MAF 1.3 week 4 hoofdstuk 8 vragen 8.5 en 8.6

Welkom!   Week 3 van periode 1.3
Wat gaan we vandaag doen? 

* Korte herhaling stof WW vorige week  
* Vervolg WW (Hoofdstuk 8) 
* Opdracht
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
MAFMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Welkom!   Week 3 van periode 1.3
Wat gaan we vandaag doen? 

* Korte herhaling stof WW vorige week  
* Vervolg WW (Hoofdstuk 8) 
* Opdracht

Slide 1 - Tekstslide

Hoe zat het met de WW? 
Even snel een check.....

Slide 2 - Tekstslide

WEL verzekerd voor WW 
NIET verzekerd voor WW 
Ambtenaar
Werknemer in vaste dienst bij de HEMA
Zelfstandig winkelier
Werkt via een uitzendbureau bij de HEMA
Heeft een 0-uren contract in de zorg
Freelance journalist, niet in vaste dienst bij een krant 

Slide 3 - Sleepvraag

Wanneer heb je recht op een WW-uitkering? 
Als je bent verzekerd voor de WW
Dit is een verplichte verzekering voor alle werknemers.
Dus voor: iedereen die in loondienst werkt. 
Maar ook: 
- Ambtenaren (overheid)
- Personen met een arbeidsongeschiktheidsuitkering
- Flexwerkers en uitzendkrachten

Slide 4 - Tekstslide

Welke voorwaarden zijn er
om een WW uitkering
te krijgen?

Slide 5 - Woordweb

Wat zijn de voorwaarden voor een WW uitkering? 

1. Werkloos
2. Urenverlies en loonverlies
3. Beschikbaar voor werk
5. Wekeneis (26 van 36) 
5. Vier-uit-vijf eis (alleen voor verlengde uitkering) 

Slide 6 - Tekstslide

Urenverlies? 
  • Minimaal 5 uur per week ontslagen worden 
  • Tenzij je minder dan 10 uur werkte: dan minimaal de helft kwijtraken
  • Gekeken wordt naar het gemiddelde van de laatste 26 weken (= 6 maanden = een half jaar) en dat wordt vergeleken met aantal uren op de eerste dag van de werkloosheid

Slide 7 - Tekstslide

3) De WW-uitkering kent twee soorten uitkeringen. De basisuitkering en de verlengde uitkering.


Zet de belangrijkste kenmerken van beide soorten uitkeringen in onderstaande tabel

Slide 8 - Tekstslide

3) De WW-uitkering kent twee soorten uitkeringen. De basisuitkering en de verlengde uitkering.

Slide 9 - Tekstslide

basisuitkering
Kenmerken: 
- maximaal 3 maanden
- twee maanden 75 % laatstverdiende loon
- derde maand 70% laatst verdiende loon
- maximaal maximumdagloon
- geen vermogenstoets of partnertoets
voldoe je niet aan de 4 uit 5 eis: dan alléén basisuitkering

Slide 10 - Tekstslide

De wekeneis (referte-eis) 
De werknemer heeft in de periode  voor zijn werkloosheid 26 van de 36 weken in loondienst gewerkt. 

Periode waarin je ziek bent geweest telt niet mee.
Hoe berekenen? Terugtellen. 26 weken = een half jaar! 

Voldoe je hier aan? Dan krijg je in ieder geval de basisuitkering


Slide 11 - Tekstslide

verlengde uitkering
Kenmerken: 
- Voor wie aan de 4-uit-5 eis voldoet
- 70% laatste loon (maximum dagloon)
- duur is gekoppeld aan arbeidsverleden, maximaal 24 maanden
- feitelijk en fictief arbeidsverleden
- geen vermogenstoets of partnertoets

Slide 12 - Tekstslide

Wat is het maximum dagloon?
A
Het minimale bedrag dat je als WW krijgt
B
Het maximale laatstverdiende loon
C
Het maximale dat je als WW krijgt
D
Het maximale dat je in Nederland mag verdienen

Slide 13 - Quizvraag

Waarom bestaat het maximum dagloon?
A
Om de WW betaalbaar te houden
B
Om een te hoge WW uitkering te voorkomen
C
Om het sociaal minimum te borgen
D
Om het eerlijk te houden

Slide 14 - Quizvraag

Wat is het maximum dagloon in 2023?
A
€ 201,34
B
€ 256,54
C
€ 336,18
D
€ 565,63

Slide 15 - Quizvraag


15) De WW is een loongerelateerde uitkering waarbij wordt gekeken haar het laatst verdiende loon.
Leg uit aan de hand van een voorbeeld wat dit betekent.

Slide 16 - Open vraag

17) Iemands WW-uitkering is afgelopen en hij/zij nog geen werk heeft gevonden. Wat adviseer je hem om te doen?
 welke informatie heb je nog meer nodig om hem goed advies te geven? 


Slide 17 - Tekstslide

16) Wat wordt verstaan onder het begrip arbeidsverleden bij de WW.
Aan de hand van je arbeidsverleden wordt berekend hoelang je verlengde uitkering krijgt.

