Democratie en Tolerantie

Hoeveel invloed heb jij thuis?
A
Ik ben de baas!
B
Geen!
C
Een beetje
D
We beslissen alles samen
1 / 16
volgende
Slide 1: Quizvraag
LevensbeschouwingMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Hoeveel invloed heb jij thuis?
A
Ik ben de baas!
B
Geen!
C
Een beetje
D
We beslissen alles samen

Slide 1 - Quizvraag

Hoeveel invloed heb jij op school?
A
Ik ben de baas!
B
Geen!
C
Een beetje
D
Te weinig

Slide 2 - Quizvraag

Hoofdwaarden in NL
Vorige les: vrijheid & gelijkheid
Vandaag: democratie & tolerantie

Hoe? Uitleg, quiz, filmpje, casus

Slide 3 - Tekstslide

Bij democratie geldt: de meeste stemmen gelden
A
Ja
B
Nee

Slide 4 - Quizvraag

Bij democratie geldt heeft iedereen evenveel macht
A
Ja
B
Nee

Slide 5 - Quizvraag

Democratie
  • demos = volk | cratie = macht / heersen
  • alle mensen hebben invloed
  • de meerderheid houdt rekening met wat belangrijk is voor de minderheid
  • vertegenwoordigers (politici, leerlingenraad, commissielid etc.)

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Als uitje met de klas ga ik het liefst
A
uitgebreide lunch
B
film kijken
C
sportdag
D
escaperoom

Slide 8 - Quizvraag

Geef 1 argument waarom jij niet op dit uitje wil/kan

Slide 9 - Open vraag

Rekening houdend met de minderheid, ga ik het liefst
A
uitgebreide lunch
B
film kijken
C
sportdag
D
escaperoom

Slide 10 - Quizvraag

Tolerantie
  • Respect hebben voor meningen die anders zijn dan je eigen mening (verdraagzaamheid)
  • Houdt op wanneer één van de andere hoofdwaarden wordt ontkend
  • Anders dan onverschilligheid (= "boeien", "kan me niks schelen"

Slide 11 - Tekstslide

"ik vind Minecraft stom" zegt Bo, terwijl jij het leuk vindt. "Waarom?" vraag je
A
Tolerant
B
Onverschillig

Slide 12 - Quizvraag

"Marokkanen moeten naar hun eigen land" zegt Bo. Je haalt je schouders op
A
Tolerant
B
Onverschillig

Slide 13 - Quizvraag

Casus: "ik wil gewoon kok worden"
  • Bekijk het toneelstukje
  • Bespreek de casus na in tweetallen en gebruik de volgende begrippen: waardenconflict - waarde(n) - deugd - gouden regel - vrijheid (van/tot) - dapperheid - overmoed - norm - macht - (in)tolerant (blz. 51 & 61)

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Link

Hoe vond je de les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 16 - Poll