Les 2: Modernisme - Expressionisme

Modernisme: Expressionisme
Hoofdstuk 3: Kunst en gevoel

Schilderkunst
1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
KunstMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 39 slides, met tekstslides en 6 videos.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Modernisme: Expressionisme
Hoofdstuk 3: Kunst en gevoel

Schilderkunst

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Les 2: lesdoel

Je kunt het gevoel in schilderkunst en muziek herkennen, benoemen en duiden.

Je kent de stroming Expressionisme en kunt het ontstaan en de uitingsvormen hiervan beschrijven.

Slide 3 - Tekstslide

Van IM- naar EXpressionisme
Impressionisme: vangen van het moment - veel aandacht voor lichtinval.
Post-impressionisme: meer vervorming, meer gevoel in het schilderij.
Expressionisme: autonome kunst ontstaat en het gevoel van de kunstenaar wordt het belangrijkste. Onder invloed van binnenwereld (Freud, Röntgen), individualisme (Nietzsche)

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Opdracht
De omschrijver beschrijft de afbeelding zo goed mogelijk; de rest van de klas tekent.
Ronde 1: omschrijver legt uit, klas mag geen vragen stellen.
Ronde 2: klas mag vragen stellen en omschrijver mag verder uitleggen.
Ronde 3: de klas mag nog vragen stellen; de omschrijver mag alleen daar antwoord op geven.

timer
2:00

Slide 6 - Tekstslide

Ernst Ludwig Kirchner, 

Zelfportret als soldaat, 1915

Slide 7 - Tekstslide

§ 8.1 Expressie 
blz. 166-167

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Expressionisme (1905 - 1940)
Kunstenaar wil zijn gevoel uitdrukken door vervorming van de werkelijkheid. Er zijn geen wetten want persoonlijke stijl (men zet zich af tegen de heersende normen in de kunst), maar vaak: 

  • felle en onnatuurlijke kleuren
  • grillige beelden / composities
  • vervormingen / geabstraheerde figuren
  • grof, 'onhandig' geschilderd

  • geen of 'fout' perspectief, nadruk op vorm en het platte vlak
  • niet zo toegankelijk want vaak 'niet mooi' (gevoel van de beschouwer is niet van belang voor de maker!)



Gevoelens konden voortkomen uit het persoonlijke subjectieve gevoel van de kunstenaar, maar ook uit zijn sociale bewogenheid of uit religieuze overwegingen.

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Expressionisme: groepen en substromingen


Frankrijk:
  • Fauvisme (Henri Matisse)

Duitsland:
  • Die Brücke (Ernst Ludwig Kirchner) 
  • Der Blaue Reiter (Wassily Kandinsky)

Slide 13 - Tekstslide

Emil Nolde - Maskers (1911)

Slide 14 - Tekstslide

Der Blaue Reiter 
(ca. 1911 – 1914)
  • Groep gelijkgestemde vrienden, willen 'het nieuwe' brengen
  • Weinig overeenkomsten in stijl
  • Afscheid van figuratieve kunst
  • Kunst verbinden met de mystieke werkelijkheid of de natuur
  • Kleuren krijgen een symbolische betekenis
  • Franz Marc, Wassily Kandinsky


Almanak 'Der Blaue Reiter', 1912

Slide 15 - Tekstslide

Franz Marc - Grote blauwe paarden (1911)
Symboliek: blauw staat voor mannelijkheid, rood voor het leven

Slide 16 - Tekstslide

Kandinsky
De blauwe berg (1908)

Kleuren krijgen spirituele betekenis, vormen worden versimpeld, onderbewustzijn is leidend.
Door het perspectief los te laten, worden het platte kleurvlakken --> opmaat naar abstractie.

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Het eerste abstracte kunstwerk?



Het is ’s avonds laat en Wassily Kandinsky komt thuis. In de schemerige studio wordt hij getroffen door een prachtig schilderij dat bestaat uit pure vorm en kleur, zonder begrijpelijke afbeelding. Het blijkt zijn eigen werk te zijn, dat op de zijkant tegen de muur staat. Zelfs zonder herkenbare afbeelding raken de kleuren en vormen zijn gevoel. Is zo de abstractie ontstaan?

Slide 19 - Tekstslide

§ 8.1 Expressie - Onderhuids
Muziek - Schönberg

blz. 170 - 171

Slide 20 - Tekstslide


De schilder Kandinsky wordt enorm beïnvloed door de componist Schönberg (zometeen meer van deze muzikale vernieuwer). Schönberg adviseert om te breken met alle regels: kunst behoort tot het onbewuste, men moet zich rechtstreeks uiten. 
Kortom: vergeet alle regels!
Kandinsky - 'Impression III Concert'

Slide 21 - Tekstslide

Schönberg - 5 Klavierstücke

Beschrijf met 3 woorden hoe dit werk op je overkomt.

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Video

Schönbergs visie
Schönberg zet zich af tegen muziek die oppervlakkig is en de toehoorder in slaap sust. Hij staat voor de provocerende waarheid / gevoeligheid met alle hinderlijke gevolgen van dien. Daarom is de muziek:
 
- niet bedoeld om prettig in het gehoor te liggen
- wel bedoeld om zo indringend mogelijk uitdrukking te geven aan gevoelens. Esthetiek (het streven naar schoonheid in de traditionele zin) speelt nauwelijks een rol!

Slide 24 - Tekstslide

Tonaliteit-Atonaliteit

Tonale muziek is gebaseerd op een toonladder: een reeks noten waarbij de grondtoon (tonica / thuisgevoel) de belangrijkste is.
Akkoorden / noten hebben daarbinnen hun eigen functie: zorgen voor een duidelijk verwachtingspatroon bij de luisteraar. 
Schönberg laat dit los: alle noten zijn even belangrijk. Geen 'thuisgevoel' meer = ATONAAL




Slide 25 - Tekstslide

Erwartung (1909) -
opera van Schönberg
  • invloed van Freud
  • libretto (= tekst van een opera) is gebaseerd op een aanval van waanzin
  • verhaal geeft inkijk in de binnenwereld van een verwarde vrouw
  • angst, hallucinatie
  • verhaal = even onlogisch als een droom
  • Muziek volgt de gedachten van de protagonist: onlogisch, fragmentarisch, geen herhalingen, geen herkenbare vorm.

Slide 26 - Tekstslide

Beluister het fragment uit “Erwartung”. Beschrijf wat je hoort in de muzikale aspecten: melodie / harmonie (samenklanken) / tempo / klankkleur / compositie (vorm)

Slide 27 - Tekstslide

Dissonant: samenklank die wringt / niet prettig in het gehoor ligt. Niet te verwarren met vals!!

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Presentatieopdracht 20ste eeuw
• In drietallen
• Kies een kunstwerk uit jullie -isme en leg aan “je kleine zusje” uit waarom dit werk daarin past. De presentatie dient als herhaling van de les daarvoor.
• Let op: je kiest een kunstwerk dat niet in de LessonUp of het boek staat!
• Je presenteert in 2 minuten aan de klas jullie kunstwerk.
• Je laat (een exemplarisch fragment van) je kunstwerk zien/horen, legt kort uit waarom dit werk typisch voor de stijl is en past hierbij de kenmerken van het -isme toe op het werk.
• Gebruik de analysewijzer van jouw kunstdiscipline als ‘onderlegger’ (je hoeft niet alles daarvan te benoemen, alleen de relevante zaken).
• Geef de klas eventueel een kijk- / luistervraag en bespreek die kort na.

Slide 30 - Tekstslide

Presentatieopdracht 20ste eeuw
Zie bestand op Teams - opdrachten - presentatieopdracht 20ste eeuw voor indeling 



Slide 31 - Tekstslide

Aan het werk
- drietallen (en 1 tweetal!) maken voor presentatie

- onderwerp kiezen (liefst passend bij je eigen gekozen kunstvak) en aanmelden (wie het eerst komt...)

- presentatie voorbereiden OF aan je huiswerk beginnen 
(LZ TB blz. 166 t/m 167 en M WB H. 8 opdracht 3, 7)

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Video

Slide 35 - Video

Picasso's inventieve Desmoiselles
De volgende video bespreekt het werk ten opzichte van de kunst die er al was.

Handig bij H3blok4 

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Video

College van een collega
Over de cultuur van het moderne natuurlijk

Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Video