Lezen 2.3 1 basis

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 1

2.3 LEZEN

Wat gaan we doen? Les 1

- Voorlezen

- Nakijken opdracht 15 + 17 op blz 27 + 28 

- Instructie over inleiding - kern - slot

- Maken opdracht 1 t/m 7, opdracht 5 mag je overslaan

Leerdoel: je weet wat een inleiding - kern - slot van een verhaal is

Inleiding

- de eerste alinea van de tekst

- staat vaak apart van de tekst

- maakt bijna altijd duidelijk wat het onderwerp is

KERN

- Het middenstuk van de tekst.

- Bestaat uit één alinea of meer alinea's.

- Geeft informatie over het onderwerp van de tekst

SLOT

- De laatste alinea

-Herhaalt het belangrijkste uit de tekst 

- Geeft tips

Wat gaan we doen - les 2

- Voorlezen

- Nakijken opdracht 6 + 7 op blz 84 +85

- Instructie verkennend lezen

- Maken opdracht 8 t/m 12 op blz 85 t/m 88

Lesdoel: je weet wat verkennend lezen is

Huiswerk/ maken in de klas

Maak opdracht 3 t/m 7

Opdracht 5 mag je overslaan

Filmpje over verkennend lezen

Wat gaan we doen - les 3

- Voorlezen

- Nakijken opdracht 6 + 7 op blz 84 +85

- Filmpje verkennend lezen 

- quiz over inleiding - kern - slot

- Lezen tekst 4 (samen)

- Maken opdracht 13 t/m 16 op blz 89 t/m 91

Lesdoel: herhaling inleiding-kern- slot en verkennend lezen

verkennend lezen

Voordat je een tekst écht gaat lezen, bekijk je de tekst. 

Je komt dan al veel over de tekst te weten. 

Daardoor lees je de tekst makkelijker. 

Deze manier van lezen noem je verkennend lezen.

Verkennend lezen doe je zo :

• Lees de titel en de tussenkopjes.

• Lees de inleiding en het slot.

• Lees de woorden die vet- of schuingedrukt zijn.

• Bekijk de plaatjes en lees de tekst bij de plaatjes.

• Lees de informatie onder de tekst (de bron).

Stel jezelf daarbij vragen als:

• Wat is het onderwerp van de tekst?

• Wat weet ik al over het onderwerp?

• Wat voor tekst is het? Bijvoorbeeld een recept, een krantenbericht?

• Wie is de schrijver?

Huiswerk

Maken opdracht 8 t/m 12 op blz 85 t/m 88

Waar staat de inleiding

1. in de laatste alinea van de tekst
2. in de eerste alinea van de tekst
3. in het midden van een tekst

Wanneer gebruik je verkennend lezen?

1. Als je de tekst nauwkeurig gaat lezen
2. Voordat je de tekst gaat lezen
3. Als je al weet waar de tekst over gaat
4. Als het een lange tekst is

Waar gaat de kern van een tekst over?

1. Geeft informatie over de titel
2. Geeft informatie over de schrijver
3. Geeft informatie over het onderwerp
4. Geeft informatie over de alinea's

Bij verkennend lezen stel je jezelf de vraag

1. Hoe heet de schrijver?
2. Wat weet ik al over het onderwerp?
3. Hoelang is deze tekst?
4. Hoeveel alinea's heeft deze tekst?

Wat staat er meestal in het Slot van een tekst?

1. informatie over het onderwerp van de tekst
2. maakt duidelijk wat het onderwerp is
3. herhaalt het belangrijkste
4. geeft info over de plaatjes

Weet jij de oplossing van deze rebus?

Wat gaan we doen? Les 3.3

- Voorlezen

- Herhaling inleiding-kern-slot en verkennend lezen

- Nakijken opdrachten 13 + 14 op blz. 90+91

- Maken opdracht 1 t/m 4 op bladzijde 142+ 143

Leerdoel: Je herkent het tekstdoel informeren, activeren, amuseren en overtuigen

Wat gaan we doen? Les 2

- Voorlezen

- Maken opdrachten 6+ 7 + 8a (samen) en opdrachten 8 t/m 12 (samen of zelf) op bladzijde 146 t/m 148

Leerdoel: Verkennend en nauwkeurig lezen bij het begrijpend lezen

Huiswerk

Opdrachten 8 t/m 12 op bladzijde  146 t/m 148

Leerdoel: Verkennend en nauwkeurig lezen bij het begrijpend lezen

Wat gaan we doen? Les 2

- Voorlezen

- Maken opdrachten 13 t/m 17 (samen of zelf) op bladzijde 148 t/m 151

Leerdoel: Verkennend en nauwkeurig lezen bij het begrijpend lezen

Wat gaan we doen? Les 4

- Voorlezen

- Inloggen op de 'Test jezelf'

- Maken test jezelf 1.3

Leerdoel: Verkennend en nauwkeurig lezen bij het begrijpend lezen