2M - week 41

2M - week 41
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

2M - week 41

Slide 1 - Tekstslide

Today's plan
- Study WORDS Unit 1
- Exercise: Comparisons

Slide 2 - Tekstslide





This week:
Unit 2: lesson 5 
ex:  2 t/m 8

Slide 4 - Tekstslide

Usain Bolt is sneller dan ik

Die auto is het duurst

2Mb is even leuk als 2Ma
 

Slide 5 - Tekstslide

Let op woorden die eindigen op een Y!

(medeklinker + y?  --> dan 'i' ipv 'y'

Slide 6 - Tekstslide

Degrees of comparison.

Slide 7 - Tekstslide

Vergrotende + overtreffende trap
klein - kleiner - kleinst(e)
small - smaller - smallest

groot - groter - grootst(e)
big - bigger - biggest

aardig - aardiger - aardigst(e)
nice - nicer - nicest

Comparative +

Superlative

Slide 8 - Tekstslide

Vergrotende trap:
+ER

Vaak wordt het woord gevolgd door THAN

Frank is taller than Rob.

The boys are faster than us.


Overtreffende trap:
+EST

Vaak komt er voor het woord THE te staan

Rob is the tallest boy I know.

That is the fastest car ever.

Slide 9 - Tekstslide

Maar bij langere woorden...

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Woorden van 2 of meer lettergrepen
krijgen GEEN -er of -est,
maar MORE of MOST ervoor!

I am smaller than Frank, but he is more intelligent than I am.

Jason is the sweetest baby I know, Jasmin is 
the most beautiful baby though.


Slide 12 - Tekstslide

Relative pronouns
as....as
NL --> net zo....als of niet zo....als

This coat is as soft as yours.

Op de toets staat met * of ** aangegeven als je as....as moet gebruiken.

Onregelmatige vormen
good - better - best
bad - worse - worst



Comparisons
Tekst

Slide 13 - Tekstslide

Usain Bolt is sneller dan ik

Die auto is het duurst

2Mb is even leuk als 2Ma
 
timer
3:00

Slide 14 - Tekstslide

Usain Bolt is faster than I am

That car is the most expensive

2Mb is as nice as 2Ma
 

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

My sister has a ___ room than I have.
A
big
B
bigger
C
biggest
D
more bigger

Slide 17 - Quizvraag

I drive ___ than my husband.
A
safelier
B
more safely
C
safliest
D
most safely

Slide 18 - Quizvraag

That group is _____ than the other group.
A
more serious
B
most serious
C
seriouser
D
seriousest

Slide 19 - Quizvraag

It is _____ than ever to find good football players.
A
more difficult
B
difficulter
C
most difficult
D
difficultest

Slide 20 - Quizvraag

The weather today is even ___
than yesterday.
A
badder
B
baddest
C
worse
D
worst

Slide 21 - Quizvraag

My dad is the ___ dad ever!
A
bestest
B
goodest
C
most good
D
best

Slide 22 - Quizvraag

Fill in the comparative or superlative:
She is ____ (happy) girl in the world

Slide 23 - Open vraag

Fill in the comparative and superlative:
He is ___(annoying) presenter

Slide 24 - Open vraag

Fill in the comparative and superlative:
She is ____ (cheerful) him

Slide 25 - Open vraag

Vergrotende + overtreffende trap
klein - kleiner - kleinst(e)
small - smaller - smallest

groot - groter - grootst(e)
big - bigger - biggest

aardig - aardiger - aardigst(e)
nice - nicer - nicest

Comparative +

Superlative

Slide 26 - Tekstslide

Vergrotende trap:
+ER

Vaak wordt het woord gevolgd door THAN

Frank is taller than Rob.

The boys are faster than us.


Overtreffende trap:
+EST

Vaak komt er voor het woord THE te staan

Rob is the tallest boy I know.

That is the fastest car ever.

Slide 27 - Tekstslide

Woorden van 2 of meer lettergrepen
krijgen GEEN -er of -est,
maar MORE of MOST ervoor!

I am smaller than Frank, but he is more intelligent than I am.

Jason is the sweetest baby I know, Jasmin is 
the most beautiful baby though.


Slide 28 - Tekstslide

Project Groups

Slide 29 - Tekstslide