02 Wegen van Navolging - Christendom - les 2

Huiswerk 4-9-2020
Het huiswerk voor de les van vrijdag 4 september 2020 is het volgende:
- lezen pagina's 11 tot en met 14
- maken de opdrachten 5 t/m 7 van het werkboek
1 / 42
volgende
Slide 1: Tekstslide
GodsdienstMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 42 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Huiswerk 4-9-2020
Het huiswerk voor de les van vrijdag 4 september 2020 is het volgende:
- lezen pagina's 11 tot en met 14
- maken de opdrachten 5 t/m 7 van het werkboek

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoel
A. Je weet wat 'kerk' betekent;
B. Je kent de vier beelden over de kerk;
C. Je kunt uitleggen waarom Jezus Christus in het middelpunt moet staan in de kerk.
D. Welke symbolen van geloof er in het Christendom worden gebruikt

Slide 2 - Tekstslide

Bespreken opdrachten 1 en 2 

Slide 3 - Tekstslide

Opdracht 1

Slide 4 - Tekstslide

Antwoorden opdracht 1 pagina 7
1. plaats Rome
 foto 2
 stroming R

2. plaats Moskou
 foto 4
 stroming O

3. plaats Londen
 foto 3
 stroming A

4. plaats Barcelona
 foto 6
 stroming R

5. plaats Wittenberg
 foto 1
 stroming P

6. plaats Parijs
 foto 5
 stroming R

Slide 5 - Tekstslide

Opdracht 2

Slide 6 - Tekstslide

Antwoorden opdracht 2 pagina 8
1. Israël
2. Griekenland 
3. Italië 
4. Spanje 
5. Ethiopië 
6. Frankrijk 
7. Engeland 
8. Ierland 


9. Nederland
10. Duitsland 
11. Polen 
12. Rusland 
13. China 
14. Brazilië 
15. Verenigde Staten 
16. Chili 
17. Indonesië 


Slide 7 - Tekstslide

Opdracht 4

Slide 8 - Tekstslide

Opdracht 4 pag. 10
a. Noord-Brabant en Limburg (54% en 68%).
b. Zeeland en Friesland (30% en 30%).
c. Sinds de tachtigjarige oorlog zijn veel protestanten vanuit het overwegend rooms-katholieke zuiden naar gebieden boven de grote rivieren verhuisd. Zelfs in de tijd van de Franse overheersing is er nog een emigratie geweest toen de Hugenoten (protestanten) van het katholieke Frankrijk naar de meer overwegend protestantse noordelijke gebieden vluchtten.

Slide 9 - Tekstslide

Korte geschiedenis
Het Christendom was eerst een geloof dat niet werd geaccepteerd. Denk aan de kruisiging van Jezus Christus en aanhangers die in het Colloseum werden vermoord. Toch werd het geloof onder armen, slaven en vrouwen erg populair. Voor het eerst pleit een geloof dat je leven in het hiernamaals beter wordt als je in het aardse leven leeft naar het geloof. Het Christendom werd stiekem beleid. Dat zie je ook terug in de kunst, die in eerste instantie naast de Romeinse kunst staat. Zo ontstaat iconografie en beeldtaal. Verborgen symbolen en tekens die staan voor het christendom. Rijkere aanhangers van het christendom versieren hun graftombes met fraaie fresco's en reliefs op hun tombes. In 313 maakt keizer Constantijn het Christendom tolerant en bekeerde hij zich op zijn sterfbed als allereerste Christelijke keizer ooit. Theodosius maakte in 380 het  Christendom tot staatsgodsdienst. Met de spitsing van het Oost en West Romeinse rijk komt er een splitising tussen byzantijnse kunst en vroegchristelijke kunst.

Slide 10 - Tekstslide




Rond het jaar 100 schreef de Romeinse 
historicus Tacitus:
‘In 64 was er een grote brand: de helft van Rome 
brandde af.  Al gauw werd verteld dat keizer Nero 
de brand had laten aansteken, omdat hij ruimte nodig 
had voor een nieuw paleis. Daarom gaf Nero de 
christenen de schuld. Hij liet hen zwaar straffen.
Zo kregen zij beestenvellen aangetrokken om door 
wilde honden verscheurd te worden, of ze werden 
gekruisigd, of ze werden door vuur gedood: aan het 
eind van de dag werden ze aangestoken om te dienen 
als straatverlichting.’

Slide 11 - Tekstslide


Christenvervolging


  • Maar christen zijn in het Romeinse Rijk is levensgevaarlijk! 
  • Net als het Jodendom geloven de christenen maar in één god, en dat is niet de Romeinse keizer!

  • De Romeinse keizers laten daarom de christenen vervolgen en doden...
Onder sommige Romeinse steden bevonden zich catacomben waarin christenen (maar ook Joden) hun doden begroeven.
Veel van deze catacomben zijn mooi versierd met christelijke muurschilderingen.
De catacomben werden soms ook gebruikt voor kerkdiensten, omdat het boven de grond te gevaarlijk was om openlijk voor je geloof uit te komen.

