1.12: Geld op je OV zetten

1.12: Geld op je OV-chipkaart zetten

Aan het einde van de les kan je een tekst lezen over de OV-chipkaart.
Aan het einde van de les weet je hoe je geld op je OV kan zetten. 
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

1.12: Geld op je OV-chipkaart zetten

Aan het einde van de les kan je een tekst lezen over de OV-chipkaart.
Aan het einde van de les weet je hoe je geld op je OV kan zetten. 

Slide 1 - Tekstslide

Reis jij weleens met het OV? waarom wel/niet?

Slide 2 - Woordweb

Hoeveel betaal je voor het OV?

Slide 3 - Woordweb

Zelf lezen
Moeilijke woord? -> onderstreep!
timer
4:00

Slide 4 - Tekstslide

de manier
  • hoe je iets doet of hoe iets gebeurt
  • de manier -  de manieren
  • zin: Je kunt op verschillende manieren je veters strikken.
21

Slide 5 - Tekstslide

De kaart
Op een kaart staan altijd vaste onderdelen.

Slide 6 - Tekstslide

het scherm

Slide 7 - Tekstslide

             De rode knop            Op de rode knop drukken.

Slide 8 - Tekstslide

pinpas

Slide 9 - Tekstslide

veilig
als er niets met je kan gebeuren en er geen gevaar is




In mijn huis ben ik veilig.

Slide 10 - Tekstslide

opladen - geld op de OV-chipkaart zetten.


inchecken - dan mag je gaan reizen.

Slide 11 - Tekstslide

pincode
Ik typ de pincode van mijn bankrekening.

Let op: c = 'k'

Slide 12 - Tekstslide

ov chipkaart
inchecken 

Slide 13 - Tekstslide

Minimaal
Minimaal betekent het laagste mogelijke bedrag of hoeveelheid.

Slide 14 - Tekstslide

Wij lezen het verhaal.
Samen. 

Slide 15 - Tekstslide

de peuterspeelzaal

Slide 16 - Tekstslide

de basisschool

Slide 17 - Tekstslide