De eerste 10 jaar: per werkjaar een maand (verlengde) WW
Na de 10 jaar: per werkjaar een halve maand (verlengde) WW

Hiervoor zit dan altijd nog de drie maandan basisuitkering

Slide 18 - Tekstslide

16) Wat wordt verstaan onder het begrip arbeidsverleden bij de WW.
Let op het verschil tussen feitelijk en fictief arbeidsverleden: 
feitelijk: alle jaren met minimaal 52 werkdagen sinds 1998
fictief: alle jaren vóór 1998 dat de werknemer 18 was

Slide 19 - Tekstslide

Nurdin werkt de laatste drie jaar 14 uur bij de ene baas en 6 uur bij de andere baas. Bij deze laatste verliest hij 4 uur.

Is hij werkloos in de zin van de WW?

Slide 20 - Open vraag

Goede antwoord: Nee, want
Nurdin werkt in totaal 20 uur. Hij is werkloos volgens de omschrijving van de WW als hij minstens 5 uur verliest. Dat is niet het geval. Hij is niet werkloos.

Slide 21 - Tekstslide

Ine werkt 6 uur in loondienst en daarnaast 20 uur als zelfstandige. Ze verliest 4 van de 6 uur in loondienst.
Is zij werkloos in de zin van de WW?
Vul alleen ja of nee in.

Slide 22 - Open vraag

Check: hoelang duurt de basisuitkering en hoe hoog is deze?

Slide 23 - Open vraag

Hoelang duurt de verlengde uitkering maximaal?
A
12 maanden
B
16 maanden
C
24 maanden
D
36 maanden

Slide 24 - Quizvraag

rekenhulp: 
https://www.uwv.nl/particulieren/rekenhulpen/hoe-lang-duurt-mijn-ww-uitkering/index.aspx

Hier kun je berekenen hoelang je verlengde uitkering duurt. 


Slide 25 - Tekstslide

Ga bij de volgende casus na of er recht bestaat op een verlengde uitkering. Zo ja, hoe lang krijg je die uitkering? 
1. Pjotr heeft recht op WW. Hij werkt sinds februari 2013 bij Heineken. Dit was zijn eerste baan. Vanwege een reorganisatie raakt hij zijn baan kwijt per 1 april 2022.



2. Pieter heeft in oktober, november en december van 2021 gewerkt. Daarna viel het werk stil. In februari kon hij weer beginnen, waarna hij op 15 april weer moest stoppen.

3. Bereken hoelang je gewerkt moet hebben om over de maximale termijn van 24 maanden een uitkering te krijgen?

Tijd: 10 minuten
Mag in kleine groepen  


Slide 26 - Tekstslide

1. Pjotr heeft recht op WW. Hij werkt sinds februari 2013 bij Heineken. Dit was zijn eerste baan. Vanwege een reorganisatie raakt hij zijn baan kwijt per 1 april 2022.

Slide 27 - Open vraag

2. Pieter heeft in oktober, november en december van 2021 gewerkt. Daarna viel het werk stil. In februari kon hij weer beginnen, waarna hij op 15 april weer moest stoppen.

Slide 28 - Open vraag

3. Bereken hoelang je gewerkt moet hebben om over de maximale termijn van 24 maanden een uitkering te krijgen?

Slide 29 - Open vraag

Wat is passend werk? 

Slide 30 - Tekstslide

Beëindigingsgronden
* Als je een baan hebt gevonden
* Als de maximale duur van de uitkering is bereikt
* Als je geen werknemer meer bent, bijvoorbeeld als je een eigen bedrijf begint

Slide 31 - Tekstslide

Opdracht: Linde
In de onderstaande uitgewerkte casus staan een aantal fouten. Haal deze fouten er uit.
Linde wordt door een reorganisatie ontslagen en komt zonder werk te zitten per 1 april 2021.
Ze werkte 24 uur per week van 1 maart 2015 t/m 31 maart 2021.
Linde heeft recht op 3 maanden WW
Ze verdiende 1.500 euro bruto per maand exclusief het jaarlijkse vakantiegeld van 8%. Hoe hoog is dan haar WW uitkering?


Slide 32 - Tekstslide

Antwoord opdracht Linde
* Linde heeft ook recht op een verlengde WW uitkering
* Je krijgt ook WW over je vakantiegeld, daarom klopt onderstaande berekening niet:

1.500 (salaris) x 12 (aantal maanden per jaar) = 18.000 (+ 8% vakantiegeld)
75% van 18.000 = 13.500 voor de eerste 2 maanden
70% van 18.000 = 12.600 voor de 3e maand
13.500 : 12 = 1.125 per maand dus 2 x 1.125 = 2.250 
12.600 : 12 = 1.050 per maand dus totaal: 2.250 + 1.050 = 3.300



Slide 33 - Tekstslide

Vervolg opdracht Linde
Als Linde 6 weken een WW uitkering heeft ontvangen boekt ze een last minute vakantie van vier weken. Ze zegt dit niet tegen het UWV. In deze 4 weken kan ze uiteraard niet solliciteren. Als het UWV hier achteraf achter komt blijkt dit geen probleem te zijn, er verandert niets aan haar uitkering. Klopt dit?

Nee, want beschikbaar zijn voor werk is een eis. De uitkering wordt daarom gestopt of gekort.



Slide 34 - Tekstslide