Spelling deel 2

huiswerk nabspreken 
Je leert over  zwakker en sterke werkwoorden 
startopdracht 
theorie 
Maak de online opdrachten bij spelling verder af

Hoe ging het? 
Doel behaald? 
kijk op het bord.
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

huiswerk nabspreken 
Je leert over  zwakker en sterke werkwoorden 
startopdracht 
theorie 
Maak de online opdrachten bij spelling verder af

Hoe ging het? 
Doel behaald? 
kijk op het bord.

Slide 1 - Tekstslide

Startopdracht
klassikaal 

Slide 2 - Tekstslide

Hoe vind je de persoonsvorm ook alweer? Je hebt 2 manieren geleerd.

Slide 3 - Open vraag

Wat is een persoonsvorm? Dit mag je uitleggen met een voorbeeld.

Slide 4 - Open vraag

Persoonsvorm
Een persoonsvorm is altijd een werkwoord. Maar hoe herken je een werkwoord?

Een werkwoord is vaak een woord dat je kunt doen of dat je overkomt. Je kunt een werkwoord ook vervoegen. Weet je nog wat dat is?

Slide 5 - Tekstslide

Een werkwoord vervoegen is:
(je mag een voorbeeld geven)

Slide 6 - Open vraag

Vervoegen
stam
ik-vorm
ik loop/word, loop/word je
stam + t
jij-vorm
je, jij loopt/wordt
stam + t
hij/zij-vorm
hij, zij, men, het loopt/wordt
infinitief/hele werkwoord
wij-vorm
wij, jullie lopen/worden

Slide 7 - Tekstslide

De vt van zwakke werkwoorden
Een van de werkwoorden in een zin is de persoonsvorm. Je gebruikt een persoonsvorm in de verleden tijd (vt) als iets al gebeurd is.

Bij de meeste werkwoorden maak je de verleden tijd door achter de ik-vorm -de(n) of -te(n) te zetten. Deze werkwoorden noem je zwakke werkwoorden.

Slide 8 - Tekstslide

PV van zwakke werkwoorden in de verleden tijd

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

't ex kofschip
De regel is dus:

1. Hele werkwoord - en
2. Zit de laatste letter in 't ex kofschip?
3. ja=t  en nee=d 

VB: durven-en=durv, de 'v' zit er niet in, 
        dus durfde(n)/gedurfd

LET OP!! DEZE REGEL GEBRUIK JE ALLEEN IN DE VT EN BIJ HET VD!!!

Slide 11 - Tekstslide

Oefenen werkwoorden in de vt
Geef steeds van de volgende werkwoorden de stam in de verleden tijd.

Laten we weer beginnen!

Slide 12 - Tekstslide

computeren
lachen
relaxen

Slide 13 - Open vraag

bekennen
verhuizen
durven

Slide 14 - Open vraag

Aan de slag

Maak de online opdrachten bij spelling verder af
timer
30:00

Slide 15 - Tekstslide

huiswerk
Je leert over het onderwerp in een zin
startopdracht 
theorie onderwerpen 
Maak de online opdrachten bij grammatica verder af
Kahoot quiz 
Hoe ging het? 
Doel behaald? 
kijk op het bord.

Slide 16 - Tekstslide