les 3 Gewichten

Les 3 Gewichten
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
RekenenMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 20 min

Onderdelen in deze les

Les 3 Gewichten

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoel
Je kunt rekenen met gewichten
- het schatten ervan
- precies rekenen
-  bronnen aflezen

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

maten omrekenen
Kies de goede volgorde van de eenheden van gewicht.
timer
1:00
A
g - kg - mg - t
B
mg - g - kg - t
C
kg - t - mg - g
D
t - kg - mg - g

Slide 5 - Quizvraag

Andere eenheden voor gewicht
ton (1.000 kilogram)
pond (500 gram)
ons (100 gram)
Ton is een officiële maat die vaker voorkomt.
Pond en ons zijn oude eenheden.

Slide 6 - Tekstslide

Welk gewicht aan rozijnen is nodig voor 10 appeltaarten?
A
6 kg
B
0,6 kg
C
6000 mg
D
6000 g

Slide 7 - Quizvraag

Het meetinstrument van gewicht is
A
klok
B
meetlint
C
weegschaal
D
horloge

Slide 8 - Quizvraag

Het grootste gewicht is de ?
Gram
Decigram
Kilogram
Miligram
Hectogram

Slide 9 - Poll

Het gewicht van een tablet paracetamol is 0,5 gram.
A
juist
B
onjuist

Slide 10 - Quizvraag

Het gewicht van een smartphone is ongeveer 200 .....
A
mg
B
g
C
kg
D
ton

Slide 11 - Quizvraag

Het gemiddelde gewicht van een kat =
A
4 kg
B
40 mg
C
40 kg
D
40 dg

Slide 12 - Quizvraag

10 ton in gewicht (kg) is:
A
1000 kg
B
100000 kg
C
100 kg
D
10000 kg

Slide 13 - Quizvraag

In welk jaar was de toename van het gewicht van Esmee het grootst?
A
2013
B
2014
C
2016
D
2017

Slide 14 - Quizvraag

Welke gewichts-eenheid hoort bij dit voorwerp?
A
mg
B
g
C
kg
D
t

Slide 15 - Quizvraag

Het gewicht van een olifant is ongeveer:
A
4 ton
B
400 hg
C
400.000 kg
D
4.000 kg

Slide 16 - Quizvraag

Je gebruikt een speciale weegschaal om het gewicht van je reiskoffer te meten. In welke gewichtseenheid zal deze weegschaal meten?
A
milligrammen
B
grammen
C
kilo's
D
tonnen

Slide 17 - Quizvraag

Een zak pepernoten van 1 kg wordt verdeeld over 20 kleine zakjes.
Welk gewicht aan pepernoten zit er in een zakje?
A
500 g
B
50 g
C
0,05 kg
D
een pond

Slide 18 - Quizvraag

Het omrekenen van lengte-, gewicht- en inhoudsmaten:
Ik kan dit makkelijk!
Ik kan het maar moet er wel over nadenken
Ik vind het nog lastig maar met hulp lukt het
Ik snap het nog niet zo goed en wil verder oefenen

Slide 19 - Poll