6. Stap 1 tot en met 11 nevelmethode // sterk

Nevel refractie
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
OptiekMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 18 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Nevel refractie

Slide 1 - Tekstslide

Let op!
Volgende week 2e tussentijdse toets!

Slide 2 - Tekstslide

Stappen nevelrefractie // zwak
  1. Bepaling visus.
  2. Sferische correctie // hoogste glas + hoogste visus. 
  3. Nevelen.
  4. 1e nevelcontrole.
  5. Voorkeursrichting bepalen met de stralenkrans.
  6. Brandlijncontrole.
  7. 2e nevelcontrole.
  8. Astigmatisme controleren.
  9. 3e nevelcontrole.
  10. Nevelglas uitrefractioneren.
  11. Rood-groenproef.

Slide 3 - Tekstslide

Stappen nevelrefractie // sterk
  1. Bepaling visus.
  2. Sferische correctie // hoogste glas + hoogste visus. 
  3. Voorkeursrichting bepalen met de stralenkrans.
  4. Brandlijncontrole met S +1,00, S +2,00 en S +3,00.
  5. Vlijen.
  6. Nevelen.
  7. Eerste nevelcontrole.
  8. Astigmatisme corrigeren.
  9. Tweede nevelcontrole.
  10. Nevelglas uitrefractioneren.
  11. Rood-groen proef.

Slide 4 - Tekstslide

Stappen sterk astigmatisme
  1. Beginvisus bepalen.
  2. Sferische correctie // hg + hv.

  • Visus lager dan 0,6; dan stappenplan sterk astigmatisme. 

Let op:
Stappen sterk astigmatisme mag je altijd toepassen; ook als de visus hoger is dan 0.6.
Stappen sterk astigmatisme kan alleen als de visus hoger is dan 0.6.

Slide 5 - Tekstslide

Stappen sterk astigmatisme
3. Voorkeursrichting bepalen op de stralenkrans.

  • Dit is hetzelfde als bij zwak astigmatisme.
  • Let op het pijlfiguur; beide poten van de pijl moeten even zwart zijn.

Slide 6 - Tekstslide

Stappen sterk astigmatisme
4. Brandlijncontrole met S +1,00, S +2,00 en S +3,00.

Je onderzoekt of beide brandlijnen in genevelde toestand voor het netvlies liggen.
zijn we met de juiste (achterste) brandlijn bezig?

voorbeeld in brandlijnenschema.

Slide 7 - Tekstslide

Stappen sterk astigmatisme
De volgende 3 vragen moet je stellen tijdens de brandlijncontrole:

1. Wat gebeurt met de gehele stralenkrans bij het voorhouden van dit glas?
  • juiste antwoord = in zijn geheel slechter.

2. Welke streep is het zwartst?
  • juiste antwoord = nog steeds dezelfde streep als hiervoor.

3. Wat is gebeurt met de voorkeursrichting, wordt deze zwarter of waziger?
  • juiste antwoord = grijzer/waziger

Slide 8 - Tekstslide

Stappen sterk astigmatisme
Ander antwoord?
  • hoogste glas + hoogste visus is niet correct!

>> ga terug naar stap 2; hoogste glas + hoogste visus.
>> blijf op de stralenkrans; start met de sterkte wat in de pasbril zit (sferische sterkte +                            nevelglas).

Omslag = je was met de voorste brandlijn aan het meten.
>> plaats het glas van de brandlijncontrole.
>> bepaal opnieuw de voorkeursrichting.
>> ga terug naar stap 2; hoogste glas + hoogste visus (op de stralenkrans).

Slide 9 - Tekstslide

Stappen sterk astigmatisme
Sferische correctie (hg + hv) op de stralenkrans:
  • achterste brandlijn moet naar het netvlies worden gebracht.

>> laat de klant alleen naar de voorkeursrichting/zwarte streep kijken.
>> houdt S +0.25 voor; bij gelijk en zwarter = geven.
>> Eerste S +0.25 waziger? Niet geven; S -0.25 voorhouden.
>> S -0.25 zwarter = geven. Gelijk en grijzer/waziger = niet geven.


Slide 10 - Tekstslide

Stappen sterk astigmatisme
5. Vlijen.
Met S +0.25/S -0.25 breng je de achterste brandlijn op het netvlies.

>> Laat de klant naar de voorkeursrichting kijken.
>> S +0.25; geven bij gelijk en zwarter.
>> S -0.25; geven bij zwarter.

Je bepaalt 'hg + hv' op de stralenkrans.

Slide 11 - Tekstslide

Stappen sterk astigmatisme
6. Nevelen.
Je nevelt het oog met S +0.50.
  • de gehele stralenkrans moet waziger worden.


Wordt de stralenkrans niet waziger?
- accommodatie laat los; opnieuw vlijen.

Slide 12 - Tekstslide

Stappen sterk astigmatisme
7. Eerste nevelcontrole.
8. Astigmatisme corrigeren tot omslag.
9. Tweede nevelcontrole.
10. Nevelglas uitrefractioneren.
11. Rood-groen proef.

Slide 13 - Tekstslide

KC-fout & SF0D
Als je de cilinder in de pasbril plaatst, kan het gebeuren dat de as een paar graden verdraaid.
De as van de oogfoutcilinder komt dan niet overeen met de as van de correctiecilinder.

Hierdoor ontstaat een nieuwe oogfout; de brandlijnen komen in een andere richting en op een andere plaats te staan.

Slide 14 - Tekstslide

KC-fout & SF0D
Nieuwe voorkeur
Doordat de klant geneveld is, ligt één brandlijn dichter bij het netvlies dan de andere.
Er ontstaat een nieuwe voorkeursrichting.

De richting van de verdraaide voorkeur bepaalt in welke richting de cilinder gedraaid moet worden om de juiste cilinderas te krijgen.

Slide 15 - Tekstslide

KC-fout
De grote van de KC-fout kun je berekenen met de volgende formule:

KC = C x sin a

Hoek a = de hoek tussen de oogfoutcilinder en de foute cilinderas in de (pas)bril.

Slide 16 - Tekstslide

KC-fout
KC = C x sin a

Voorbeeld:
De benodigde correctie: S +0.75 = C -2.00 as 60.
De correctie in pasbril: S +1.25 = C -2.00 as 45.

KC = C x sin a
KC = 2 x sin 15
KC = 0,518 = ongeveer 0,50 dpt.

Slide 17 - Tekstslide

SF0D
Met een tekening waarin we de SF0D tekenen, kun je de stand van de nieuwe ontstane brandlijnen bereken.

  • SF0D = sferische nul doorsnede.
  • Precies tussen de as van de positieve oogfoutcilinder en de as van de negatieve correctiecilinder bevindt zich de sferische nul doorsnede.
  • De oogfoutcilinder wordt bepaald door de benodigde sterkte.
  • De oogfout zet je altijd in een C +as.
  • De correctiecilinder is de cilinder in de pasbril en deze staat altijd in de een C -as.
SF0D tekenen

Slide 18 - Tekstslide