Slide 12 - Tekstslide


Christenvervolging


Maar christen zijn in het Romeinse Rijk is levensgevaarlijk! 
Net als het Jodendom geloven de christenen maar in één god, 
en dat is niet de Romeinse keizer!

De Romeinse keizers laten daarom de christenen vervolgen en doden...
Voor de leeuwen gooien, was een gebruikelijk doodstraf voor christenen tijdens hun vervolgingen in het Romeinse Rijk.
Het moet een gruwelijk spektakel zijn geweest, maar wat vooral indruk op de toeschouwers maakte was dat de christenen soms niet gingen vechten met de leeuwen, maar bidden tot hun god. 
De toeschouwers waren verbijsterd, maar ook nieuwsgierig: als je toch zoveel vertrouwen in je god hebt, dan moet het wel een hele goede god zijn. 

Slide 13 - Tekstslide


Christenvervolging


Maar christen zijn in het Romeinse Rijk is levensgevaarlijk! 
Net als het Jodendom geloven de christenen maar in één god, 
en dat is niet de Romeinse keizer!

De Romeinse keizers laten daarom de christenen vervolgen en doden...
Keizer Nero was één van de felste tegenstanders van de christenen. Hij gaf hen de schuld van de grote brand van Rome (die hij vermoedelijk zelf had laten stichten) en liet hen op de meest gruwelijke manieren aan hun eind komen.
Dit is een schilderij uit de 19e eeuw: Nero kijkt naar het lichaam van een christen die zojuist om het leven is gebracht.

Slide 14 - Tekstslide


Christenvervolging


Maar christen zijn in het Romeinse Rijk is levensgevaarlijk! 
Net als het Jodendom geloven de christenen maar in één god, 
en dat is niet de Romeinse keizer!

De Romeinse keizers laten daarom de christenen vervolgen en doden...
Om voor elkaar (maar niet voor de Romeinen!) herkenbaar te zijn, gebruikten christenen symbolen. Zo tekenden ze bijvoorbeeld een ichthus (vis) in het zand om hun geloof aan andere christenen kenbaar te maken. Als er dan een Romein in de buurt was, konden ze het symbool weer eenvoudig wissen.
Hoewel de naam ichthus, vis betekent, is het ook een afkorting van de eerste letters van: Jezus Christus, Gods zoon, (en / de) Redder, in het Grieks.

Slide 15 - Tekstslide

Welke christelijke symbolen zie je in het logo?

Slide 16 - Woordweb

Bron 2 Eén van de vele sarcofagen (stenen doodskisten) met christelijke symbolen uit omstreeks 350, gevonden in een van de ondergrondse begraafplaatsen van Rome.

Slide 17 - Tekstslide

protestantse kerk
katholieke kerk

Slide 18 - Tekstslide

Bespreken opdracht 6 pag. 12

Slide 19 - Tekstslide

Bespreken opdracht 7 pag. 14

Slide 20 - Tekstslide


Constantijn de Grote


  • Christenen zijn ruim 3 eeuwen vervolgd in het Romeinse Rijk. 
  • Door Constantijn de Grote komt daar een einde aan:  kort voor een veldslag zou hij in een visioen een teken hebben gezien met daarbij geschreven de woorden dat de god van de christenen hem de zege belooft. 
  • Hij won de veldslag en werd christen...

Constantijn de Grote ziet een christelijk teken. Gravure uit de 17e eeuw.

Slide 21 - Tekstslide


Constantijn de Grote


  • Christenen zijn ruim 3 eeuwen vervolgd in het Romeinse Rijk. 
  • Door Constantijn de Grote komt daar een einde aan:  kort voor een veldslag zou hij in een visioen een teken hebben gezien met daarbij geschreven de woorden dat de god van de christenen hem de zege belooft. 
  • Hij won de veldslag en werd christen...

Constantijn de Grote ziet een christelijk teken. Gravure uit de 17e eeuw.

Slide 22 - Tekstslide





  • ...vermoedelijk was de werkelijkheid iets anders: er braken steeds meer rellen uit tussen christenen en Romeinen. 

  • Constantijn bedacht de oplossing: godsdienstvrijheid voor de christenen. 
  • Hij werd zelf pas christen vlak vóór zijn dood.

Een standbeeld van Constantijn de Grote, of eigenlijk Flavius Valerius Aurelius Constantinus. De naam 'de Grote' heeft niets te maken met zijn lengte of het feit dat hij een goede keizer was. Het is een titel die de christelijke kerk aan hem heeft gegeven voor zijn bijdrage aan het christendom.

