Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Naar de brugklas
OP NAAR DE BRUGKLAS
WAAROM HEET HET EIGENLIJK DE BRUGKLAS?
Omdat deze klas de overgang (brug) vormt tussen de basisschool en de middelbare school.
1 / 42
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Taal
Basisschool
Groep 8
In deze les zitten
42 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
60 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
OP NAAR DE BRUGKLAS
WAAROM HEET HET EIGENLIJK DE BRUGKLAS?
Omdat deze klas de overgang (brug) vormt tussen de basisschool en de middelbare school.
Slide 1 - Tekstslide
Op sommige scholen heb je blokuren. Wat zijn dat?
A
Lesuren waarin je extra hard moet werken.
B
Lesuren waarin je alvast je proefwerk mag gaan leren.
C
Dubbele lesuren. Dus twee keer hetzelfde vak achter elkaar.
D
techniekles
Slide 2 - Quizvraag
Veel scholen hebben een klassenboek. Wat is dat?
A
Een soort vriendenboek voor alle klasgenoten.
B
Een soort dagboek waarin de klas alle belevenissen schrijft.
C
Een soort agenda voor informatie over de klas. Bijvoorbeeld wie er ziek is.
D
een boek met foto's van de leerlingen
Slide 3 - Quizvraag
Van hoeveel leraren krijg je straks les?
A
ongeveer 15
B
ongeveer 5
C
ongeveer 10
D
1 je krijgt altijd dezelfde behalve als de docent ziek is.
Slide 4 - Quizvraag
Wat doet een decaan?
A
Die helpt leerlingen bij hun huiswerk
B
Die helpt leerlingen met vakken en beroepskeuzes.
C
Die help leerlingen als ze thuis problemen hebben.
D
zorgt dat de school netjes blijft
Slide 5 - Quizvraag
Hoe noem je het vak lichamelijke oefeningen ook wel?
A
Gymnastiek
B
Verzorging
C
Biologie
Slide 6 - Quizvraag
Wat moet je doen op de meeste scholen als je te laat bent?
A
De rest van de dag strafwerk maken
B
Op de gang wachten totdat de leraar je naar binnen roept.
C
Je melden bij de conciërge en daarna naar je les gaan.
D
De klas binnen sluipen
Slide 7 - Quizvraag
Als je de eerste dag je leslokaal niet kan vinden, wat doe je dan NIET?
A
Je zoekt net zo lang tot je dat lokaal vindt.
B
Je gaat naar de kamer van de directeur om het te vragen.
C
Je vraagt het een andere leerling op de gang.
D
je installeert de routeplanner app van jouw school
Slide 8 - Quizvraag
Waar kun je op school je spullen in opbergen?
A
Onder de kapstok.
B
In je kluisje (kastje of locker)
C
In je klas.
D
In je tas
Slide 9 - Quizvraag
Als je op de middelbare school zit, mag één uur per week spijbelen.
A
waar
B
niet waar
C
gedeeltelijk waar, dat mag vanaf de tweede klas.
D
je krijgt 2 spijbeldagen per jaar die jezelf mag inzetten
Slide 10 - Quizvraag
Wat gebeurt er als je wordt geschorst?
A
Dan mag je een tijdje niet op school komen.
B
Dan moet je een tijdje op de gang staan.
C
Dan moet je je melden bij je mentor.
D
dan moet je gaan prikken (het vuil oprapen)
Slide 11 - Quizvraag
Wat is een slimme huiswerktip?
A
Het werk verdelen: je vriend(in) doet de ene helft en jij de andere
B
Eerst de leuke vakken doen.
C
Maak het de dag dat je het krijgt, dan weet je nog veel van de stof
D
niet maken
Slide 12 - Quizvraag
Wat staat er allemaal op je lesrooster?
A
Tijdstip, vak, docent, lokaal.
B
Tijdstip, vak, docent en gebouw.
