2.2 De groei en opbouw van steden

HW bespreken
Lees: paragraaf 2.1
Maak: opdracht 1 t/m 7 paragraaf 2.1 (blz. 34/35)
1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

Onderdelen in deze les

HW bespreken
Lees: paragraaf 2.1
Maak: opdracht 1 t/m 7 paragraaf 2.1 (blz. 34/35)

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoofdstuk 2 Steden
Paragraaf 2.2 De groei en opbouw van steden

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Planning
- Leerdoelen
- Herhaling
- Wat weet je al?
- Uitleg
- Huiswerk

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
- Je weet wat het verschil is in groei van steden in rijke en arme landen.
- Je begrijpt waarom de plattegrond van steden in rijke en arme landen verschilt.
- Je kunt de plattegrond van een stad in een rijk en in een arm land tekenen.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een stad met meer dan 10 miljoen inwoners is een?
A
Wereldstad
B
Primate city
C
Megastad
D
Hoofdstad

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

hoofdstad
Wereldstad
Megastad
Amsterdam
New York
Shanghai

Slide 6 - Sleepvraag

Shanghai heeft 26.3 miljoen inwoners
Een ander woord voor verstedelijking is?
A
Randstad
B
Megastad
C
Stedelijk netwerk
D
Urbanisatie

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Twee stellingen:
1. Een primate city is gunstig voor een land
2. Door een stedelijk netwerk is vervoer van goederen en mensen makkelijker
A
Stelling 1 en 2 zijn juist
B
Stelling 1 is juist Stelling 2 is onjuist
C
Stelling 1 en 2 zijn onjuist
D
Stelling 1 is onjuist Stelling 2 is juist

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is géén gunstige ligging voor een stad?
A
Aan een rivier
B
Vruchtbare grond
C
Bergachtig
D
Grondstoffen

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In welke landen vindt de meeste urbanisatie plaats?
A
Rijke landen
B
Arme landen
C
Zowel rijke als arme landen
D
Landen die niet heel rijk of arm zijn

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is géén oorzaak van urbanisatie
A
Beter weer in de stad
B
Migranten die jonge gezinnen stichten
C
Beter werk in de stad
D
Beter leven in de stad

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Krottenwijken

Slide 12 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Steden in rijke landen (1)
- In rijke landen groeiden steden vanaf industriële revolutie (1750-1900)
- Rond het centrum kwamen fabrieken en woningen voor arbeiders

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Steden in rijke landen (2)
- Vanaf 1960 nam welvaart toe
- Suburbanisatie: trek van mensen uit de stad naar plaatsen rondom de stad
- Centrum werd zakencentrum = Central Business District(CBD)

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stad in een arm land
Stad in een rijk land

Slide 18 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Stad in een arm land
Stad in een rijk land

Slide 19 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vanaf welke periode groeiden steden in rijke landen
A
Prehistorie
B
Industriële revolutie
C
Middeleeuwen
D
Moderne tijd

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

HW
Lees: paragraaf 2.2
Maak: opdracht 1 t/m 4 van paragraaf 2.2  (blz. 36) 

Al klaar?
Maak: schaalrekenen (blz. 32/33)

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Steden in arme landen (1)
- In arme landen groeiden steden pas vanaf 1960
- Door armoede op platteland zoeken mensen werk in de stad
- Langs de randen van de stad bouwen deze mensen krottenwijken
- In centrum CBD met kantoren

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Steden in arme landen (2)
Krottenwijken:
  1. Slechte bouwmaterialen
  2. Geen riolering, waterleiding of elektriciteit
  3. Op gevaarlijke plekken
  4. Op den duur verbetert

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 30 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Planning
- In rijke landen goede planning:
  1. Regels, wetten en plan
  2. Infrastructuur: straten, riolering en leidingen
- In arme landen snelle groei en weinig geld en dus geen goede planning

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 32 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Controleer jezelf!
- Je weet wat het verschil is in groei van steden in rijke en arme landen.
- Je begrijpt waarom de plattegrond van steden in rijke en arme landen verschilt.
- Je kunt de plattegrond van een stad in een rijk en in een arm land tekenen.


Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stad in een arm land
Stad in een rijk land

Slide 34 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Stad in een arm land
Stad in een rijk land

Slide 35 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vanaf welke periode begonnen steden in rijke landen erg te groeien?
A
Prehistorie
B
Industriële revolutie
C
Middeleeuwen
D
Moderne tijd

Slide 36 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vanaf wanneer begonnen steden in arme landen erg te groeien?
A
1800
B
1700
C
1500
D
1960

Slide 37 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het CBD (Central Business District) van een stad vind je vaak in....
A
Het centrum
B
Aan de randen van de stad
C
Nooit in de stad zelf
D
Zowel in het centrum als aan de randen van de stad

Slide 38 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is géén kenmerk van een krottenwijk?
A
Slechte bouwmaterialen
B
Central Business District (CBD)
C
Op gevaarlijke plekken
D
Geen riolering, waterleiding of elektriciteit

Slide 39 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

HW
Lees: paragraaf 2.2
Maak: opdracht  5 t/m 7 paragraaf 2.2 (blz. 37)

Al klaar?
Maak: schaalrekenen (blz. 32/33) 

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies