oefenen beeldaspecten

ruimte
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
Beeldende vormingMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

ruimte

Slide 1 - Tekstslide

Bekijk de afbeelding goed


Slide 2 - Tekstslide

Het portret is indringend. Leg aan de hand van het vormgevingsaspect ruimte uit waardoor het portret indringend is.

Slide 3 - Open vraag

De jongen mocht voor de foto een eigen emotie kiezen. Leg aan de hand van een voorstellingsaspect uit welke emotie de jongen toont.indringend is.

Slide 4 - Open vraag

Om de portretfoto te kunnen maken, moest de jongen de fotograaf kunnen vertrouwen. Geef twee redenen waarom de jongen JR moest kunnen vertrouwen.

Slide 5 - Open vraag

Dromen vormen een belangrijke inspiratiebron voor de Belgische surrealist René Magritte. In 1959 schilderde hij Het kasteel in de Pyreneeën dat je ziet op de afbeelding.

Slide 6 - Tekstslide


De rots op het schilderij ziet er dreigend uit.
-> Leg uit aan de hand van het aspecten van de vormgeving ruimte waardoor de rots
dreigend overkomt. 

Slide 7 - Open vraag

Slide 8 - Tekstslide


Bekijk figuur 1. Op de linker schets zie je een hekje, op de rechter schets ontbreekt
dit hekje. 
--> Noem twee effecten van het weglaten van het hekje. 

Slide 9 - Open vraag

examenvragen kleur

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Op de afbeelding zie je De Sterrennacht, een schilderij dat de
Nederlandse kunstenaar Vincent van Gogh schilderde in 1889.

Slide 12 - Tekstslide


Van Gogh heeft de sterrenhemel expressief weergegeven.
-> Noem twee kenmerken van de hanteringswijze waardoor de
sterrenhemel expressief is. 

Slide 13 - Open vraag


Noem een kenmerk van het kleurgebruik waardoor de sterrenhemel
expressief is. 

Slide 14 - Open vraag

Slide 15 - Tekstslide

De Japanse kunstenares Toshiko Horiuchi ontwierp in 2009 de
speelplaats Wonder Space II in Japan.
Op afbeelding 1 en 2 zie je delen van deze speelplaats, die vooral is opgebouwd uit kunststof garen. 

Slide 16 - Tekstslide


De speelplaats of de vorige afbeelding nodigt uit om te spelen.
->  Noem twee aspecten van de vormgeving waarom kinderen er graag spelen. Leg beide antwoorden uit. 

Slide 17 - Open vraag

Omschrijf voor een blinde 
Doelstellingen: 
- Leerlingen kunnen minimaal 4 verschillende aspecten van beeldanalyse noemen.
 - Leerlingen hebben inzicht in hoe belangrijk het voor de kunstvakken is om goed te kunnen omschrijven wat je ziet en dat je hier het beste een vaste methode voor kunst hebben.

Slide 18 - Tekstslide

Instructies:
Wat: Probeer een zo exact mogelijk kopie te maken van de afbeelding die één (of daarna nog andere) leerling(en) te zien krijgt.

Hoe: Op basis van zijn/haar omschrijving ga je tekenen. Het hoeft niet mooi te zijn, maar wel gelijkend en kloppend met de omschrijving. 

Waarom: Het goed kunnen kijken naar kunst is heel belangrijk. Deze activiteit is om je hier bewust van te maken.

Slide 19 - Tekstslide

- iedereen genoeg teken materiaal? 
- 3 vertellers aanwijzen.
( deze mogen eerst meetekenen tot ze aan de beurt zijn ) 
- de rest tekent 


Ronde 1: leerlingen mogen geen vragen stellen.
Ronde 2: leerlingen mogen vragen stellen en omschrijver mag verder uitleggen.
Ronde 3: alleen de leerlingen mogen nog vragen stellen; de omschrijver mag alleen daar antwoord op geven.

timer
5:00

Slide 20 - Tekstslide

Nabespreken
Resultaat: Lijkt de tekening van jou (en die van de anderen) op het origineel?

Opdracht: Wanneer kreeg je bruikbare informatie? Wat miste je telkens nog? Waarom hebben we dit gaan? Wat heb je geleerd over het omschrijven van kunstwerken? Welke conclusies trek je hieruit?

Slide 21 - Tekstslide

Omschrijf voor een blinde 
Doelstellingen: 
- Leerlingen kunnen minimaal 4 verschillende aspecten van beeldanalyse noemen.
 - Leerlingen hebben inzicht in hoe belangrijk het voor de kunstvakken is om goed te kunnen omschrijven wat je ziet en dat je hier het beste een vaste methode voor kunst hebben.

Slide 22 - Tekstslide

Instructies:
Wat: Probeer een zo exact mogelijk kopie te maken van de afbeelding die één (of daarna nog andere) leerling(en) te zien krijgt.

Hoe: Op basis van zijn/haar omschrijving ga je tekenen. Het hoeft niet mooi te zijn, maar wel gelijkend en kloppend met de omschrijving. 

Waarom: Het goed kunnen kijken naar kunst is heel belangrijk. Deze activiteit is om je hier bewust van te maken.

Slide 23 - Tekstslide

- iedereen genoeg teken materiaal? 
- 3 vertellers aanwijzen.
( deze mogen eerst meetekenen tot ze aan de beurt zijn ) 
- de rest tekent 


Ronde 1: leerlingen mogen geen vragen stellen.
Ronde 2: leerlingen mogen vragen stellen en omschrijver mag verder uitleggen.
Ronde 3: alleen de leerlingen mogen nog vragen stellen; de omschrijver mag alleen daar antwoord op geven.

timer
5:00

Slide 24 - Tekstslide

Nabespreken
Resultaat: Lijkt de tekening van jou (en die van de anderen) op het origineel?

Opdracht: Wanneer kreeg je bruikbare informatie? Wat miste je telkens nog? Waarom hebben we dit gaan? Wat heb je geleerd over het omschrijven van kunstwerken? Welke conclusies trek je hieruit?

Slide 25 - Tekstslide