C
Vak, docent, lokaal en huiswerk.
D
tijdstip, vak, lokaal,
Slide 13 - Quizvraag
Wat is geen goede reden om voor een nieuwe school te kiezen.
A
Op de open dag voelde je je thuis op de school.
B
Bijna iedereen uit groep 8 gaat naar deze school.
C
De school sluit goed aan bij je niveau.
D
de school heeft leuke schoolfeesten
Slide 14 - Quizvraag
Hoeveel lesuren heb je ongeveer per week?
A
ongeveer 15 uur
B
ongeveer 25 uur
C
ongeveer 40 uur
D
ongeveer 30 uur
Slide 15 - Quizvraag
Wat is een goede tip bij het maken van een proefwerk?
A
ziek melden
B
Begin bij de opgaven die je moeilijk vindt.
C
Begin gewoon bij opgave 1 en dan zie je wel hoever je komt.
D
Begin bij de opgaven die je zeker weet
Slide 16 - Quizvraag
Wat is de beste tip om Engelse woordjes te leren?
A
Elke dag een paar nieuwe woordjes erbij leren.
B
Een uur voor je proefwerk de woordjes in je hoofd stampen.
C
Een dag voor je proefwerk de woordjes in je hoofd stampen.
D
you tube filmpjes kijken in het engels
Slide 17 - Quizvraag
Hoe kun je het beste onthouden welk kluisje van jou is?
A
Door goed te onthouden wie het kluisje naast je heeft.
B
Door het nummer op te schrijven je agenda/telefoon
C
een foto op je kluisje te plakken
D
Door er een sticker met je naam op te plakken
Slide 18 - Quizvraag
Noem twee of meer vakken die je in de brugklas kunt krijgen.
Slide 19 - Open vraag
Spieken mag niet. Waarom is het wel slim om een spiekbriefje te maken?
A
Je neemt de gok. Een docent kan niet alles in de gaten houden
B
Omdat je wat je hebt opgeschreven beter onthoudt.
C
Omdat het wel stoer is om aan je vrienden te laten zien.
D
omdat je vriendje zijn spiekbriefje vast weer is vergeten
Slide 20 - Quizvraag
Op veel scholen gaan brugklassers op introductiekamp. Waarom?
A
Om de nieuwe leerlingen beter op te voeden.
B
Om elkaar te leren kennen.
C
Om de regels van de school erin te stampen.
D
omdat de docenten ook een uitje willen
Slide 21 - Quizvraag
Als je op maandagochtend om half negen moet beginnen, wanneer kan je dan het beste je tas inpakken?
Slide 22 - Open vraag
Als een docent je betrapt op spieken, dan loop je de kans dat
A
De docent het spiekbriefje controleert op fouten
B
je op een andere dag het proefwerk moet maken.
C
je op de gang je proefwerk moet afmaken.
D
je een 1 krijgt voor je proefwerk
Slide 23 - Quizvraag
Elke klas krijgt een mentor. Dat is een leraar of lerares die
A
in de gaten houdt of de klas zich gedraagt in de les.
B
die het klassenfeest organiseert.
C
bij wie je terecht kan met vragen en problemen.
Slide 24 - Quizvraag
Op een lesrooster kun je zien
A
Wanneer je waar van wie les hebt.
B
Welke leraren er ziek zijn.
C
Wanneer je vakantie hebt.
D
wanneer je waar les hebt
Slide 25 - Quizvraag
Wat betekent de afkorting s.o.
A
schone onderbroek
B
schoolonderzoek
C
schriftelijke overhoring
D
schoolopening
Slide 26 - Quizvraag
Wat moet je begin van het jaar met je schoolboeken doen?
Slide 27 - Open vraag
Wat betekent leerplicht?
A
Dat je verplicht bent elke dat je huiswerk te maken.
B
Dat je verplicht bent naar school te gaan.
C
Dat je verplicht bent elke dag op tijd te zijn.
