Het verwerken van de impulsen die van de zintuigen afkomen.
Regelen van de werking van spieren en klieren.
Slide 9 - Tekstslide
Klier
Een klier is een orgaan dat bepaalde stoffen produceerd.
Bijv zweetklieren, talgklieren of speekselklieren
Slide 10 - Tekstslide
Vragen?
Slide 11 - Tekstslide
Lesdoelen controleren
Je kunt de bouw van het zenuwstelsel beschrijven.
Je kunt de functie van het zenuwstelsel beschrijven.
Slide 12 - Tekstslide
Waaruit bestaat het centrale zenuwstelsel?
A
Hersenen
B
Hersenen en zenuwen
C
Hersenen, zenuwen en ruggenmerg
D
Hersenen en ruggenmerg
Slide 13 - Quizvraag
Waaruit bestaat het zenuwstelsel?
A
Hersenen,ruggenmerg,zenuwen
B
Hersenen en zenuwen
C
Zenuwen en ruggengraat
D
Hersenen,ruggenmerg,zenuwen en zintuigen
Slide 14 - Quizvraag
ZET IN DE GOEDE VOLGORDE: 1. Impulsen gaan via de zenuw naar de hersenen. 2. Zintuigen nemen prikkels waar. 3. Zintuigen zetten de prikkels om in impulsen. 4. Je hersenen bepalen hoe je op de prikkel reageert. 5. Je wordt je bewust van wat je waarneemt. 6. Impulsen gaan via de zenuw naar de spieren.