wk 48 2021 2022 2N

LES 1
timer
5:00
1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

LES 1
timer
5:00

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Terugblik
Tekstbegrip
Je hebt een tekst over de rellen rondom het 2G beleid gelezen of gelezen hoe de sprinkhaan door de EU is goedgekeurd als 'heerlijk' hapje. 

Spelling
Je hebt de 1-toets spelling gemaakt over blok 1 t/m 3. 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tekstbegrip
  •  Je gaat zelf een tekst kiezen bij een gekozen onderwerp
  • De inhoud van deze tekst vertel je aan je klasgenoot naast je. 
  • De inhoud van de tekst ga je verwerken in een gedichtje. 

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voor het lezen
Kies in tweetallen een onderwerp (kijk eventueel op nu.nl of wat jullie gezamenlijke interesse is).

Heb je een onderwerp? 

Je gaat op zoek naar een tekst over dit onderwerp. Je mag niet dezelfde tekst hebben als diegene naast je. Help elkaar dus een beetje.  Je kunt pas starten als ieder een eigen tekst heeft. 

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tijdens het lezen

Lees jouw tekst en maak eventueel aantekeningen die jou straks gaan helpen de tekst na te vertellen aan je klasgenoot. 

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Na het lezen

Je gaat een gedichtje schrijven bij jullie gekozen tekstonderwerp.  Je mag dit zelf invullen (dichtrijm mag je zelf bedenken). Als je hulp nodig hebt, kun je ook gebruikmaken van een Haiku (zie regels in de volgende 2 dia's).

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

een - man - met - rood - haar

zet - streep - jes - in - zijn - ge - zicht

op - een - doek - vol - kleur

Slide 7 - Tekstslide

Bespreek vervolgens de opbouw van het gedicht: drie regels, met lettergrepenschema 5 - 7 - 5. Vertel dat het bij haiku's gaat het om het aantal lettergrepen, niet om het aantal woorden. Sta eventueel nog even stil bij het afbreken van woorden, en hoe iets soms anders kan klinken dan je het meestal schrijft: 'stree - pjes' vs. 'streep - jes'.
Een haiku schrijven
Een haiku bestaat dus uit: drie regels, met lettergrepenschema
5
7
5

Schrijf nu zelf een haiku bij het tekstonderwerp.

Slide 8 - Tekstslide

Toon deze samenvatting even kort alvorens naar het volgende voorbeeld te gaan. Is de klas al bekend met haiku's, dan is dit een goed moment om afwijkende lettergrepenschema's (zie: VOORBEREIDING - differentiatie) te introduceren. Met de schrijftool onderaan de pagina kunnen de cijfers worden doorgestreept en aangepast.
Spelling
Je leert wat samentrekkingen zijn en gaat hiermee oefenen.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat valt je op?
De boekwinkel houdt zich bezig met de inkoop van boeken en de met de verkoop van boeken. In de winkel staan veel nieuwe boeken, maar ook veel oude boeken of zelfs gebruikte boeken. In de herfstvakantie, kerstvakantie en voorjaarsvakantie heeft deze boekwinkel een uitverkoop. 

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Samentrekkingen
Je laat een woord of een deel van een woord weg omdat dit twee keer achter elkaar voorkomt.

Regel:
Compleet woord weglaten: niets doen
Deel van een woord weglaten: zet ipv dit woord een -

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Even oefenen. Kan ik onderstaande voorbeelden samentrekken? Zo ja, hoe?

de grote stoelen en kleine stoelen
de import en export van producten
op grote en kleine schaal verkopen
veertien jarigen tot vijftien jarigen
trouwplannen en trouwlocaties



Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Individuele opdracht

2hv:maken opdracht 5 op blz. 179

2vwo: maken opdracht 5 op blz. 194 en 195

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

LES 2
timer
5:00

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tekstbegrip
  • Je leert de inhoud van een tekst vast te leggen door middel van enkele inhoudelijke vragen. 

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voor het lezen
Wat weet je over deze foto? 

