Shopping part 2

Shopping around
Unit 7
Shopping around
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsBasisschoolGroep 8

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Shopping around
Unit 7
Shopping around

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

How do you feel today?
😒🙁😐🙂😃

Slide 2 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Vertaal: walgelijk
A
lovely
B
delicious
C
disgusting
D
smell

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Tracksuit
Jacket
Sweatshirt
Jeans
Dress

Slide 4 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Here's the shopping ...
A
letter
B
list
C
paper

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

We don't need a lot of ....
A
stuff
B
things
C
material

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

We need some dog .....
A
food
B
dish
C
things

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

How ____ do we need?
A
many
B
some
C
any

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bakery
Market
Pharmacy
Post Office
Newsagent
Café

Slide 10 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Greengrocer's
Butcher's
Bakery
Florist's
Roses
Apples
Bread
Beef
Tulips
Pork
Bananas
Pie

Slide 11 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

1. ........ sugar
A
A bag of
B
A can of

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

2. ........ water
A
A jar of
B
A bottle of

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

3. ........ biscuits
A
A bar of
B
A packet of

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

4. ........ matches
A
A bunch of
B
A box of

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

4. ........ lemonade
A
A can of
B
A box of

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

What's its name?
Where is it?
What does it sell?
How often do you go there?
Why do you like it?
It sells computer games.
I go there about once a month.
My favourite shop is called Go2 Games.
The people who work there are very helpful.
It's in the shopping centre in the town centre.

Slide 17 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Asking for an item
Can I have ...... please?
Excuse me, have you got any ......?



Yes, of course.
Sorry, we don't have it at the moment.
Answers could be.

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Imagine you're at the Greengrocerer's
How do you ask for something?

Slide 19 - Tekstslide

De docent vraagt hier leerlingen hoe zo om bepaalde soorten fruit en groenten moeten vragen.
Grammar: present simple

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

SHIT!
I drink
You drink
He drinks
She drinks
It drinks
We drink
They drink
You drink

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Present simple
He ..... (to call)
A
call
B
calls

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

The Present Simple
Hoe kun je de "present simple" herkennen?

In een zin weet je of het een feit of routine is door naar signaalwoorden te kijken.
Woorden als every day (alledaags), never (nooit), always (altijd), every Wednesday (elke woensdag) vertellen je dat het over een routine gaat. Het komt vaak voor.

Als er geen signaalwoorden zijn, vertelt de zin u een feit.

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Look at the words below. Which ones are signal words for the Present Simple and which ones are not?
Signal word
Not a signal word
Next Friday
Yesterday
Never
Wednesday
Often
Every week

Slide 24 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Timmy
every Saturday.
They never
with oil.
That tree
very fast.
I always
chocolate ice cream.
Those boys
in class very often.
cook
grows
dances
shout
choose
chooses
shouts
grow

Slide 25 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vraagzinnen maken
Als je een vraag maakt van zinnen waar geen am/ are /is in staat 
Zet je do of does aan het begin van de zin
They eat an apple            Do they eat an apple? 
I sleep a lot         Do I sleep a lot?
We go to Spain          Do we go to Spain? 

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2
Mary eats an apple
Het werkwoord : eats moet terug in de                                                             oorspronkelijke vorm              eat
Does Mary eat an apple?

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

They always watch a lot of television.
A
Do they always watch
B
does they always watch
C
do they always watches
D
does they always watches

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Mary often eats pizza for lunch
A
Do Mary often eat
B
does Mary often eat
C
Do Mary often eats
D
does Mary often eats

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Well done!

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies