Cellen aan de Basis 2.1 2.2 Organismen, organen, weefsels en cellen

• Biologie
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 3

Cellen aan de basis

Les 1 en 2: 

Organismen, organen, weefsels en cellen

Wat zit er allemaal
in ons lichaam?

Welke "organisatieniveaus" hebben we vorige periode (vooral) bestudeerd?

We gaan een stapje kleiner...

Leerdoelen deze week: 

2.2.1 Je kunt orgaanstelsels, organen, weefsels en cellen van een mens herkennen en hun kenmerken en functies beschrijven.

2.2.2 Je kunt beschrijven dat groepen cellen in een weefsel, orgaan of orgaanstelsel een gezamenlijke functie uitoefenen.

2.2.3 Je kunt bij (delen van) organismen het verband aangeven tussen vorm en functie.

Organismen bestaan uit cellen.

Als je groeit krijg je steeds meer cellen!

Weefsel

Een groep cellen met dezelfde vorm en functie noem je een weefsel.

Organen zijn opgebouwd uit weefsels

Weefsels van mensen

Een groep cellen met dezelfde vorm en functie 

= weefsel

Een orgaan bestaat uit verschillende weefsels. 

Wat is de functie van spierweefsel?

Wat is de functie van vetweefsel?

Wat is de functie van bladweefsel van een plant?

Organen

Meerdere weefsels kunnen samenwerken: vormt een orgaan

Een orgaan voert een bepaalde taak uit. 

Wat is een belangrijke taak van ons hart?

Organen planten

Planten hebben ook organen.

De organen van planten zijn: bloem, blad, stengel en wortel

Orgaanstelsels

Organen die samenwerken aan een bepaalde functie, vormen een orgaanstelsel.

Voorbeelden van orgaanstelsels:

• Beenderstelsel 
• Spijsverteringsstelsel
• Ademhalingsstelsel
• Bloedvatenstelsel 
• Uitscheidingstelsel
• Voortplantingsstelsel
• Zenuwstelsel

--> Veel dingen waar je in de 2e klas over geleerd hebt! 

Vorm en functie

• Opdracht in tweetallen (met je buurman/vrouw)
• Lees de tekst, beantwoord de vragen
• Je blijft op je plek zitten! 
• Klaar? Start aan 2.1.2 Organisatieniveaus in de biologie

Aan de slag...

Met 2.1. Organisatieniveaus in de biologie

- Lezen

- Maken: opgave 1 t/m 8