HA2: Kapitel 5: Modalverben herhaling

• Duits
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 2

Kapitel 5

Herhaling Modalverben

können, mögen, dürfen en wissen

+ werden

Doelen

Je kunt de werkwoorden dürfen, können, mögen en müssen vervoegen

Je kent de werkwoorden haben, sein, werden

Je kunt de werkwoorden haben, sein en werden vervoegen

Er (dürfen) ...... nicht in die Disko gehen

Ich (können) .... nicht mehr.

Meine Schwester (müssen) .... zum Arzt

Ihr (können) .... doch nicht zu spät kommen?

Sie (enk, mögen) ... keinen Blumenkohl

Das (können) .... du doch nicht machen!

Oefenen met vormen

Op de volgende site heb je 2 min de tijd om vormen van de werkwoorden in te vullen!

VIEL ERFOLG!

https:

werden

worden en zullen

het werkwoord 'werden'

ich

du

er/sie/es

wir

ihr

sie/Sie

werde

wirst

wird

werden

werdet

werden

welke 2 betekenissen heeft werden?

werden
Ihr ....... das jetzt sagen!

1. wird
2. werdet
3. werden
4. werde

werden
Du ........... morgen 10 oder?

1. werde
2. wirst
3. werdest
4. wird

Weil er immer gesund isst, ist Tom sehr groß ................... (werden)

Oefenen

Op de volgende site kun je oefenen met haben, sein en werden.

Vul de juiste pers vnw in + alle vormen van het werkwoord

https:

Evaluatie

Wat vind je nog lastig aan het vervoegen?