Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Elektriciteit
Welkom bij Nask
Klas 4 Basis
Elektriciteit
1 / 44
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Natuurkunde / Scheikunde
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
In deze les zitten
44 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
50 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Welkom bij Nask
Klas 4 Basis
Elektriciteit
Slide 1 - Tekstslide
Wat is elektriciteit?
Elektronen (hele kleine deeltjes) vervoeren energie van een
spanningsbron
naar een apparaat.
Elektronen moeten ook weer naar de
spanningsbron terug kunnen. Er is
een
gesloten stroomkring
nodig.
Slide 2 - Tekstslide
Spanningsbronnen
Elektriciteitscentrale
Dynamo
Zonnepanelen
Windmolens
Waterkrachtcentrale
Batterij
Slide 3 - Tekstslide
Wanneer loopt er stroom?
Gesloten stroomkring:
Elektronen kunnen van begin tot eind stromen.
Open stroomkring:
Elektronen kunnen niet van begin tot eind stromen. Er ontstaat een ‘file’.
Slide 4 - Tekstslide
Stroomkring tekenen
Spanningsbron
Stroomdraad
Lampje
Schakelaar
Slide 5 - Tekstslide
Serie & Parallel
Slide 6 - Tekstslide
Stoom en spanning meten
Stroomsterkte -> Met een
Ampèremeter
(Serie aansluiten)
Spanning -> Met een
Voltmeter
(Parallel aansluiten)
Slide 7 - Tekstslide
Wat zijn geleiders of isolatoren?
Geleider:
- Stroom gaat er makkelijk doorheen
- Lage weerstand
Isolator:
- Stroom wordt veel tegengehouden
- Hoge weerstand
IJzer
Koper
Aluminium
Koolstof
Rubber
Steen
Glas
Kunststof
Slide 8 - Tekstslide
De weerstand berekenen
De formule:
Weerstand = Spanning : Stroomsterkte
Weerstand (R) --> Ohm
Spanning (U) --> Volt
Stroomsterkte (I) --> Ampère
Slide 9 - Tekstslide
Rekenen met weerstand
Een radio heeft een stroomsterkte van 0,2 A. Hij is aangesloten op een spanning van 230 V. Wat is de weerstand?
Gegeven Stroomsterkte = 0,2 A Spanning = 230 V
Gevraagd Weerstand
Formule Weerstand = Spanning : Stroomsterkte
Berekening Weerstand = 230 : 0,2 = 1150
Antwoord Weerstand = 1150 Ω
Slide 10 - Tekstslide
Totaal weerstand berekenen
In een serieschakeling tel je de
weerstanden bij elkaar op.
R
1
= 20 Ω
R
2
= 30 Ω
R
3
= 100 Ω
R
totaal
= 20 + 30 + 100 = 150 Ω
Slide 11 - Tekstslide
Noem 2 voorbeelden van een spanningsbron
Slide 12 - Open vraag
Stroom loopt alleen in
een ...... stroomkring.
A
Open
B
Gesloten
Slide 13 - Quizvraag
Waar sluit je een voltmeter aan?
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 14 - Quizvraag
Een voorwerp met een lage
weerstand noem je een ...
A
Geleider
B
Isolator
Slide 15 - Quizvraag
Capaciteit (C)
Betekenis:
Hoe lang een spanningsbron een stroom kan leveren.
Eenheid:
Ampère-uur (Ah)
Milliampère-uur (mAh)
Formule:
Capaciteit = Stroomsterkte x tijd
Slide 16 - Tekstslide
Vermogen (P)
Betekenis:
Hoeveel energie heeft een apparaat nodig om 1 seconde te werken.
Eenheid:
Watt (W)
Formule:
Vermogen = Spanning x Stroomsterkte
Slide 17 - Tekstslide
Energieverbruik (E)
Betekenis:
Hoeveel energie heeft een apparaat verbruikt.
Eenheid:
Wattuur (Wh) of kiloWattuur (kWh)
Formule:
Energie = Vermogen x tijd
Slide 18 - Tekstslide
Oefenvraag 2
Een computer heeft een vermogen van 800 W.
