Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
4V par 1.4 Meetonzekerheid en significantie
Hoofdstuk 1.4
Meetonzekerheid en significantie
1 / 32
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Natuurkunde
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 4
In deze les zitten
32 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
50 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Hoofdstuk 1.4
Meetonzekerheid en significantie
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Meetonzekerheid
3 soorten fouten:
toevallige fout
systematische fout
afleesfout
Slide 3 - Tekstslide
toevallige fout
- willekeurige fout in apperaat
- op het verkeerde moment indrukken van bijv een stopwatch
Slide 4 - Tekstslide
systematische fout
bijv een stroommeter die constant 0,05 A te hoog aan geeft...
kun je vaak zien doordat 0 niet 0 is...
of een meetlat die verkeerd is gemaakt...
100 centimeter op de lat is eigenlijk 101 centimeter
Slide 5 - Tekstslide
afleesfout
fout in het aflezen doordat je er bijvoorbeeld niet recht voor staat...
Slide 6 - Tekstslide
regels aflezen (analoog)
aflezen op 1/10-deel van de maatverdeling
de 'fout' is ook 1/10 deel
Slide 7 - Tekstslide
voorbeeld aflezen
bijv op je geodriehoek:
de maatverdeling is in mm:
aflezen op 1/10-mm
de fout is 1/10-mm
voorbeeld uitkomst: 7,16±0,01 cm
Slide 8 - Tekstslide
Hoe lang is het plankje?
A
6,8±0,1 cm
B
7±1 cm
C
6,82±0,01 cm
D
6,8±0,01 cm
Slide 9 - Quizvraag
Hoeveel water zit er in deze maatcilinder?
A
5,0±0,1 ml
B
5,00±0,01 ml
C
4,8±0,1 ml
D
4,83±0,01 ml
Slide 10 - Quizvraag
Significantie
De significantie zegt iets over de nauwkeurigheid van de meting.
Omdat metingen nooit helemaal precies (kunnen) zijn, gaan we ook niet doen alsof en willen we graag weten hoe nauwkeurig het wel is.
Slide 11 - Tekstslide
Wat zegt meer over de nauwkeurigheid...
A
het aantal cijfers
B
het aantal cijfers achter de komma
Slide 12 - Quizvraag
regels voor significantie
Het aantal cijfers is belangrijk!
0-en vooraan tellen niet mee
0-en achteraan wel
telwaarden en constanten tellen niet mee,
alleen MEETWAARDEN
Slide 13 - Tekstslide
Uit hoeveel significante cijfers bestaat
34,5
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 14 - Quizvraag
Uit hoeveel significante cijfers bestaat
0,023
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 15 - Quizvraag
Uit hoeveel significante cijfers bestaat
56,00
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 16 - Quizvraag
Uit hoeveel significante cijfers bestaat
1,20
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 17 - Quizvraag
Uit hoeveel significante cijfers bestaat
2
,
3
⋅
1
0
3
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 18 - Quizvraag
Uit hoeveel significante cijfers bestaat
0
,
0
1
8
9
⋅
1
0
−
2
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 19 - Quizvraag
Uit hoeveel significante cijfers bestaat
1
,
5
0
⋅
1
0
1
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 20 - Quizvraag
Bijzondere gevallen
1/3 heeft een oneindige significantie, NOOIT breuken bij natuurkunde!
10^2 heeft geen significantie,
is nl. orde van grootte
Slide 21 - Tekstslide
Rekenen met significantie
Bij vermenigvuldigen en delen heeft het antwoord net zoveel significante cijfers als het kleinste aantal bij de meetwaarden.
Bijvoorbeeld:
2,5*4,78=11,95=12
2,5 bestaat uit 2 cijfers dus het antwoord ook afronden op 2 cijfers
Slide 22 - Tekstslide
reken uit met behoud van significantie:
3,4*2,1=
A
7
B
7,1
C
7,14
D
7,140
Slide 23 - Quizvraag
reken uit met behoud van significantie
12*56,4
A
676,8
B
677
C
6,768*10^2
D
6,8*10^2
Slide 24 - Quizvraag
reken uit met behoud van significantie
12,6/4,2
A
3
B
3,0
C
3,00
D
3,0000
Slide 25 - Quizvraag
rekenen met significantie II
Bij het optellen en aftrekken kijk je naar het aantal decimalen.
Het antwoord heeft net zoveel decimalen als de meetwaarde met het minst aantal decimalen.
bijvoorbeeld: 5,78+6,9=12,68=12,7 (1 decimaal)
Slide 26 - Tekstslide
reken uit met behoud van significantie
4,29+2,5=
A
6,7
B
6,8
C
6,79
D
6,80
Slide 27 - Quizvraag
reken uit met behoud van significantie
14,84+5,16
A
20
B
20,0
C
20,00
D
2,0*10^1
Slide 28 - Quizvraag
Let op!
Laatste vraag is lastig, maar belangrijk!
Eerst de opgave uitrekenen,
dan de juiste significantie,
dan eventueel in de wetenschappelijke notatie, maar niet meer de significantie veranderen!
Slide 29 - Tekstslide
Wetenschappelijke notatie
1 cijfer voor de komma, rest erachter
180 = 1,80.10ˆ2
0,960=9,60.10ˆ-1
Slide 30 - Tekstslide
reken uit met behoud van significantie en schrijf in wetenschappelijke notatie
14,84+5,16
A
2,0.10ˆ1
B
2,00.10ˆ1
C
2,000.10ˆ1
D
2*10^1
Slide 31 - Quizvraag
Maak alle opgaven van deze paragraaf
Slide 32 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
Meetonzekerheid en significantie
Juni 2020
- Les met
30 slides
Natuurkunde
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 4
Meetonzekerheid en significantie
September 2020
- Les met
29 slides
Natuurkunde
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 4
Meetonzekerheid en significantie
September 2020
- Les met
38 slides
Natuurkunde
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 4
4v les 3, par 1.4 Meetonzekerheid en significantie
Augustus 2023
- Les met
40 slides
Natuurkunde
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 4
afsluiting beweging
April 2024
- Les met
48 slides
Natuurkunde
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
Flexles 1 - vaardigheden
Augustus 2024
- Les met
24 slides
Natuurkunde
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
Meetonzekerheid en significantie
December 2022
- Les met
33 slides
Natuurkunde
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3,4
Significantie Havo3
September 2023
- Les met
40 slides
Natuurkunde
Middelbare school
havo
Leerjaar 3