Woensdag 1 juni 2HV1

Morning, guys!
Today:
--Gerund
--Future tense
--Let's make the task of this week 6.1+6.2
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Morning, guys!
Today:
--Gerund
--Future tense
--Let's make the task of this week 6.1+6.2

Slide 1 - Tekstslide

What is a Gerund?
De gerund is een vorm van het werkwoord (stam + ing) die gebruikt wordt als zelfstandig naamwoord.

I hate doing homework. 
Doing homework is fun!

Slide 2 - Tekstslide

GERUND & TO INFINITIVE
to buy is an example of a to infinitive

buying is an example of the gerund

Slide 3 - Tekstslide

GERUND
We use Gerunds:

1. as the subject (onderwerp) of a sentence 

--> Parking is forbidden here.

Slide 4 - Tekstslide

GERUND
We use Gerunds:

2. after prepositions (voorzetsels)

He is really good at swimming.


Slide 5 - Tekstslide

Hoe maak je de gerund?
Werkwoord +ing 

De gerund lijkt dus qua vorm heel erg op de present continuous, maar dan ZONDER een vorm van 'to be'

Slide 6 - Tekstslide

GERUND
Noun looking like a verb

Slide 7 - Tekstslide

Opdracht
Unit 6.1-blz. 48 opgave 8(gerund)

Slide 8 - Tekstslide

Future tense:
de toekomstige tijd

Het is dus nog niet gebeurd

Slide 9 - Tekstslide

Future tense: going to and will

Slide 10 - Tekstslide

Future tense / toekomende tijd
1. I will clean the kitchen. / Shall I clean the kitchen?
aanbod/belofte, aankondiging/besluit, voorspelling geen bewijs

2. She is going to visit her grandparents next week.
3. They are going to take the five o’clock train.
van plan zijn om, voorspelling met bewijs, afspraak



Slide 11 - Tekstslide

Imagine
Imagine that you are a fortune teller. Write a short note about somebody's future. Use will/shall/won't.

Slide 12 - Tekstslide

Fill in the future tense:

________ I call you tonight?
A
Am I going to
B
Will
C
Shall
D
Do

Slide 13 - Quizvraag

Which sentence in the future tense is correct?
A
Shall we celebrate Christmas together?
B
Will we celebrate Christmas together?

Slide 14 - Quizvraag

Future tense
We .................. (inform) you in time.

A
will inform
B
are going to inform
C
will or shall inform
D
inform

Slide 15 - Quizvraag

Fill in the future tense:

There __________ be rain tomorrow
A
will
B
is going to
C
is

Slide 16 - Quizvraag

Which sentences are in the future tense?
A
I will help you tomorrow.
B
I'm playing football on Saturday.
C
I am going to play football.
D
He helps you every day.

Slide 17 - Quizvraag

Weektaak 6.1&6.2 

Slide 18 - Tekstslide