Op een dag staat de computer ongeveer 6 uur aan.
Wat is het energieverbruik per dag?
Gegeven Vermogen = 800 W tijd = 6 h
Gevraagd Energie
Formule Energie = Vermogen x tijd
Berekening Energie = 800 x 6 = 4800
Antwoord Energie = 4800 Wh = 4,8 kWh
Slide 19 - Tekstslide
Oefenvraag 3
Een powerbank levert een stroomsterkte naar je telefoon
van 2 A. Je kunt hiermee in totaal 10 uur lang opladen.
Hoe groot is de capaciteit van deze powerbank?
Gegeven Stoomsterkte = 2 A tijd = 10 h
Gevraagd Capaciteit
Formule Capaciteit = Stroomsterkte x tijd
Berekening Capaciteit = 2 x 10
Antwoord Capaciteit = 20 Ah
Slide 20 - Tekstslide
Een LED lamp van 5 W gebruikt 4 W aan licht
(4 : 5) x 100 = 80 %
Een gloeilamp van 40 W gebruikt 4 W aan licht
(4 : 40) x 100 = 10 %
Conclusie:
De LED lamp heeft een hoger rendement.
Hierdoor verbruikt hij veel minder energie dan een gloeilamp.
Slide 21 - Tekstslide
Wat zit er in de meterkast?
Hoofdzekering:
Controleert of er niet te veel stroom het huis ingaat.
Kilowattuur-meter:
Deze meet hoeveel elektrische energie je in huis gebruikt.
Aardlekschakelaar:
Deze controleert of er ergens in huis stroom lekt.
In dat geval verbreekt het de stroomkring.
Slide 22 - Tekstslide
Wat zit er in de meterkast?
Groepenkast:
Een groep verzorgt de elektriciteit voor een deel van het huis.
Iedere groep is beveiligd met een
zekering
.
Een
zekering
verbreekt de stroomkring,
als er teveel stroom wordt verbruikt in een groep.
Slide 23 - Tekstslide
Overbelasting
Als er teveel apparaten aanstaan in een groep, ontstaat overbelasting.
De kabels worden zo heet dat er brand kan ontstaan.
Per groep -> Maximaal 16 Ampère
Slide 24 - Tekstslide
Wat is kortsluiting?
Oorzaak:
De stroom gaat niet door een apparaat, maar direct terug naar de spanningsbron.
Gevolg:
De stroomsterkte kan oplopen tot 1000 A.
Kabels worden zo heet dat er direct brand kan ontstaan.
Slide 25 - Tekstslide
Hoe ben je beschermd tegen stroom?
Randaarde
Lekkende stroom gaat niet door je lichaam,
maar via
de geelgroene aardedraad
direct naar de aarde.
Slide 26 - Tekstslide
Hoe ben je beschermd tegen stroom?
Aardlekschakelaar
Extra beveiliging bij stroomverlies.
Evenveel stroom het huis in en het huis uit.
Slide 27 - Tekstslide
Hoe ben je beschermd tegen stroom?
Dubbele isolatie
Elektrische gedeelte van een apparaat
is gescheiden van een kunststof buitenkant.
De buitenkant kan nooit onder stroom
komen te staan.
Slide 28 - Tekstslide
In elke groep mag
maximaal ....... stroom lopen.
A
230 V
B
16 A
C
0,22 kWh
D
20000 mAh
Slide 29 - Quizvraag
Wat zie je op de afbeelding?
A
Parallelschakeling met een dichte schakelaar
B
Serieschakeling met een dichte schakelaar
C
Parallelschakeling met een open schakelaar
D
Serieschakeling met een open schakelaar
Slide 30 - Quizvraag
Reedcontact
Zonder magneet = geen stroom
Permanente magneet = wel stroom
Inbraakalarm
Fietscomputers
Liften (tellen van verdiepingen)
Slide 31 - Tekstslide
Relais
Schakelaar met een elektromagneet.
