Herhaling hoofdstuk 3 3ha en 3hd 7 + 8 juni

Welkom 
Herhaling hoofdstuk 3.1 - 3 havo 
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Welkom 
Herhaling hoofdstuk 3.1 - 3 havo 

Slide 1 - Tekstslide

Programma
- Leerdoelen
- Herhaling paragraaf 3.1 en 3.2 (elasticiteit) afwisselend met quizvragen.
- Schrijven samenvatting of herhalingsopdrachten maken
- Lesafsluiting

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
3.1 Wat is de vraag?

• Je kunt uitleggen wat het verschil is tussen concrete en abstracte markten.
• Je kunt uitleggen dat de betalingsbereidheid en het consumentensurplus verschillend is bij verschillende prijzen.
• Je kunt de vraaglijn tekenen en de vraagfunctie opstellen.
• Je kunt uitleggen welke factoren invloed hebben op de vraag.


3.2 Waar vinden vragers en aanbieders elkaar?
• Je kunt rekenen met de prijselasticiteit en de waarde van de prijselasticiteit interpreteren.





Slide 3 - Tekstslide

Herhaling h3 (3.1)
quizvraag + uitleg onderwerp 
Leg je rekenmachine vast op tafel

Slide 4 - Tekstslide

Piet gaat naar de Mediamarkt en koopt een nieuwe sonos box.
Dit is een voorbeeld van...
A
Abstracte markt
B
Concrete markt

Slide 5 - Quizvraag

Slide 6 - Tekstslide

Leg in eigen woorden
uit wat de vraaglijn
weergeeft.

Slide 7 - Open vraag

Slide 8 - Tekstslide

Prijzen dalen
Prijzen stijgen
vraag stijgt 
Vraag daalt

Slide 9 - Sleepvraag

Slide 10 - Tekstslide

De volgende vraagfunctie is gegeven:
QV = -O,2P + 75

Hoeveel is de gevraagde hoeveelheid bij €200?
A
25 stuks
B
35 stuks
C
45 stuks
D
55 stuks

Slide 11 - Quizvraag

Slide 12 - Tekstslide

Wat gebeurd er als de prijs veranderd?
A
Dit zorgt voor een verschuiving op de vraaglijn
B
Dit zorgt voor een verschuiving van de vraaglijn

Slide 13 - Quizvraag

Slide 14 - Tekstslide

Stel dat het inkomen van consumenten toeneemt. Wat betekent dit voor de vraaglijn.
A
De vraaglijn verschuift naar links
B
De vraaglijn verschuift naar rechts

Slide 15 - Quizvraag

Slide 16 - Tekstslide

Koffie en koffiemelk zijn voorbeelden van ...
A
Substitutiegoederen
B
Complementaire goederen

Slide 17 - Quizvraag

Slide 18 - Tekstslide

Elasticiteit 3.2 

Slide 19 - Tekstslide

Bij een prijs van €200 is de vraag 35 stuks. Bij een prijsdaling naar €150 wordt de vraag 55 stuks. Bereken de prijselasticiteit.

Slide 20 - Open vraag

Bij een prijs van €200 is de vraag 35 stuks. Bij een prijsdaling naar €150 wordt de vraag 55 stuks. Bereken de prijselasticiteit.
% verandering van de prijs = (150 – 200) ÷ 200 × 100% = –25%

  % verandering van de vraag = (55 – 35) ÷ 35 × 100% = 57%

  De prijselasticiteit van de vraag = +57% ÷ –25% = –2,3

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Een product met een waarde/ prijselasticiteit van 0 noemen we ...
A
Elastisch
B
Inelastisch
C
volkomen inelastisch

Slide 23 - Quizvraag

Slide 24 - Tekstslide

Aan de slag
Je mag een keuze maken uit:
- Schrijf een samenvatting over h3 (3.1,3.2) en h8 (8.1,8.2,8.4)
of
- Maken herhalingsopdrachten blz. 90-91

Instructie:
De eerste 5 minuten werk je in stilte. Daarna mag je samenwerken op fluiter-niveau en mag je vragen stellen. 

Klaar? Kies dan de andere optie tot het einde van de les. 

Slide 25 - Tekstslide

Huiswerk 
Start met leren voor de toetsweek. Leren paragraaf 3.1

Slide 26 - Tekstslide