Jeudi 28-01-21 klas NA2B/NH2B

Programme aujourd'hui 
Ga naar lessonup.app
-  Introduction
- Vocabulaire-overhoring 
- Instruction bron G (werkwoord pouvoir) 
- Zelfstandig werken (zie planner) 
- Fin du cours (lesafsluiting) 

But du cours (lesdoel): Ik weet hoe ik het werkwoord pouvoir (kunnen/mogen) kan gebruiken. 
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Programme aujourd'hui 
Ga naar lessonup.app
-  Introduction
- Vocabulaire-overhoring 
- Instruction bron G (werkwoord pouvoir) 
- Zelfstandig werken (zie planner) 
- Fin du cours (lesafsluiting) 

But du cours (lesdoel): Ik weet hoe ik het werkwoord pouvoir (kunnen/mogen) kan gebruiken. 

Slide 1 - Tekstslide

Vertaal: Ça va bien?
A
Eet je goed?
B
Sport je veel?
C
Ja, een klein beetje
D
Gaat het goed?

Slide 2 - Quizvraag

Vertaal: bon pour la santé
A
gezond
B
ongezond

Slide 3 - Quizvraag

Vertaal: Doe je aan sport?
A
Tu manges beaucoup?
B
Tu es en forme?
C
Tu fais du sport?

Slide 4 - Quizvraag

Question: Welke twee betekenissen heeft pouvoir?

Slide 5 - Open vraag

Werkwoord pouvoir (kunnen/mogen) 
- In het Frans gebruik je voor 'kunnen' en 'mogen' hetzelfde werkwoord: pouvoir 
- Dit werkwoord is onregelmatig. je moet het leren in de présent en de passé composé. 

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Werkwoord pouvoir (kunnen/mogen) 
Je peux aller aux toilettes s'il vous plaît? 
Mag ik alstublieft naar het toilet gaan? 

Ils peuvent manger le chocolat. 
Zij mogen de chocola opeten. 

Elle a pu finir ses devoirs. 
Zij heeft haar huiswerk af kunnen maken. 

Slide 8 - Tekstslide

Vous (pouvoir, passé composé) ___________ trouver le camping?
A
ai pu
B
as pu
C
avez pu
D
avons pu

Slide 9 - Quizvraag

Zelfstandig werken 
NA2B: WB Hfd.2 Opdrachten 17a-18-19ab-20-21-22acd (p.61-62-63-64-65)

NH2B: WB Hfd.2 Opdrachten 17a-18-19a+b-20-25c-d-e-f (p.60-61-63-67-68)

Slide 10 - Tekstslide