Slide 23 - Tekstslide

Hoe komt het dat vooral arme mensen christen werden?
A
De christenen zorgden ervoor dat arme mensen omgekocht werden. Als zij christen zouden worden, kregen ze een groot geldbedrag.
B
Rijke mensen hadden een betere opleiding gehad. Daarom geloofden ze de dingen die de christenen vertelden, niet zo makkelijk.
C
Christenen hielpen elkaar. Als er één ziek werd of in de problemen kwam, hielpen de anderen hem.
D
Christenen geloven dat je in de hemel komt als je goed geleefd hebt. Arme mensen hadden een zwaar leven. Zij vonden het fijn dat er na de dood een prettiger leven zou komen.

Slide 24 - Quizvraag

Welke gebeurtenis is het langst geleden?
A
Het christendom is staatsgodsdienst.
B
Het is verboden om christen te zijn. Iedereen die christen is, kan zwaar gestraft worden.
C
De Romeinse keizer Constantijn wordt christen. Het christendom is niet meer verboden.
D
Ondanks het gevaar worden steeds meer mensen christen.

Slide 25 - Quizvraag

Welke gebeurtenis is het minst lang geleden?
A
Het christendom is staatsgodsdienst.
B
Het is verboden om christen te zijn. Iedereen die christen is, kan zwaar gestraft worden.
C
De Romeinse keizer Constantijn wordt christen. Het christendom is niet meer verboden.
D
Ondanks het gevaar worden steeds meer mensen christen.

Slide 26 - Quizvraag

Vanaf het jaar 312 mochten christenen niet meer vervolgd worden. Maar ook vóór die tijd groeide het christendom snel: steeds meer mensen werden christen. Geef daar drie redenen voor.

Slide 27 - Open vraag

Deze foto is gemaakt in een .....
A
katholieke kerk
B
protestantse kerk

Slide 28 - Quizvraag

waarom dragen mensen een kruisje?
A
het kruis betekent overwinning op de dood en verdriet
B
omdat dit moet als je naar de kerk gaat
C
omdat ze dit stoer vinden
D
Omdat dit het oudste christelijke symbool is

Slide 29 - Quizvraag

Bij welke wereldgodsdienst hoort dit symbool?
A
Jodendom
B
Christendom
C
Hindoeïsme
D
Islam

Slide 30 - Quizvraag

Welke gebeurtenis is het langst geleden?
A
Het christendom is staatsgodsdienst.
B
Het is verboden om christen te zijn. Iedereen die christen is, kan zwaar gestraft worden.
C
De Romeinse keizer Constantijn wordt christen. Het christendom is niet meer verboden.
D
Ondanks het gevaar worden steeds meer mensen christen.

Slide 31 - Quizvraag

waar kwamen de volgelingen van Jezus samen?
A
in een kerkgebouw dat ze samen bouwden
B
in de huizen van de volgelingen
C
bij de plek waar Jezus gestorven was
D
in de tempel

Slide 32 - Quizvraag

Welke gebeurtenis is het minst lang geleden?
A
Het christendom is staatsgodsdienst.
B
Het is verboden om christen te zijn.
C
De Romeinse keizer Constantijn wordt christen.
D
Ondanks het gevaar worden steeds meer mensen christen.

Slide 33 - Quizvraag

Waarom zijn er zoveel verschillende kerken?

Slide 34 - Open vraag

Welke twee Griekse letters zie je in het Christus Monogram?

Slide 35 - Open vraag

Huiswerk 11-9-2020
Het huiswerk voor de les van vrijdag 11 september 2020 is het volgende:
- lezen pagina's 15 tot en met 19 (hoofdstuk 2)
- maken de opdrachten 1 & 2 van het werkboek

Slide 36 - Tekstslide

Sacramenten
  • Sacramenten zijn christelijke rituelen bij belangrijke momenten in het leven;
  • "Sacrament" komt uit het Latijn (sacer) en betekent "heilig";
  • Symbolen spelen een belangrijke rol bij sacramenten;
  • Sacramenten maken het voor gelovigen mogelijk God te ervaren en te ontmoeten;
  • De protestantse kerk kent 2 sacramenten, de katholieke kerk kent er 7.

Slide 37 - Tekstslide

Begrippen uit deze les

  • polytheïsme
  • monotheïsme
  • christendom
  • Christus/Messias
  • catacomben
  • vervolgen
  • staatsgodsdienst

Slide 38 - Tekstslide

Personen uit deze les

  • Jezus van Nazareth
  • Nero
  • Constantijn de Grote
  • Theodosius I de Grote

Slide 39 - Tekstslide

Jaartallen uit deze les

  • 63 v. Chr.: Romeinen veroveren de streek Palastina
  • 30 n. Chr. Jezus wordt door de Romeinen gekruisigd
  • 312: Constantijn de Grote staat het christendom toe
  • 380: het christendom wordt staatsgodsdienst onder Theodosius

Slide 40 - Tekstslide

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd

Slide 41 - Open vraag

Stel 1 vraag over iets dat je deze les nog niet zo goed hebt begrepen

Slide 42 - Open vraag