4.5 Ontstaan van soorten en 4.6 Onderzoek evolutie

Evolutie - ontstaan nieuwe soorten
1 / 45
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 45 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Evolutie - ontstaan nieuwe soorten

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

4.5 Ontstaan van soorten
Lesdoel:
  •  Je kunt manieren van reproductieve isolatie uitleggen.
Belangrijke begrippen:
Reproductieve isolatie 
Allopatrische soortvorming
Eilandtheorie
Sympatrische soortvorming

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Planning
  • Herhalen belangrijke termen BS4
  • Startopdracht reproductieve isolatie
  • Keuze: interactieve uitleg verder volgen
    of zelfstandig werken
  • Afsluitende (quiz)vragen

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Soort
Gene flow
Micro-evolutie
Macro-evolutie
Genenpool
Organismen die onderling kunnen voortplanten en vruchtbare nakomelingen kunnen krijgen
Tussen twee populaties van dezelfde soort vindt uitwisseling van genen plaats
Verzameling van alle genen in een populatie
Verandering van allelfrequenties in een populatie 
Het ontstaan van nieuwe soorten

Slide 4 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies


Het ontstaan van soorten

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat denk je dat
reproductieve
isolatie inhoudt?

Slide 6 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Leesopdracht - 5 min
Zoek de antwoorden op deze vragen:
1. Wat wordt bedoeld met reproductieve isolatie?
2. Op welke 2 manieren kan reproductieve isolatie optreden in een populatie? Welke theorie wordt bij 

Vul je antwoorden straks in op de volgende dia.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1. Wat wordt bedoeld met reproductieve isolatie?
2. Op welke 2 manieren kan reproductieve isolatie
optreden in populaties? Welke theorie wordt bij
1 van de 2 uitgebreid beschreven?

timer
5:00

Slide 8 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Keuzemoment
Kies uit:
  • Interactieve uitleg verder volgen
  • Zelfstandig werken aan de opdrachten (zie studiewijzer)
Sluit de lessonUp nog niet af, 
straks afsluitende (quiz)vragen!

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Keuzemoment, ik ga:
De uitleg verder volgen
Zelfstandig werken

Slide 10 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Allopatrische soortvorming

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sympatrische soortvorming
  • Ander baltsgedrag                           Ander paringsseizoen       

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sympatrisch of allopatrisch?

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zelfstandig werken
Maken: basisstof 5, opdr 67-80

Vind je dit makkelijk?
Maak alleen 71, en 75 t/m 80
Vind je dit moeilijk? 
Maak eerst de kennisvragen 67 t/m 74, kijk deze na en ga dan verder. Vraag om hulp als je er niet uit komt.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het ontstaan van nieuwe soorten door een barrière is
A
Sympatrische soortvorming
B
Parametrische soortvorming
C
Geometrische soortvorming
D
Allopatrische soortvorming

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In de theorie van Darwin is evolutie de verklaring voor het ontstaan van soorten en daarmee is dat voor hem het uitgangspunt ter verklaring van de grote soortendiversiteit op aarde. Waardoor treedt volgens Darwin evolutie op?

Evolutie treedt volgens Darwin op doordat ….
A
.. in een populatie individuen zich voortdurend aanpassen aan veranderende milieuomstandigheden en vooral nieuwe kenmerken doorgeven aan hun nakomelingen.
B
.. verandering in het milieu de individuen in een populatie aanzet tot mutaties om te overleven; die mutaties worden dan doorgegeven aan hun nakomelingen.
C
.. in een populatie alléén sterke individuen overleven en deze dus ook gemiddeld sterke individuen zullen voortbrengen.
D
.. in een populatie vooral de best aan het milieu aangepaste individuen zich zullen voortplanten en deze gunstige eigenschappen steeds meer voorkomen in de volgende generaties

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Twee uitspraken over het ontstaan van nieuwe soorten:

Katrien zegt: Er is sprake van twee nieuwe soorten als twee groepen organismen niet meer in staat zijn onderling voort te planten
Marion zegt: Bij het ontstaan van nieuwe soorten is het belangrijk dat een groep organismen geïsoleerd raakt van een andere groep soortgenoten
Wie heeft gelijk?
A
Beide hebben gelijk
B
Geen van beide heeft gelijk
C
Alleen Katrien heeft gelijk
D
Alleen Marion heeft gelijk

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Ik kan manieren van reproductieve isolatie uitleggen en voorbeelden geven van allopatrische en sympatrische soortvorming.
010

