Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Comparisons
Comparative:
+ ER
1 syllable
2 syllable ending in: -y, -le, -er, -ow
MORE
2 or more syllables
Often followed by:
THAN
A mouse is smaller than a rat.
Superlative:
+EST
1 syllable
2 syllable ending in: -y, -le, -er, -ow
MOST
2 or more syllables
THE
is often placed before a superlative.
That is the smallest mouse in the world.
1 / 28
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Engels
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 1-3
In deze les zitten
28 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
45 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Comparative:
+ ER
1 syllable
2 syllable ending in: -y, -le, -er, -ow
MORE
2 or more syllables
Often followed by:
THAN
A mouse is smaller than a rat.
Superlative:
+EST
1 syllable
2 syllable ending in: -y, -le, -er, -ow
MOST
2 or more syllables
THE
is often placed before a superlative.
That is the smallest mouse in the world.
Slide 1 - Tekstslide
Words with 2 syllables
Adjective ends in: -y, -le, -er, -ow:
Comparative = -er
Superlative = -est
simple- simpl
er
than - the simpl
est
funny - funn
ier
than - the most funn
iest
clever - clever
er
than - the clever
est
slow - slow
er
than - the slow
est
Slide 2 - Tekstslide
Comparative:
An elephant is bigger
than
a mouse.
The book was funnier
than
the movie.
His car was more expensive
than
my mobile phone.
Superlative:
That elephant is
the
biggest animal in the zoo.
That book was
the
funniest I've ever read.
He bought
the
most expensive car.
Slide 3 - Tekstslide
as ... as
as ... as
not as ... as
English is
as
important
as
Dutch.
Football is
not as
important
as
homework.
Slide 4 - Tekstslide
Welke moet je gebruiken?
Lees goed de zin en vertaal deze naar het Nederlands.
Ben je 2 dingen aan het vergelijken?
JA? --> comparative (vergrotende trap) OF as...as
NEE --> superlative (overtreffende trap)
Slide 5 - Tekstslide
JA! 2 dingen vergelijken
Als je 2 dingen gaat
vergelijken
dan kun je kiezen tussen 2 opties:
1. comparative (vergrotende trap)
2. as ... as
[In de zin staat dus duidelijk dat je 2 dingen vergelijkt.]
Slide 6 - Tekstslide
Comparative (vergrotende trap)
Je wilt een duidelijk verschil aangeven.
Iets is "beter dan" het andere.
Iets is "groter dan" het andere.
My house is
smaller than
his.
This test is
easier than
the other test.
as ... as
Je wilt aangeven dat iets hetzelfde is.
Iets is "net zo goed als" het andere.
Iets is "net zo groot als" het andere.
My house is
as small as
his house.
This test is
as easy as
the other test.
Signaalwoorden: just + same
Slide 7 - Tekstslide
JA! Een vergelijking
Gebruik je een vergrotende trap dan zet je
THAN
achter het bijvoeglijk naamwoord:
bigger
than
/ more powerful
than
/ luckier
than
Slide 8 - Tekstslide
JA! Een vergelijking
Je kunt jezelf ook checken.
Vertaal de zin. Gebruik je in het Nederlands het woord "DAN"? Zet het woord THAN in de zin.
Keith looked
better THAN
he did yesterday.
Keith zag er
beter
uit
DAN
gisteren.
Slide 9 - Tekstslide
Welke moet je gebruiken?
Lees goed de zin en vertaal deze naar het Nederlands.
Ben je 2 dingen aan het vergelijken?
JA? --> comparative (vergrotende trap) OF as...as
NEE --> superlative (overtreffende trap)
Slide 10 - Tekstslide
Superlative / overtreffende trap
Als je een zin krijgt waarin je NIET 2 dingen aan het vergelijken bent, gebruik je de overtreffende trap:
This was
the
coldest day ever!
The president is
the
most powerful man of the country.
THE komt dan voor het bijvoeglijk naamwoord.
Slide 11 - Tekstslide
Superlative / overtreffende trap
Ook hier kun je jezelf checken.
Vertaal de zin naar het Nederlands. Heb je het lidwoord
DE
of
HET
voor het bijvoeglijk naamwoord nodig? Dan gebruikt je ook
THE
in het Engels.
This was
the
coldest day ever!
Het was
de
koudste dag ooit!
Slide 12 - Tekstslide
Who is ... (rich) woman on earth?
Slide 13 - Open vraag
Non-smokers usually live ... (long) smokers.
Slide 14 - Open vraag
My house is ... (big) yours.
Slide 15 - Open vraag
Batman is just ... (popular) Superman.
Slide 16 - Open vraag
This house is .... (cheap) house I have ever seen!
Slide 17 - Open vraag
This exercise is .... (difficult) the other exercise.
Slide 18 - Open vraag
This house is ...... (expensive) house in the street.
Slide 19 - Open vraag
A tiger is just ... (dangerous) a lion.
Slide 20 - Open vraag
You won the lottery? You must be … (lucky) person in the world!
Slide 21 - Open vraag
Jerry is ... (smart) pupil in our class.
Slide 22 - Open vraag
A holiday by the sea is ... (good)
a holiday in the mountains.
Slide 23 - Open vraag
He was ... (clever) thief of all.
Slide 24 - Open vraag
I drive ... (careful) my husband.
Slide 25 - Open vraag
The weather this summer is even ... (bad) last summer.
Slide 26 - Open vraag
In my opinion, a deer moves ... (graceful) of all the animals.
Slide 27 - Open vraag
This book is ... (interesting) the one I read last week
Slide 28 - Open vraag
Meer lessen zoals deze
Comparisons
Januari 2023
- Les met
43 slides
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Comparisons
Februari 2023
- Les met
49 slides
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Comparisons 1mh
Juli 2022
- Les met
49 slides
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Comparisons
4 dagen geleden
- Les met
43 slides
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Comparisons
December 2022
- Les met
37 slides
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Degrees of comparison
Januari 2021
- Les met
18 slides
Engels
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 2-4
Degrees of comparison mh1
December 2022
- Les met
20 slides
Engels
Voortgezet speciaal onderwijs
Leerroute 2
Degrees of comparison
Maart 2023
- Les met
17 slides
Engels
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 2-4