Geef 1 argument waarom jij niet op dit uitje wil/kan
Slide 9 - Open vraag
Rekening houdend met de minderheid, ga ik het liefst
A
uitgebreide lunch
B
film kijken
C
sportdag
D
escaperoom
Slide 10 - Quizvraag
Tolerantie
Respect hebben voor meningen die anders zijn dan je eigen mening (verdraagzaamheid)
Houdt op wanneer één van de andere hoofdwaarden wordt ontkend
Anders dan onverschilligheid (= "boeien", "kan me niks schelen"
Slide 11 - Tekstslide
"ik vind Minecraft stom" zegt Bo, terwijl jij het leuk vindt. "Waarom?" vraag je
A
Tolerant
B
Onverschillig
Slide 12 - Quizvraag
"Marokkanen moeten naar hun eigen land" zegt Bo. Je haalt je schouders op
A
Tolerant
B
Onverschillig
Slide 13 - Quizvraag
Casus: "ik wil gewoon kok worden"
Bekijk het toneelstukje
Bespreek de casus na in tweetallen en gebruik de volgende begrippen: waardenconflict - waarde(n) - deugd - gouden regel - vrijheid (van/tot) - dapperheid - overmoed - norm - macht - (in)tolerant(blz. 51 & 61)