Slide 21 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Wat is op jou van toepassing?
uitleg gevolgd en het lesdoel behaald
zelfstandig gewerkt en het lesdoel behaald
uitleg gevolgd maar lesdoel nog niet behaald
zelfstandig gewerkt maar lesdoel nog niet behaald

Slide 22 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Planning
  • Nog een keer! Herhalen belangrijke termen BS4
  • Interactieve uitleg eilandtheorie
  • Binas zoekopdracht
  • Korte uitleg basisstof 6
  • Zelfstandig werken

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Soort
Gene flow
Micro-evolutie
Macro-evolutie
Genenpool
Organismen die onderling kunnen voortplanten en vruchtbare nakomelingen kunnen krijgen
Tussen twee populaties van dezelfde soort vindt uitwisseling van genen plaats
Verzameling van alle genen in een populatie
Verandering van allelfrequenties in een populatie 
Het ontstaan van nieuwe soorten

Slide 24 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Paragraaf 1 Dierenwelzijn
Allopatrische soortvormen: Darwinvinken

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Eilandtheorie
Voorbeeld van allopatrische soortvorming 

Verschillende vinkensoorten op verschillende eilanden

De grootte van het eiland en de afstand tot het vaste land bepaalt de hoeveel soorten op een eiland



Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe groter het eiland hoe:
A
meer verschillende soorten
B
minder verschillende soorten

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe dichterbij het eiland
bij het vaste land hoe:
A
meer verschillende soorten
B
minder verschillende soorten

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Eilandtheorie
Hoe groter het eiland, hoe meer verschillenden soorten
(biodiversiteit)

Hoe verder het eiland van het veste land, hoe minder verschillende soorten

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Eilandtheorie
1965 Door Mac Arthur en Wilson verfijnd/uitgebreid:

Aantal soorten op een eiland (biodiversiteit)
wordt ook bepaald door
1. immigratie
2. extinctie (uitsterven)

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe dichterbij het eiland
bij het vaste land hoe:
A
meer immigratie
B
minder immigratie

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe groter het eiland hoe:
A
meer extinctie
B
minder extinctie

Slide 32 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Eilandtheorie
Hoe kleiner het eiland, hoe minder immigratie en hoe groter kans op extinctie

Hoe kleiner de afstand tot vaste land, hoe meer immigratie en minder extinctie

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Eilandtheorie
1965 Door Mac Arthur en Wilson verfijnd:

Aantal soorten op een eiland (biodiversiteit) wordt ook bepaald door
1. immigratie
2. extinctie (uitsterven)

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Eilandtheorie > model
De eilandtheorie wordt gebruikt als model om te voorspellen wat de grootte is van de biodiversiteit van geïsoleerde gebieden,
zoals eilanden, bergtoppen, meren en bossen.

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zoek op in je Binas:
1) Waar staat de Wet van Hardy-Weinberg?
2) Waar vind je de eilandtheorie? Wat geeft de rode lijn DS weer?
3) Waar staat de geologische tijdrekening?
4) Waar staat de endosymbiosetheorie?
timer
5:00

Slide 36 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

BINAS 93C

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

§4.6 Onderzoek naar evolutie
  • Welke dieren zijn met elkaar verwant en hoe herken je dat? 
  • Waarom lijken sommige dieren enigszins op elkaar, maar zijn ze helemaal niet verwant? 
  • Hoe maak je een stamboom en afstammingsdiagram (cladogram)? 
  • Welk onderzoek doet men naar verwantschap?

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Uit je hoofd. Wie weet het nog?
Wat is het verschil tussen analoge en homologe organen?

Slide 39 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Homologe (=zelfde oorsprong) organen,
ontstaan uit dezelfde grondvorm

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Analoge (=andere oorsprong) organen, kunnen dezelfde functie hebben, maar zijn niet ontstaan uit dezelfde grondvorm

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Rudimentaire organen
Gewervelde embryonale ontwikkeling

Slide 42 - Tekstslide

https://microbenotes.com/evolutionary-embryology/
Welke rudimentaire organen
heeft de mens?

Slide 43 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Palmaris
longus
Bij 10% van de mensen niet aanwezig

Slide 44 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zelfstandig werken
  • Maak basisstof 5 af
  • Maak van basisstof 6 opd. 85 t/m 94

  • Volgende week:
    stamboom/cladogram beter bekijken/herhalen
     en herhalen alle andere stof

Slide 45 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies