Lesdoelen,
Je benoemt, legt uit en beargumenteert:
wat kenmerkend is in de psychiatrische zorgverlening, waarbij je gebruik maakt van de begrippen: psychiatrische stoornissen en gedrag en het effect op de omgeving, ziektebesef en ziekte-inzicht, ziektewinst, draagkracht en draaglast.
wat een therapeutische relatie met een cliënt betekent en wat dit van jou vraagt als verpleegkundige waarbij je gebruik maakt van de begrippen: kenmerken van een professionele hulpverleningsrelatie, adequaat signaleren en aanpakken van risicogedrag, omgaan met sociaal netwerk.
welke verschillende begeleidingsstijlen je inzet en welke gesprekstechnieken je kunt hanteren in het contact met de cliënt