Grieks woorden 17, 18 en 19

Wat betekent αγνοεω?
A
Dom zijn
B
Niet leren
C
Niet weten
D
Gestoord zijn
1 / 16
volgende
Slide 1: Quizvraag
GrieksMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen.

Onderdelen in deze les

Wat betekent αγνοεω?
A
Dom zijn
B
Niet leren
C
Niet weten
D
Gestoord zijn

Slide 1 - Quizvraag

Wat betekent ή στρατιά?
A
De oorlog
B
Het leger
C
De straat
D
Het wapen

Slide 2 - Quizvraag

Wat betekent αναγιγνώσκω?
A
Begrijpen
B
Meer begrijpen
C
Herkennen
D
Slimmer zijn

Slide 3 - Quizvraag

Wat betekent δραω?
A
Handelen
B
Toelaten
C
Maken
D
Tekenen

Slide 4 - Quizvraag

Wat betekent πειθώ?
A
Overtuigen
B
Pijn doen
C
De sterkste zijn
D
Discussiëren

Slide 5 - Quizvraag

Wat betekent ουδέν, (ουδενος)?
A
Iets
B
Iedereen
C
Niets
D
Niemand

Slide 6 - Quizvraag

Wat betekent ουδείς, (ουδενος)?
A
Iets
B
Iedereen
C
Niemand
D
Niets

Slide 7 - Quizvraag

Wat betekent εγελασα?
A
Aoristus van γελάω (Ik lachte)
B
Ik hou niet van de verleden tijd
C
Toestaan
D
Ik snap de aoristus niet

Slide 8 - Quizvraag

Wat betekent ό νόμος?
A
De leefstijl
B
Dichtbij
C
De wet
D
Het lot

Slide 9 - Quizvraag

Wat betekent βουλευω?
A
Vergaderen
B
Discussiëren
C
Zoeken
D
Beraadslagen

Slide 10 - Quizvraag

Wat betekent εστιώ?
A
Honger hebben
B
Eten
C
Verhongeren
D
Slapen

Slide 11 - Quizvraag

Wat betekent νέμω?
A
Oranje vis
B
Zwemmen
C
Trakteren
D
Toedelen

Slide 12 - Quizvraag

Wat betekent ταττω?
A
Dichtbij
B
Opstellen
C
Nadenken
D
Weggooien

Slide 13 - Quizvraag

Wat betekent θυω?
A
Klaarmaken
B
Eten
C
Bereiden
D
Offeren

Slide 14 - Quizvraag

Wat betekent διότι?
A
Omdat
B
Hierheen
C
Daarheen
D
Vanwege

Slide 15 - Quizvraag

Wat betekent λυπεω?
A
Klaarmaken
B
Overlopen
C
Pijn doen
D
Boeie

Slide 16 - Quizvraag