Les3Lessenseriepropaganda

Goedemorgen!
Ga lekker zitten en log alvast in op LessonUp.
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Goedemorgen!
Ga lekker zitten en log alvast in op LessonUp.

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Noem 2 overeenkomsten tussen het nationaalsocialisme en het communisme (onder Stalin)

Slide 5 - Open vraag

Noem twee verschillen tussen het nationaalsocialisme en het fascisme

Slide 6 - Open vraag

OPDRACHT
Je ziet zometeen  een stukje van een foto

Opdracht: wat zie je?

Slide 7 - Tekstslide

Wat zie je?

Slide 8 - Tekstslide

Wat zie je?

Slide 9 - Woordweb

1e deel foto
2e deel foto

Slide 10 - Tekstslide

Wat denk je nu?

Slide 11 - Woordweb

 Klopt dit beeld met je eerste indruk/idee?

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Wat zie je?

Slide 14 - Woordweb

PROPAGANDA (I)
  • Kenmerk van een totalitaire staat = indoctrinatie.

  • Indoctrinatie: bewust en systematisch ervoor zorgen dat de hele samenleving en alle mensen doordrenkt raken met de partijideologie. (Hersenspoelen)


  • Een heel belangrijk middel hiertoe: propaganda



Slide 15 - Tekstslide

PROPAGANDA (II)
  • Propaganda = het inzetten van een communicatiemiddel (bijv. tv, radio, posters) met als doel om het gedrag of de houding van mensen te beïnvloeden en mensen te overtuigen van eigen ideeën.

  • Vb. reclamecampagnes.  -->               Niets mis mee toch?

Slide 16 - Tekstslide

PROPAGANDA (III)
  • Totalitaire staten misbruikten propaganda; zij wilden hiermee indoctrineren (hersenspoelen)

  • Hun propaganda: overdrijving, manipulatie (eenzijdig beeld) en leugens.

  • Propaganda was overal; je kon er niet aan ontkomen.



Slide 17 - Tekstslide

PROPAGANDA (IV)
  • Doel: 1) het verheerlijken van het eigen land, de eigen partij en/of leider 2) het zwartmaken van 'de vijand'

  • Boodschap wordt steeds herhaald.

  • Gebruik van symbolen (swastika, hamer en sikkel etc.)


Slide 18 - Tekstslide

Analyseren propaganda
Waarom?

  • Geschiedenis ontstaat a.d.h.v. bronnen uit het verleden. Zonder bronnen uit het verleden geen geschiedenis.

  • Om het verleden te kunnen bestuderen, moet je dus bronnen kunnen analyseren. 


Slide 19 - Tekstslide

Analyseren propaganda
Waarom?
  • Naast historische kennis is het dus óók van belang dat je bronnen kunt analyseren.

  • De historische vaardigheid bronnen analyseren/interpreteren is een vast onderdeel van het geschiedenisexamen.

  • Propagandaposters worden hiervoor vaak gebruikt.


Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

OPDRACHT
  • In tweetallen
  • Drie propagandaposters analyseren
  • Gebruik het stappenplan
  • 10 minuten
timer
10:00

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide