Les: Echt of verzonnen?

Studievaardigheden
  • Leg je iPad in je vak. 
  • Ga op je vaste plek zitten. 
  • Pak een opdrachtenblad.
  • Pak een potlood en gum uit je vak.
  • Schrijf je naam op het blad.
  • Ga klaar zitten voor de instructie.

1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
LezenBasisschoolGroep 6

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Studievaardigheden
  • Leg je iPad in je vak. 
  • Ga op je vaste plek zitten. 
  • Pak een opdrachtenblad.
  • Pak een potlood en gum uit je vak.
  • Schrijf je naam op het blad.
  • Ga klaar zitten voor de instructie.

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoel 
Je leert wat het verschil is tussen fictie en non-fictie en hoe je boeken zoekt in de bibliotheek. 

Slide 2 - Tekstslide

Heb je wel eens gehoord van fictie en non-fictie?
A
ja
B
nee

Slide 3 - Quizvraag

Fictie 
  • In de bibliotheek staan heel veel boeken. 
  • In een deel van die boeken staan verhalen die zijn verzonnen of mooier zijn gemaakt, zodat je ze voor je plezier kunt lezen.
  • Zulke boeken noemen we fictie

Slide 4 - Tekstslide

Non-fictie 
  • In andere boeken staan feiten: deze zijn bedoeld om informatie te geven over een onderwerp.
  • Daarom noemen we die boeken informatief.
  • Informatieve boeken worden ook wel non-fictie genoemd. 

Slide 5 - Tekstslide

Fictie of non-fictie?
A
fictie
B
non-fictie

Slide 6 - Quizvraag

Fictie of non-fictie?
A
fictie
B
non-fictie

Slide 7 - Quizvraag

Fictie of non-fictie?
A
fictie
B
non-fictie

Slide 8 - Quizvraag

Fictie of non-fictie?
A
fictie
B
non-fictie

Slide 9 - Quizvraag

Aan de slag

Slide 10 - Tekstslide

                                       Klaaropdracht:

  • Ga op je i-Pad naar de website van de bibliotheek.
  • Zoek 3 titels van fictieve boeken over paarden.
  • Zoek 3 titels van non-ficiteve boeken over paarden.

Waaraan zie je dat de boeken fictief of non-fictief zijn?

Slide 11 - Tekstslide

Bedankt voor je inzet in de les.
Als de bel gaat: 
  • Schuif je stoel aan
  • Lever je tekst in
  • Ruim je spullen op
  • Verlaat het lokaal rustig

Slide 12 - Tekstslide