herhaling 05.01 en 05.02

Koeltoren
Chemische energie
Warmte-energie
Bewegings-energie
Elektrische Energie
Kern-energie
Waterkracht-energie
Wind-energie
1 / 23
volgende
Slide 1: Sleepvraag
Middelbare school

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Koeltoren
Chemische energie
Warmte-energie
Bewegings-energie
Elektrische Energie
Kern-energie
Waterkracht-energie
Wind-energie

Slide 1 - Sleepvraag

Wat is geen fossiele brandstof?
A
kolen
B
water
C
gas
D
bruinkool

Slide 2 - Quizvraag

Maak de reactievergelijking van verbranding kloppend.
+
+
  _______>
verbranding
koolstofdioxide
zuurstof
water
glucose

Slide 3 - Sleepvraag

Beschrijf de waterkringloop.

Slide 4 - Open vraag

Slide 5 - Tekstslide

Wat ontstaat er bij fotosynthese behalve zuurstof?
A
Koolstofdioxide
B
Glucose
C
Water
D
Zonlicht

Slide 6 - Quizvraag

Waarom is fotosynthese zo belangrijk voor andere organismen?
A
Door de fotosynthese wordt zuurstof verbruikt.
B
Door de fotosynthese komt er nieuwe energie vrij.
C
Door de fotosynthese komt er telkens nieuw voedsel op aarde.
D
Door fotosynthese wordt CO2 gemaakt

Slide 7 - Quizvraag

Wat is waar?
A
Energie bestaat uit stof.
B
In een stof zit energie.

Slide 8 - Quizvraag

Leg uit dat energie nooit verloren gaat.

Slide 9 - Open vraag

Wat is waar over de
fase-overgang "rijpen"?
rijp
A
gaat van vast naar vloeibaar
B
gaat van gas naar vast
C
gaat van vloeibaar naar vast

Slide 10 - Quizvraag

273 Kelvin = .... graden Celcius

Slide 11 - Open vraag

18 graden Celcius = .... Kelvin

Slide 12 - Open vraag

Warmtegeleiding = warmtetransport door.....
A
Een isolator
B
Luchtcirculatie
C
Een tussenstof bijvoorbeeld ijzer
D
Water

Slide 13 - Quizvraag

stroming | straling
    geleiding

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Warmtegeleiding
Ontstaat doordat moleculen hun warmte doorgeven doordat ze tegen elkaar botsen

Bij deze metalen lepel trekt de warmte 
atoom voor atoom door de lepel:



Slide 16 - Tekstslide

Warmtetransport
Er bestaan 3 soorten warmtetransport:

  1. Geleiding
  2. Stroming
  3. Straling



Slide 17 - Tekstslide

Warmtestraling
Bij straling wordt warmte overgedragen op een voorwerp:
  • Het voorwerp absorbeert de warmte en stijgt in temperatuur
  • Donkere voorwerpen absorberen meer warmte dan lichtgekleurde voorwerpen
  • Glimmende voorwerpen weerkaatsen warmtestraling

Vraag: Hoe blijft water in de thermosfles warm?

Slide 18 - Tekstslide

Warmtestraling
Electromagnetische straling = licht

Dat straling warmte kan transporteren weet je als je je handen in het zonlicht houdt
(dus geen tussenstof nodig)

Ook onzichtbaar licht kan warmte overdragen, bijv infraroodstraling

Slide 19 - Tekstslide

Warmtestroming
Het zijn de trillende atomen die zelf verplaatsen

Bij vloeistoffen:

  1. Water onderin de reageerbuis neemt energie op en zet uit
  2. Dichtheid van warmte water wordt kleiner
  3. Warme water stijgt op
  4. Warme water vervangt het koude water bovenin



Slide 20 - Tekstslide

Warmtestroming
Bij gassen:

  1. Verwarming maakt lucht in directe omgeving warm =geleiding
  2. Maar: lucht = slechte geleider; kamer warmt langzaam op
  3. Warme lucht rond verwarming heeft lagere dichtheid en stijgt op
  4. Warme lucht koelt weer af en daalt
  5. Er ontstaat circulatie



Slide 21 - Tekstslide

Lucht
Lucht = slechte geleider = isolator

Daarom wordt lucht vaak gebruikt als isolatie materiaal:

  • Dubbel glas (HR, HR+, HR++, HR+++)
  • Piepschuim (veel lucht in de bolletjes)



Slide 22 - Tekstslide

tussenstof en warmtetransport

Slide 23 - Tekstslide