Reading & writing

Welcome back to class!
- Find a seat.
- Grab your workbook, notebook and pen. 
- Grab your reading book!
timer
1:00
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Welcome back to class!
- Find a seat.
- Grab your workbook, notebook and pen. 
- Grab your reading book!
timer
1:00

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Today's planning 11-12-2024
  • 10 min reading
  • lessongoals 
  • Reading strategies
  • Reading assignment 
  • Writing assignment

Lessongoal: At the end of class, you have practiced with your reading and writting skills and are ready for your test next week!


Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Reading 
timer
10:00

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lessongoals writing

Aan het einde van de les

- kan ik een gestructureerde tekst  schrijven met aandacht voor een duidelijke inleiding, middenstuk en conclusie. 
- ken ik de tips toepassen om een goede tekst te schrijven.
Lessongoals reading

Aan het einde van de les kan ik 

- op A2-niveau lezen en de hoofdlijnen, details en betekenis van nieuwe woorden begrijpen.
- strategien toepassen, zoals skimmen, scannen, en context gebruiken om moeilijke woorden te begrijpen.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Reading strategies

Slide 5 - Tekstslide

Voor het lezen
Probeer eerst een beeld te vormen van de tekst. Wat voor een type tekst is het? Is het bijvoorbeeld een brief, artikel of advertentie?
Kijk vervolgens naar de titel van de tekst en bedenk wat jij al van het onderwerp weet. Bekijk eventuele plaatjes of tussenkopjes. Ook is het handig om de opdracht / vragen die bij te tekst horen van te voren vast goed te bekijken.
Strategies
Skimming: Quickly read the text to get the main idea.
Scanning: Look for specific information (names, numbers, etc.).
Highlighting: Highlight important parts of the text as you read.
Context Clues: Use the words around an unknown word to guess its meaning.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

SKIMMEN
Voordat je een tekst gaat lezen en de vragen gaat beantwoorden moet je eerst de tekst bekijken. 

Je leest de titel en de tussenkopjes. Je bekijkt de plaatjes en de bron. Je leest de eerste zin van de eerste alinea en laatste zin van de laatste alinea. 

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

SCANNEN
Je moet zoeken naar bepaalde informatie. Als je dat gevonden hebt, hoef je de rest van de tekst niet te lezen. 

Bij vragen naar bepaalde informatie ga je scannen. Als de vraag bijvoorbeeld is hoeveel iets kost, dan ga je op zoek naar bedragen. 

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel kost het per dag om te parkeren? 

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel kost het per dag om te parkeren? 

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

WOORDBETEKENIS
  • Probeer de betekenis te raden door de hele zin goed te lezen 
  • Kijk of het woord lijkt op een Nederlands woord  
  • Kijk of je een deel van het woord wel kent 
  • Denk na of je het woord echt nodig hebt om antwoord op de vraag te geven
  • Zo ja, zoek het op in een woordenboek 

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De strategie
  1. Kijk of je het woord herkent uit het Nederlands. (of andere talen)
Sketch - Schets, Train - Trein, pizza..

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De strategie
  1. Kijk of je het woord herkent uit het Nederlands. (of andere talen)
Sketch - Schets, Train - Trein, pizza..
2. Vergeet de rest van de zin niet, context is belangrijk!
“The cat climbed the fence to get into the garden.” → The word fence must mean something the cat can climb.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De strategie
  1. Kijk of je het woord herkent uit het Nederlands. (of andere talen)
Sketch - Schets, Train - Trein, pizza..
2. Vergeet de rest van de zin niet, context is belangrijk!
“The cat climbed the fence to get into the garden.” → The word fence must mean something the cat can climb.
3.Kijk of je een deel van het woord herkent.   Bookstore - raincoat

