Les klas 3 : en route + Martinique

1 / 17
volgende
Slide 1: Video
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 6 videos.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Video

Les trésors de la Martinique

Slide 2 - Tekstslide

louer une maison
adorer l'hotel
être en vacances
faire du shopping à Amsterdam
faire très chaud
faire du surf
passer de bonnes vacances 

manger le poisson
avoir une maladie 
formidable, fantastique, génial, horrible etc.
avoir faim
être à la fête
avoir un mobil-home
faire du vélo
visiter un musée

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Slide 5 - Video

Slide 6 - Video

0

Slide 7 - Video

Bonjour
3H

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

programme
Voca
En route!
Les tâches

Slide 10 - Tekstslide

blaguer
le lit
sale
la vue
le déjeuner
le petit déjeuner
propre
le vêtement
schoon
grappen
maken
het ontbijt
de lunch
vies
het uitzicht
het kledingstuk
het bed

Slide 11 - Sleepvraag

Tâche: La Martinique
We gaan een rondje over het eiland Martinique doen. 
Open Thinglink. Daar zie je het eiland Martinique. 
Er zijn verschillende (bekende) punten te vinden waar toeristische trekpleisters zijn. 
Er is alleen een naam en een foto te zien als je op die punten klikt, de tekst gaan jullie zelf invullen.
In tweetallen kiezen jullie 3 plekken uit voor een meerdaagse excursie
Allereerst zoeken jullie algemene informatie op over die plek en vervolgens gaan jullie zelf een excursie in het Frans voorbereiden. 
In Thinglink zetten jullie alle informatie die nodig is voor de excursie 
(programma, prijs, wat te doen, aanbevelingen etc).
Uiteindelijk zullen bijna alle punten door jullie worden ingevuld!

Slide 12 - Tekstslide

Martinique
Jullie gaan nu de reis naar martinique voorbereiden. 

- Waar ga je heen?
- Met wie?
- Met welk vervoersmiddel?
- Hoelang duurt de reis?
- Waar overnacht je? (zoek een echte accomodatie in Martinique op!)
- Is het duur?
- Wat voor weer is het?

Slide 13 - Tekstslide

Tâche 3 Martinique
Décris tes vacances en Martinique. 
Utilise le passé composé avec avoir et être.
Réponds aux questions: Quoi? Quand? Où? Avec qui? Comment?
Écris au moins 15 phrases!


Denk ook aan de activiteiten die je hebt gedaan. Daar kun je meerdere zinnen over schrijven.
Dit is individueel, maar jullie plaatsen beiden het verhaal in je reisverslag!

Slide 14 - Tekstslide





blaguer
la vue
sale
propre
le déjeuner
le petit déjeuner
le lit
le vêtement

Slide 15 - Tekstslide

Les devoirs
(het huiswerk)
Terminez les 3 tâches.
 Faites bron F exercices 22, 23 & 25abc
Apprenez voca E & F à la page 125

Slide 16 - Tekstslide

Au revoir!

Slide 17 - Tekstslide