• Je kent de belangrijkste bestanddelen van lucht (in %).
• Je kunt uitleggen wat er nodig is voor verbranding en welke stoffen ontstaan bij verbranding.
• Je weet hoe de laag lucht rond de aarde wordt genoemd en wat een vacuüm is.
• Je kunt uitleggen wat het betekent als lucht ijler wordt vanaf een bepaalde hoogte.