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tijdens het lezen
Lees de tekst en beantwoord de onderstaande vragen. Moeilijke woorden onderstreep je, maar zoek je nog niet op. 
  1. Welk nieuwsfeit was de aanleiding voor het schrijven van deze tekst?
  2. Hoe verliep ‘operatie Lekbrug’? Welke stappen zijn er achtereenvolgens gezet?
  3. Waarom zijn er nog verdere werkzaamheden, nu de boogbrug weg is?
  4. In dit tekstdeel staat in regel 24-25 ’Voor velen was dit een afscheid met een traan.’ Wat wordt hierna beschreven?
  5. Waarom is de oude Lekbrug gebouwd? En waarom zijn later de Jan Blankenbrug en de tweede Jan Blankenbrug gebouwd?
  6. Welke vier redenen staan genoemd voor het verwijderen van de boogbrug? 

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Na het lezen
Je gaat een samenvatting typen bij deze tekst. Welke alinea hoef je niet op te nemen in de samenvatting denk je? 

Gebruik minimaal 120 en maximaal 180 woorden. 

Tip: Verwerk ook enkele antwoorden van dia 5 in je samenvatting. 

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Spelling
Je weet na deze les de regels bij de tussenletter in samenstellingen. 

In de volgende  dia's worden de regels nog eens kort herhaald. Tussendoor oefenen we met de regels. 

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tussenletters in samenstellingen

Samenstelling: twee of meerdere  woorden aan elkaar geplakt. 
Soms heb je een tussenletter nodig.



  • -s toevoegen als je:
    In de samenstelling ook –s hoort.
    Let op: als je de –s niet hoort, kun je het tweede deel van het woord vervangen die een woord dat niet met een s-klank begint. Je schrijft een tussen-s als je dan de –s hoort (stationschef --> stationsklok).

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

ambassadeur + woning
A
met tussen-s
B
zonder tussen-s

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

bedrijf + spionage
A
met tussen-s
B
zonder tussen-s

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

verzekering + polis
A
met tussen-s
B
zonder tussen-s

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

hardloop + schoenen
A
met tussen-s
B
zonder tussen-s

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Tussenletters in samenstellingen
Samenstelling: twee of meerdere woorden aan elkaar geplakt. 
Soms heb je een tussenletter nodig.

  • -en toevoegen als je:
    Als het eerste deel van de samenstelling een zelfstandig naamwoord is dat alleen een meervoud op –en heeft (berenpoot).

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Uitzonderingen op -(e)n regel:
Geen -(e)n wanneer het eerste deel:
  • geen mv heeft: benzinelucht
  • uniek is: zonnestraal
  • zowel een mv op -en als op -s heeft: groentesoep
  • geen ZN is: huilebalk
  • het tweede deel versterkt: apetrots
  • van een werkwoord komt: spinnewiel

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Beresterk of berensterk?
A
Beresterk
B
Berensterk

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Beresterk
Geen tussenletter als het eerste deel een bijvoeglijk naamwoord is --> 'bere' zegt iets over 'sterk'

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Brekebeen of brekenbeen?
A
Brekebeen
B
Brekenbeen

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Brekebeen
Geen tussenletter als het eerste deel van een werkwoord komt --> 'breke' komt van 'breken

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gerstebier of gerstenbier?
A
Gerstebier
B
Gerstenbier

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Gerstebier
Geen tussenletter als het eerste woord geen meervoud kent --> je kunt niet zeggen: twee gersten

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maneschijn of manenschijn?
A
Maneschijn
B
Manenschijn

Slide 33 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Maneschijn
Geen tussenletter als er maar één is van het eerste deel: we hebben maar één maan (of zon)

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Secondewijzer of Secondenwijzer?
A
Secondewijzer
B
Secondenwijzer

Slide 35 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Secondewijzer
Geen tussenletter als een woord twee meervoudsvormen kent --> 'secondes' en 'seconden' mag allebei

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stationchef of stationschef
A
Stationchef
B
Stationschef

Slide 37 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Stationschef
Als je de -s hoort, dan schrijf je hem ook --> stationsrestauratie

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ontwerp een toets voor een klasgenoot
Werk in Google documenten 
Bedenk bij iedere regel 2 vragen (dus minimaal 18). 
Zorg dat je zelf goed weet hoe je de samenstellingen moet spellen. 
Kies een klasgenoot naar wie je de toets gaat mailen/ de toets mee gaat delen. Geef hem/haar toestemming de antwoorden in het document te typen. 
Kijk het gemaakte werk van de ander na. Hoe heeft hij/zij het gedaan? 

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies