• Is ongemotiveerd
• Heeft een lage dunk van zijn eigen kunnen (wat betreft het bewegen)
• Toont weinig zelfvertrouwen (in bewegingssituaties)
• Gedraagt zich teruggetrokken of agressief
• Kan zich moeilijk uiten
• Ligt moeilijk in de groep
• Vaak naar de wc gaan
• Aan de kant gaan zitten
• Passieve houding/weigeringen
• Overdrijven/gek doen
• Agressief gedrag/conflicten oproepen
• Andere dingen doen
• Smoesje/blessures voorwenden