeksel zit een enzym voor afbraak zetmeel, namelijk ..??.. (BINAS). 

Als deze in botsing komt met zetmeel knipt enzym zetmeel op in ..??.. (BINAS!)

Slide 38 - Tekstslide

Enzymen
Enzymen hebben een optimum temperatuur (en zuurgraad).

Waarom gaat het langzamer bij een hogere/lagere temperatuur/zuurgraad?





Slide 39 - Tekstslide

en dan nu een vraagje om het toe te passen...

Slide 40 - Tekstslide

Intensiteit stofwisseling
Ik heb 4 organismen, elk in afgesloten bak.  Ze kunnen niet bewegen. 

Ik meet van hen ieder uur hoeveel CO2 zij uitstoten.

- Teken in een grafiek hoeveel CO2 zij produceren ieder uur. 

1: Egel
2: Kikker
3: Kamerplant

Slide 41 - Tekstslide

Intensiteit stofwisseling
Waarom kan de kikker in de nacht niet erg actief zijn?

Waarom kan de kamerplant in de nacht geen fotosynthese doen?
1: Egel
2: Kikker
3: Kamerplant

Slide 42 - Tekstslide

huiswerk: 
opdracht 60 t/m 64
verdiepende opdracht 65 t/m 67

volgende les:
- voorlopig laatste (?) over stofwisseling
- start voorbereiding voor SE1 

Slide 43 - Tekstslide

Beperkende factor
De factor die de snelheid van een proces bepaalt.

Als ik meer toevoeg (licht, warmte, mineralen) dan verlopen processen sneller (beweging, reacties, groei) 

Slide 44 - Tekstslide

Beperkende factor
In grafiek hiernaast. 
Gemeten CO2 opname door een plant bij verschillende hoeveelheden licht. 

Beperkende factor bij Q? 
En bij R?

Slide 45 - Tekstslide