Taal actief blok 1 week 1 les 2 alfabetiseren

Taal actief
Blok 1, week 1, les 2

Alfabetiseren
Alfabetiwatte....?
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
TaalBasisschoolGroep 5

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Taal actief
Blok 1, week 1, les 2

Alfabetiseren
Alfabetiwatte....?

Slide 1 - Tekstslide

Doel van de les
Ik kan woorden op 

alfabetische volgorde 

zetten.

Slide 2 - Tekstslide

Het alfabet
Het alfabet heeft 26 letters. 
De letters staan in een vaste volgorde. 
Dit noem je de alfabetische volgorde

Slide 3 - Tekstslide

Alfabetische volgorde


A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Slide 4 - Tekstslide

Klinkers & medeklinkers

Slide 5 - Tekstslide

Welke 2 letters ontbreken hier?
a b c d e f g h i j k l n o p q r s t u v w x y

Slide 6 - Open vraag

Slide 7 - Tekstslide

Juf doet het voor!

  • Welk woord komt bovenaan te staan?
  • Met woord staat in het midden?
  • Welk woord staat onderaan?
huis
hand
been

Slide 8 - Tekstslide

Welk antwoord staat in de juiste alfabetische volgorde?

A
feest - vlieg
B
feest - vlieg

Slide 9 - Quizvraag

Overleg met je team en zet in alfabetische volgorde:
trap - kraan - kast
A
kast - trap - kraan
B
kast - kraan - trap
C
trap - kraan - kast
D
kraan - kast - trap

Slide 10 - Quizvraag

Zet de woorden op alfabetische volgorde.
stoep
radio
taart

Slide 11 - Sleepvraag

Zet de woorden op alfabetische volgorde.
park
fiets
koffer

Slide 12 - Sleepvraag

Slide 13 - Tekstslide

Let goed op!

  • Schrijf de drie woorden op je wisbord.
  • Met welke letter beginnen de woorden, zet er een streep onder.
  • Zet de drie woorden nu op alfabetsiche volgorde
bal
pan
kist

Slide 14 - Tekstslide

Juf doet het voor!

  • Welk woord komt bovenaan te staan?
  • Met woord staat in het midden?
  • Welk woord staat onderaan?
huis
hand
been

Slide 15 - Tekstslide

Nu samen?

  • Welk woord komt onderaan te staan?
  • Met woord staat in het midden?
  • Welk woord staat bovenaan?
avond
appel
zondag

Slide 16 - Tekstslide

Nu jullie.
Vertel aan elkaar hoe je dit hebt gedaan!
  • Welk woord komt bovenaan te staan?
  • Met woord staat in het midden?
  • Welk woord staat bovenaan?
fiets
auto
trein

Slide 17 - Tekstslide

Alfabetiseren
Je kijkt eerst naar de eerste letter van het woord.
appel - bezem
de a komt voor de b dus eerst appel daarna bezem.
Wanneer de eerste letter gelijk is kijk je naar de tweede letter.
aardbei - appel
De a komt voor de p dus eerst   aardbei en dan appel.
Wanneer de eerste twee letters gelijk zijn kijk je naar de derde letter.
ramen - raken
de k komt voor de b dus eerst raken daarna ramen.

Slide 18 - Tekstslide


Welk antwoord staat in de juiste alfabetische volgorde?

A
stop - snoep - slaap
B
slaap - snoep- stop
C
slaap - stop - snoep
D
stop - slaap - snoep

Slide 19 - Quizvraag

Blok 1 week 1 les 2
Snap je het? 
Maak de opdrachten van opgave 2. Daarna aan je + opdrachten.

Nog een beetje moeilijk? 
Begin met opdracht 3. Daarna naar je +opdrachten.


Slide 20 - Tekstslide