Met een kleine stroom kun je een grote stoomkring inschakelen.
Bijvoorbeeld: Thermostaat, startmotor, bewegingsmelders.
Slide 32 - Tekstslide
Transformator gebruiken
Uit het stopcontact komt een
spanning van 230 V (INPUT).
Een laptoplader maakt daar 20 V (OUTPUT) van.
Een telefoonlader maakt daar 5 V (OUTPUT) van.
Voorbeelden:
TV's, Acculaders, huishoudelijke apparaten, speelgoed
Slide 33 - Tekstslide
Wat doet een diode?
Een
diode
is een elektrisch onderdeel dat de stroom
maar in
één richting
doorlaat.
Doorlaatrichting:
Van + naar - --> (pijl)
Sperrichting:
Van - naar + --| (muur)
Slide 34 - Tekstslide
Hoe werkt een diode?
Wel stroom Geen stroom
Slide 35 - Tekstslide
Wat is een LED?
LED =
Light Emitting Diode
(Lichtgevende diode)
Hetzelfde symbool als de diode, maar dan met 2 pijltjes (licht)
Slide 36 - Tekstslide
Transistor
Een
transistor
= een heel kleine schakelaar.
Wordt veel gebruikt in computers (moederbord)
3 aansluitpunten:
Basis
Collector
Emitter
Als er een
kleine stroom van de B (basis) naar de E (emitter)
gaat,
schakelt de transistor een
grote stroom van C (collector) naar E (emitter)
in.
Slide 37 - Tekstslide
Condensator
Een
condensator
kan voor korte tijd elektrische energie opslaan.
Een condensator wordt veel gebruikt in:
- Auto's
- Computers
- Televisie
Slide 38 - Tekstslide
Wat is een NTC?
Negatieve Temperatuur Coëfficient
Een variabele weerstand die negatief reageert op temperatuur.
Hoge temperatuur = Lage weerstand
Lage temperatuur = Hoge weerstand
Slide 39 - Tekstslide
Wat is een LDR?
Light Dependent Resistor (Licht gevoelige weerstand)
Meer licht -> Lage weerstand
Weinig licht -> Hoge weerstand
Slide 40 - Tekstslide
Welk elektrische onderdeel zie je hier?
A
Relais
B
Reedcontact
C
Transformator
D
Diode
Slide 41 - Quizvraag
In een relais zit een ...
A
permanente magneet
B
transformator
C
batterij
D
spoel
Slide 42 - Quizvraag
Welk onderdeel kan de
spanning veranderen?
A
Diode
B
Relais
C
Transformator
D
Elektromagneet
Slide 43 - Quizvraag
Welke LED brandt in de afbeelding?
A
Alleen 1
B
Alleen 2
C
Allebei
D
Allebei niet
Slide 44 - Quizvraag
Meer lessen zoals deze
Elektriciteit
Maart 2021
- Les met
42 slides
Natuurkunde / Scheikunde
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
Hoofdstuk 12.1 Stroom en spanning K4 les 1
Oktober 2023
- Les met
28 slides
Natuurkunde
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
hfst 12.1 stroom en spanning
Januari 2024
- Les met
39 slides
Natuurkunde / Scheikunde
Middelbare school
vmbo
Leerjaar 4
H12.1 Stroom en spanning 4k NOVA
September 2023
- Les met
13 slides
se 2 les 1 4 kader hoofdstuk 4
Augustus 2022
- Les met
17 slides
Nask / Techniek
Middelbare school
vmbo k, g, t, mavo
Leerjaar 4
H12.1 Stroom en Spanning + H12.2 Spanning transformeren
9 dagen geleden
- Les met
42 slides
Natuurkunde
Middelbare school
vmbo k, g
Leerjaar 4
Hst. 7.3 - Elektriciteit
September 2022
- Les met
31 slides
Natuurkunde / Scheikunde
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
H12.1 Stroom en Spanning + H12.2 Spanning transformeren
November 2022
- Les met
51 slides
Natuurkunde
Middelbare school
vmbo k, g
Leerjaar 4