Les 9 Spelling

Formuleren
verwijswoorden
over meervouden op 's 
Theorie meervouden
controle vragen
Maak de opdrachten bij spelling 
Hoe heb je het gemaakt? 
Volgende keer? 
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Formuleren
verwijswoorden
over meervouden op 's 
Theorie meervouden
controle vragen
Maak de opdrachten bij spelling 
Hoe heb je het gemaakt? 
Volgende keer? 

Slide 1 - Tekstslide

Verwijswoorden

Slide 2 - Woordweb

Sinds kort mogen alle gemeenten een avondwinkel hebben. Deze winkels mogen tot middernacht open zijn.

Waar verwijst deze naar?

A
avondwinkel
B
gemeenten

Slide 3 - Quizvraag

Vroeger waren er strenge regels. Volgens Theo moet je daar soepel mee omgaan.

Waar verwijst daar naar?
A
vroeger
B
strenge regels

Slide 4 - Quizvraag

Heb je de krant al gelezen? Nee, nog niet. Staat daar iets bijzonders in?

Waar verwijst daar naar?
A
gelezen
B
de krant

Slide 5 - Quizvraag

de-woorden zijn
A
mannelijk
B
vrouwelijk
C
onzijdig

Slide 6 - Quizvraag

Het-woorden zijn
A
mannelijk
B
vrouwelijk
C
onzijdig

Slide 7 - Quizvraag

Mannelijk, vrouwelijk of onzijdig
Zn. kunnen mannelijk(m), vrouwelijk (v) of onzijdig(o) zijn. Dit staat altijd achter een woord in het woordenboek of woordenlijst.

Slide 8 - Tekstslide

Theorie

Slide 9 - Tekstslide

Meervoud in het Nederlands
Veel zelfstandige naamwoorden worden in het Nederlands gevormd door -en.

Maar het meervoud -s komt ook vaak voor.

Slide 10 - Tekstslide

Meervoud op -s
Vaak hoef je alleen maar -s achter het woord te zetten. Kijk maar:

  • tafel-tafels
  • computer-computers
  • infectie-infecties

Slide 11 - Tekstslide

Meervoud 's (1)
Soms moet je een apostrof voor de s schrijven. Dat doe je bij woorden die eindigen op a-o-u-i-y. Deze letters zijn klinkers.


Kijk maar eens naar de volgende voorbeelden:

Slide 12 - Tekstslide

Meervoud 's (2)
  • pizza-pizza's
  • polo-polo's
  • menu-menu's
  • taxi-taxi's
  • hobby-hobby's

Slide 13 - Tekstslide

Woorden die eindigen op -y
 Er is een verschil in het meervoud van woorden die eindigen op -y.

  • baby-baby's

  • cowboy-cowboys

Slide 14 - Tekstslide

Meervoud van afkortingen
Als je van een afkrting het meervoud wilt maken, dan doe je dat door 's achter de afkorting te zetten. Kijk maar:
  • dvd's
  • BMW's
  • tv's
  • F16's

Slide 15 - Tekstslide

Theorie meervoud
In het volgende filmpje wordt alles nog een keer uitgelegd

Slide 16 - Tekstslide

1

Slide 17 - Video

08:14
Snap je de theorie?
A
Ja
B
Nee

Slide 18 - Quizvraag

Welke spelling is juist?
A
eenhoorns
B
eenhoorn's

Slide 19 - Quizvraag

Welke spelling is juist?
A
lamas
B
lama's

Slide 20 - Quizvraag

Wat is de juiste spelling?
A
tantes
B
tante's

Slide 21 - Quizvraag

Wat is de juiste spelling?
A
babys
B
baby's

Slide 22 - Quizvraag

Wat is de juiste spelling?
A
cowboys
B
cowboy's

Slide 23 - Quizvraag

Aan de slag
Maak nu de opdrachten bij spelling 

Slide 24 - Tekstslide

Wat heb je geleerd?

Slide 25 - Open vraag

Volgende keer
Spelling werkwoorden

Slide 26 - Tekstslide