Introductie PTO 2_start KERN 28.

1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Wat gaan we doen vandaag?

1. Praktisch: afspraken 
2. Lesson-Up Quiz
3. Wat gaan we doen in PTO 2?
4. Plan van aanpak PTO 2. 

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

De toets Nederlands vond ik:
Makkelijk
Precies goed
Te moeilijk

Slide 6 - Poll

Had je geleerd/geoefend voor de toets?
Ja
Nee

Slide 7 - Poll

Heb je aantekeningen gemaakt tijdens de lessen Nederlands?
Ja, bijna altijd
Nee, nooit. Dat vind ik niet nodig.
Ik schrijf de LessonUp presentaties na schooltijd over

Slide 8 - Poll

Hoe heb je het leren voor de toetsweek aangepakt?

Slide 9 - Woordweb

Wat ga je deze periode (anders) doen bij Nederlands?
(Goede voornemens :))
A
Aantekeningen maken tijdens de les
B
Huiswerk maken
C
NUMO maken iedere week
D
Jeugdboek lezen

Slide 10 - Quizvraag

Tips voor de docent: wat kan beter?

Slide 11 - Open vraag

Lesdoel
Ik weet wat ik aan het einde van periode 2 moet kennen en kunnen

Ik weet welke afspraken er zijn in periode 2


Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Schrijf over in je map en/of Plenda! :) 

Slide 14 - Tekstslide

'Trainingtips'
1. Verdeel het leren en opdrachten maken in blokjes van 20 minuten.
2. Maak bij alles wat je leert een korte samenvatting. 

Wist je dat:
Het normaal is om per dag 1 tot 1,5 uur bezig te zijn met je huiswerk?

Slide 15 - Tekstslide

Werken volgens RTTI
R-vraag: je leert de lesstof uit je hoofd.

T1-vraag: wat in de les is geoefend, ga je zelf doen.

T2-vraag: Je past de leerstof toe in een nieuwe, onbekende situatie.

I-vraag: Gaat verder dan de leerstof uit het boek. Je moet iets bedenken wat niet in de les is besproken.

Slide 16 - Tekstslide

Toetsvraag ( T1)
 Noteer van de onderstaande zinnen alle zelfstandige naamwoorden.
De politie in de Italiaanse stad Florence heeft een ijssalon een boete gegeven van 2000 euro.
De zaak had een toerist 25 euro laten betalen voor een doorsnee ijsje.

Slide 17 - Tekstslide

Antwoord
Correctiemodel:
0,2 punt per goed antwoord ( = 2 punten in totaal)

politie, stad, Florence, ijssalon, boete, euro, zaak, toerist, euro, ijsje

Slide 18 - Tekstslide

Toetsvraag ( T1)
Leg uit waarom ‘wasstraat’ in zin a met een kleine letter wordt geschreven, maar in zin b met een hoofdletter.
a. In de wasstraat wordt uw auto gegarandeerd schoon!
b. Het tankstation vind je aan de Wasstraat in Leiden.

Slide 19 - Tekstslide

Antwoord
In zin a is ‘wasstraat’ een zelfstandig naamwoord, het is een ruimte waarin je auto wordt gewassen met behulp van machines.  

In zin b is ‘Wasstraat’ de naam van een straat in de stad Leiden

Slide 20 - Tekstslide

Wat neem ik mee naar de les?
  1. Een opgeladen laptop
  2. KERN boek
  3. Map met schrijfpapier & insteekhoesje
  4. Pennen
  5. Leesboek
  6. Plenda

Slide 21 - Tekstslide

Afspraken Huiswerk 
Schrijf je huiswerk ALTIJD in je Plenda

Hak je huiswerk in stukjes en verdeel
over de dagen vóórdat het af moet zijn




Was je afwezig?
Schrijf je huiswerk over uit Magister in je Plenda en plan zoals hierboven beschreven

Slide 22 - Tekstslide

Plannen in de Plenda
Woensdag: NUMO maken.
Vrijdag: jeugdboek meenemen naar school.

Slide 23 - Tekstslide

Voorbeeld:
10e uur Digi Nederlands
Dit schrijf je op:

NL M: Numo taak
huiswerk in stukjes
Dit schrijf je op:

NL M: 15 minuten Numo taak

Je kunt het ook afkorten:

NL M: 15 min Numo
huiswerk in stukjes
Dit schrijf je op:

NL M: 15 minuten Numo taak

Je kunt het ook afkorten:

NL M: 15 min Numo
3e uur Nederlands
Dit schrijf je op:

NL M: Nieuwsbegrip

Je kunt het ook afkorten: 

NL M: NB
huiswerk in stukjes
Dit schrijf je op:

NL M: Nieuwsbegrip tekst

Je kunt het ook afkorten:

NL M: NB tekst
huiswerk in stukjes
Dit schrijf je op:

NL M: Nieuwsbegrip woordenschat

Je kunt het ook afkorten:

NL M: NB Wrd

Slide 24 - Tekstslide

Zelf aan de slag
Wat?
Plannen in je Plenda
Hoe?
Welke dingen kun je al inplannen? Denk aan Numo, jeugdboek, maar ook persoonlijke afspraken. 
Let op!
Hak het huiswerk in stukjes en verdeel over de dagen voordat het af moet zijn
Hoeveel tijd?
10 minuten
Klaar?
Laat je plenda aan mevrouw Dominicus zien.
Lees KERN 28 en maak vraag 4, 10 en 11. 

Slide 25 - Tekstslide