3.4 Lucht Nova MAX B1KB1J 7/8 april
1 / 22
Lesduur is: 20 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 2 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Waaruit bestaan wolken?
Slide 3 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 4 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 5 - Link
00:00 - 02:20
Had jij de vraag goed?
A
Ja
B
Nee
Slide 6 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Hoe kan het zijn dat waterdruppels blijven zweven?
A
dankzij hun dichtheid
B
Omdat ze zo klein zijn als een haar
C
Omdat ze zo koud zijn
D
Omdat er héél veel waterdruppels zijn
Slide 7 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Hoe heet het proces waarbij water in waterdamp overgaat?
A
Condenseren
B
Verhitten
C
Verdampen
D
IJssel
Slide 8 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat gebeurd er als lucht warmt wordt?
A
Dan zal het eerder gaan verbranden
B
Dan wordt de lucht dichter
C
Dan zal de lucht gaan verdampen
D
Dan zet het uit en stijgt de lucht op
Slide 9 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Bij welke hoogte is er het minste lucht?
A
1 m
B
10 m
C
100 m
D
1000 m
Slide 10 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Bij welke hoogte is de temperatuur het laagst?
A
1 m
B
10 m
C
100 m
D
1000 m
Slide 11 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat gebeurt er met waterdamp als het kouder wordt?
A
Dan gaat het verdampen
B
Dan wordt het lichter
C
Dan gaat het condenseren
D
Dan neemt het volume toe
Slide 12 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 13 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 14 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 15 - Video
Deze slide heeft geen instructies
Slide 16 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Waarom zijn er bij warme temperaturen minder wolken te zien?
A
Er is geen waterdamp meer in de lucht
B
Omdat de wolken verder stijgen buiten ons zicht
C
Omdat het meeste water in gasvorm zit
D
Omdat de wolken te snel stijgen
Slide 17 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat gebeurt er als je bij 10*, C 40 g/m^3 waterdamp hebt?
A
Dan zal een deel van het water gaan verdampen
B
Dan zal een deel van het waterdamp gaan condenseren
C
Dan zal de lucht kouder worden
D
Dan zal een deel van het waterdamp verhitten
Slide 18 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 19 - Video
Deze slide heeft geen instructies
Slide 20 - Video
Deze slide heeft geen instructies
Slide 21 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 22 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
