Les 2 - SVD

Les 2 - Svd
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
ICTMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Les 2 - Svd

Slide 1 - Tekstslide

Programma
  • Terugblik
  • Moeilijke woorden
  • Lesdoelen
  • Theorie (deels herhaling)
  • Opdracht (maken in groepjes)

Slide 2 - Tekstslide

Wat hadden wij vorige les gedaan?

Slide 3 - Open vraag

Terugblik [2]
  • Open je Word-bestand met aantekeningen
  • Heb je de volgende begrippen vorige week genoteerd (inclusief voorbeelden):
    - Incidenten / storingen
    - Serviceverzoeken / gebruikersvragen
    -  Change verzoek / change request

Slide 4 - Tekstslide

Moeilijke woorden
Escalatie / escaleren
Service Level Agreement (SLA)
Impact
Urgentie
Prioriteit

Slide 5 - Tekstslide

Lesdoelen
Na / tijdens deze les kan je:

  • Kan je de volgende begrippen in eigen woorden uitleggen: impact, urgentie en prioriteit
  • Kan je zelf voorbeelden bedenken bij de meldingen.
  • Heb je een eerste kennismaking gehad met TopDesk.

Slide 6 - Tekstslide

Soorten meldingen

Slide 7 - Tekstslide

Incidenten / storingen
  • Een ongeplande onderbreking van een ICT-service of vermindering van de kwaliteit van een ICT-service.
    => Hierdoor kan iemand niet, of slechts bewerkt doorwerken.

  • Voorbeelden: een kapot beeldscherm, of een server die crasht

  • Jouw verantwoordelijkheid: zo snel mogelijk oplossen zodat iemand verder kan werken.

Slide 8 - Tekstslide

Problemen (extra)
  • Een structurele oorzaak die zorgt voor incidenten / storingen.

  • Officiële term is : “Root Cause” of Wortel Oorzaak. 

  •  Het oplossen van de oorzaak zorgt er vaak voor dat de Incidenten / Storingen niet meer voorkomen.

Slide 9 - Tekstslide

Service verzoeken / gebruikersvragen
  • Een vraag of verzoek die geen storing is, het is misschien vervelend maar iemand kan gewoon werken.
    => Het is dus geen incident/storing!
    => Verlopen bovendien vaak volgens vaste procedure

Voorbeelden:
  •  Hoe stel ik een automatische handtekening in in Outlook.
  • Hoe zet ik ‘out of office’ aan in mijn Email? 

Slide 10 - Tekstslide

Service Level Agreement (SLA)
  • 
De overeenkomst waarin een klant en de dienstverlener hun afspraken vastleggen.
    => Het niveau (level) van de dienstverlening (service) 
  •  Dit document is een rechtsgeldig contract en mag niet zomaar worden aangepast!

  • Een leidinggevende is hier verantwoordelijk voor!

Slide 11 - Tekstslide

Voorbeelden die in SLA staan:
  • Hoe lang mag een melding open staan voordat hij opgelost moet worden?
  • Hoe snel moet een mail aan de Servicedesk beantwoord zijn?
  • Welke meldingen moet ik als eerste doen? (Prioriteit)
  • Mag ik deze melding zelf oplossen of moet iemand anders dat doen?

Slide 12 - Tekstslide

Bedenk zelf ook nog een voorbeeld voor de SLA:

Slide 13 - Open vraag

Change verzoek / change request
  • Niet iedereen in een bedrijf mag een Change verzoek indienen, altijd controleren in de Service Level Agreement (SLA) wie dat mogen!
    => Elke toevoeging, aanpassing, of verwijdering van alles dat effect heeft op onze ICT dienst”
Voorbeelden
  • Een nieuwe server in het netwerk, of het verwijderen er van.
  • Een nieuw programma in gebruik nemen, bijvoorbeeld Anti-Virus software.

Slide 14 - Tekstslide

Andere belangrijke termen

Slide 15 - Tekstslide

Impact
  • Impact: hoeveel mensen of systemen hebben last van deze melding.
  • Hoe hoger de impact , hoe meer mensen óf systemen er last van hebben.
  • Je keuzes in Servicedesk programma’s zijn vaak: Individu, Team, Afdeling, Organisatie.

Slide 16 - Tekstslide

Urgentie
  • Met 'urgentie' wordt aangegeven hoe dringend iets is.

    Mensen kunnen in dit geval:
  • Helemaal wel werken (lage urgentie)
  • Gedeeltelijk werken
  • Helemaal niet werken (hoge urgentie)

Slide 17 - Tekstslide

Prioriteit
  • Prioriteit: hoe belangrijk iets is
=> Dit hoef jij nooit zelf te bepalen, als jij netjes impact en urgentie invult, dan zal het systeem jou vertellen welke meldingen de hoogste of laagste prioriteit hebben. 

Je krijgt dan dus een uiterlijke datum (deadline) waarop de melding opgelost moet zijn.We weten dan meteen welke meldingen voorrang hebben!


Slide 18 - Tekstslide

Welke melding heeft de hoogste prioriteit?
A
Niemand krijgt verbinding met Eduroam.
B
Jan heeft koffie over zijn laptop gegooid.
C
Docenten ICT kunnen bestand op MS Teams niet meer terugvinden.
D
Printer op de tweede verdieping heeft geen papier meer.

Slide 19 - Quizvraag

Soorten ondersteuning

Slide 20 - Tekstslide

Servicedeskmedewerker
  • Een servicedeskmedewerker zorgt ervoor dat alle ICT-vragen en -problemen zo snel mogelijk worden opgelost en afgehandeld. 

  • Zo hoeft het werk niet stil te vallen en kunnen medewerkers snel weer door met hun werk!

Slide 21 - Tekstslide

Escalatie
  • Escalatie  vindt plaats wanneer problemen van klanten niet opgelost kunnen worden door een eerstelijns medewerker.
    => Iets doorzetten naar een andere medewerker/afdeling

  • Dit doe je omdat het lang duurt  voordat de melding is opgelost
     (prioriteit), of  omdat je de kennis / rechten niet hebt om het op te lossen.
  • Escalatie: het proces dat  meldingen een soort “super” status geeft. 
    => Meer mensen, meer hulp, meer kennis

Slide 22 - Tekstslide

Beschrijf het woord 'escalatie' zelf in één zin.

Slide 23 - Open vraag

Bedenk een melding waarbij men gedeeltelijk kan (door)werken.

Slide 24 - Open vraag

Ondersteuning  [1]

Slide 25 - Tekstslide

Bedenk een service verzoek of een gebruikersvraag die jij eerstelijns zou kunnen oplossen.

Slide 26 - Open vraag

Ondersteuning
[2]

Slide 27 - Tekstslide

Bedenk een melding die men tweedelijns zou kunnen oplossen.

Slide 28 - Open vraag

Slide 29 - Tekstslide