Ik ben voor niets en niemand _____, van al die monsters in mijn ______.
ook niet voor gezichten op 't behang. En springt er straks om twaalf uur,
'T is elke avond dikke pret, alweer een mummie uit de _____,
met het skelet onder mijn _____. dan zeg ik: Jammer beste vent,
Ook heb ik helemaal geen last, dat jij zo ingewikkeld _________!