D
dat je verplicht bent elke dag je huiswerk te leren
Slide 28 - Quizvraag
Hoe vaak gaat de bel op de meeste scholen per uur?
Slide 29 - Open vraag
Wat is een klassenvertegenwoordiger?
A
Dat is een andere naam voor de mentor.
B
Dat is een leerling die namens de klas optreedt.
C
Dat is een man die spullen verkoopt aan de school.
D
de oudste van de klas
Slide 30 - Quizvraag
Hoe heet de ruimte waar je boeken en dvd's kunt lenen?
Slide 31 - Open vraag
Wat doet een amanuensis op school?
A
die probeert iedereen te amuseren en te laten lachen
B
Die helpt bij de exacte vakken (biologie, schei-, natuurkunde)
C
Die helpt in de kantine.
D
die doet klusjes voor de administratie
Slide 32 - Quizvraag
Welke tip is zinvol voor het maken van je huiswerk?
A
Maak het zo snel mogelijk, dan ben je er eerder vanaf.
B
Begin er op tijd aan, dan kom je niet in de problemen.
C
Doe het 's avonds laat, dan weet je de volgende dag nog het meest.
D
iemand anders laten maken
Slide 33 - Quizvraag
Het is handig om in je agenda afkortingen te gebruiken. Wat betekenen de afkortingen en, ak en gs?
Slide 34 - Open vraag
Wat doet de conciërge?
A
Controleren of je je huiswerk hebt gemaakt.
B
Controleren of de docenten goed lesgeven.
C
Verzorgen van allerlei klussen op school.
D
houdt de fietsenstalling in de gaten
Slide 35 - Quizvraag
Wanneer is er lesuitval?
A
Als iemand de klas uit wordt gestuurd.
B
Als er geen les is omdat de docent ziek is.
C
Als het vakantie is.
Slide 36 - Quizvraag
Wat betekenen de afkortingen mu, ne en wi?
Slide 37 - Open vraag
Hoe heet de ruimte waar je je brood kunt eten?
A
De bakker
B
De kantine
C
De cafetaria
D
Het overblijflokaal
Slide 38 - Quizvraag
Een studieles (of mentorles) is een les waarin:
A
Je leert hoe je je huiswerk kunt maken.
B
Je leert hoe je een proefwerk voorbereidt.
C
Zowel A als B is goed
D
voor plus opdrachten
Slide 39 - Quizvraag
De brugklascoördinator is vaak een:
A
docent
B
ouder
C
leerling
D
directeur
Slide 40 - Quizvraag
Wat doe je als oudere leerlingen je brugpieper noemen?
A
Je gaat meteen naar de directeur
B
Je neemt de volgende dag je Zorro zwaard mee en pakt ze.
C
Je trekt je er niets van aan, ze houden vanzelf weer op.
D
je stuurt je ouders erop af
Slide 41 - Quizvraag
Slide 42 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
Naar de brugklas
November 2023
- Les met
42 slides
Taal
Basisschool
Groep 8
Naar de brugklas
Juli 2024
- Les met
43 slides
Taal
Basisschool
Groep 8
Naar de brugklas
September 2024
- Les met
40 slides
Taal
Basisschool
Groep 8
Spreekbeurt Zoë: De brugklas
Februari 2024
- Les met
20 slides
Nederlands
Basisschool
Groep 8
De Brugklas
Juni 2024
- Les met
24 slides
Burgerschapskunde
Basisschool
Groep 8
MH1B ontvangst juni 2018 Wld
Juni 2018
- Les met
21 slides
Mentorles
Middelbare school
vmbo g, t, mavo
Leerjaar 1
1e bijeenkomst overstapprogramma
Mei 2024
- Les met
28 slides
Mentorles
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Ouderavond MH1B juni 2018
April 2018
- Les met
22 slides
Mentorles
Middelbare school
vmbo g, t, mavo
Leerjaar 1