In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Herhalen deel 2
Slide 1 - Tekstslide
Planning vandaag
- Oefenen rekenvragen
- Wat komt er precies op de toets?
Slide 2 - Tekstslide
Notitie voor docent
print voor de leerlingen het formuleblad, 1 per 2 leerlingen is vast voldoende
Slide 3 - Tekstslide
Formules en eenheden
Slide 4 - Tekstslide
Uitwerking opdracht 2
Slide 5 - Tekstslide
0,2 kW =
A
0,0002 W
B
2 W
C
200 W
D
2000 W
Slide 6 - Quizvraag
500 W =
A
500000 kW
B
5000 kW
C
5 kW
D
0,5 kW
Slide 7 - Quizvraag
Hoe groter de weerstand,
A
Hoe groter de stroomsterkte
B
Hoe kleiner de spanning
C
Hoe kleiner de stroomsterkte
Slide 8 - Quizvraag
Hoe groter de spanning,
A
Hoe groter het vermogen
B
Hoe kleiner de weerstand
C
Hoe kleiner de stroomsterkte
Slide 9 - Quizvraag
Symbool voor de grootheid vermogen
A
W
B
U
C
P
D
R
Slide 10 - Quizvraag
Een gloeilamp heeft een vermogen van 60 W. Door de lamp loopt een stroomsterkte van 5 A. Op welke spanning is de lamp aangesloten?
A
300 V
B
12 V
C
0,08 V
Slide 11 - Quizvraag
Een strijkijzer werkt op een netspanning van 230 volt. Het typeplaatje van het strijkijzer staat hiernaast. Hoe groot is de stroomsterkte door het strijkijzer?
A
60 Hz
B
800 W
C
3,5 A
D
0,3 A
Slide 12 - Quizvraag
Een gloeilamp wordt aangesloten op een spanning van 24 V, de stroomsterkte door de lamp is 5 A. Wat is het vermogen van de lamp?
A
120 W
B
4,8 W
C
0,2 W
Slide 13 - Quizvraag
Beantwoord de vraag. Geef je berekening met formules.
Slide 14 - Open vraag
Uitwerking
Slide 15 - Tekstslide
Beantwoord de vraag. Geef je berekening met formules.
Slide 16 - Open vraag
Uitwerking
Slide 17 - Tekstslide
Beantwoord de vraag. Geef je berekening met formules.
Slide 18 - Open vraag
Uitwerking
Slide 19 - Tekstslide
Een koelkast kost je €180 per jaar aan energie. Hij staat het hele jaar, 24 uur per dag aan. De koelkast is aangesloten op het lichtnet (230V). 1 kWh aan energie kost €0,40. a. Hoeveel kWh aan energie verbruikt de koelkast per jaar? b. Wat is het vermogen van de koelkast? c. Welke stroomsterkte loopt er door de koelkast?
Slide 20 - Open vraag
W
Wat komt er precies op de toets?
Schakelschema tekenen
15%
Rekenopgaven (formules)
60%
Begrippen
10%
Uitleg-vragen
15%
Slide 21 - Tekstslide
W
Wat voor soort vragen komen er? (RTTI)
Reproductie-vragen
10%
Toepassing-1-vragen
50%
Toepassing-2-vragen
20%
Inzicht-vragen
20%
Slide 22 - Tekstslide
W
Dus? Wat betekent dit voor de toetsvoorbereiding?
Slide 23 - Tekstslide
W
Dus? Wat betekent dit voor de toetsvoorbereiding?
Oefenen + nakijken is het allerbelangrijkst!
Volgende les gaan we met een oefentoets aan de slag