In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Onderdelen in deze les
Doel van de les
Je kunt omschrijven wat gedrag is
Slide 1 - Tekstslide
Gedrag
Alles wat een mens of dier doet is gedrag.
Gedrag bestaat uit handelingen die met elkaar samenhangen.
De handelingen hebben samen een doel.
Als de ene handeling leidt tot de volgende handeling hebben we het over gedragketens
Slide 2 - Tekstslide
Verschillende soorten prikkels
inwendige prikkels: honger als je lang niet gegeten hebt
uitwendige prikkels: je ruikt vers gebakken brood en dan krijg je trek in brood
Gedrag is een respons (reactie) op een prikkel
Slide 3 - Tekstslide
Hoe wordt gedrag bepaalt?
aangeleerd: je leert van anderen
aangeboren: gedrag dat door erfelijke factoren wordt bepaald
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Video
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
In de afbeelding zie je het gedrag van een jong eendje tijdens de laatste dagen in het ei en tijdens het uitkomen van het kuikentje. Bij 5 is een handeling van het kuikentje te zien.
A
waar
B
niet waar
Slide 10 - Quizvraag
Een eendenkuikentje wordt door een snoek in zijn poot gebeten. Het eendje begint daardoor hard te piepen.
A
het piepen wordt veroorzaakt door een inwendige prikkel
B
Het piepen is een respons
Slide 11 - Quizvraag
Zeeschildpadden leggen hun eieren op het strand. Ze graven een kuil in het zand, leggen er hun eieren in en dekken de eieren af met zand. Daarna gaan ze terug naar zee. Als de jongen uit de eieren komen, graven ze zich uit en kruipen naar zee, zoals in de afbeelding is te zien.
A
dit gedrag is erfelijk
B
dit gedrag is aangeleerd
Slide 12 - Quizvraag
Het gedrag dat bij 1 tot en met 6 is te zien, is alleen erfelijk bepaald.
A
waar
B
niet waar
Slide 13 - Quizvraag
Jongeren zijn even gevoelig voor de werking van alcohol als ouderen.