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De strategie
  1. Kijk of je het woord herkent uit het Nederlands. (of andere talen)
Sketch - Schets, Train - Trein, pizza..
2. Vergeet de rest van de zin niet, context is belangrijk!
“The cat climbed the fence to get into the garden.” → The word fence must mean something the cat can climb.
3.Kijk of je een deel van het woord herkent.   Bookstore - raincoat
4. If none of the steps work, take your best guess based on the text!
“The dog was very playful and kept running around the park.” Even if you don’t know playful, the sentence shows it means something active and fun.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Raad de betekenis van murky, met de strategie:

After the rain, the river was murky; in fact, the water was so dirty you couldn't see the bottom.
A
troebel
B
bodemloos
C
helder

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Raad de betekenis van eccentric, gebruik de strategie:

Our football team’s goal keeper does eccentric things; he never wears socks and he always kicks the ball exactly thirteen times as a warm-up.

A
normale
B
vreemde
C
rommelige

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Raad de betekenis van debris, met de strategie:

The debris on the stadium floor included old tickets, empty soda cans and cigarettes.

A
producten
B
papier
C
afval

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Raad de betekenis van frugal, gebruik de strategie:

The man and his wife agreed to be very frugal in their shopping because they wanted to save enough money to buy a house.

A
zuinig
B
verspillend
C
geïnteresseerd

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Als je een Engels woord niet kent, ga je het meteen opzoeken in het woordenboek.

A
juist
B
onjuist

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Reading assignment
THE MAN WITH THE MOST WORLD RECORDS
What? Read the text, use the strategies, answer the questions. 
How? Alone, silent.
Done? What reading strategies did you use? Write them down!
Time left?
- Expand Vocabulary: Choose 5-10 interesting words from the text. Translate them into Dutch and write a sentence in English using each word.
- Create Your Own Record: Imagine a funny or unique world record you would like to break. Write a short description explaining your idea.
- Summarize the Text: Write a short summary of the text in 50 words.
- Add New Questions: Create extra questions about the text and share them with a classmate to answer.


timer
15:00

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Answer Sheet ***
1. c     2. b      3. b       4. b
5. False     6. True     7. False     8.True
9. Omdat hij dacht dat alleen goede atleten in het Guinness Book of Records konden komen, en hij was geen goede sporter.
10. Hij trainde elke dag, mediteerde, en bleef proberen, zelfs nadat hij eerst faalde.
11. De langste afstand gelopen met een fiets op zijn kin. De langste afstand gefietst met een fles op zijn hoofd.
12. Kies iets dat je leuk vindt, oefen veel, en geef niet op. Hij zegt dat je geest je misschien vertelt dat iets onmogelijk is, maar dat is het niet.


Answer sheet *

1.  c)    2. b)      3. b)        4. c) 
5. False    6. True     7. True     8. True
9. His first world record was for doing the most jumping jacks in one hour.
10. Meditation helped Ashrita focus and believe in himself.
11. Running long distances while balancing a bottle on his head, and climbing mountains on stilts.
12. He advises people to choose something they love, enjoy the challenge, and work hard.



Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Writing 
Waar moeten we opletten tijdens het schrijven van een text?

Slide 25 - Tekstslide

waar moeten we opletten tijdens het schrijven van een text?

juiste tijd, capital letters, alles beantwoorden van de opdr, alineas gebruiken, begin middenstuk einde, signaalwoorden. 

Slide 26 - Video

Deze slide heeft geen instructies

My last holiday 
https://learnenglish.britishcouncil.org/skills/writing/a2-writing/my-last-holiday

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Writing about your holiday!
What? Write the text (or write an e-mail to your friend)
How? Alone, silent
Help? Use the tips and tricks on the worksheet! 
Done?
Draw Your Holiday: Create an illustration of your holiday story.
Plan Your Next Holiday: Write about where you’d like to go next and what you’d do there.




timer
15:00

Slide 28 - Tekstslide

Of peerteaching, verhalen wisselen en nakijken aan de hand van language tips. laat ze een tip en een top schrijven. 
Who would like to share their story?

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lessongoals
What did you learn about writing today?
Which reading strategy was most helpful for you?
What do you want to improve next time?

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies