W -
Wat ga je doen? --> Maak "the present continuous vs the present simple" in classroom.
H - Hoe moet je het aanpakken? Gebruik de informatie boven aan de pagina van de opdracht om je te helpen.
H - hulp, bij wie of waar? --> Eerste 5 minuten niet, daarna bij de docent.
T - Tijd. --> Tot aan het einde van de les.
U - Uitkomst/wat doen we ermee? --> We kijken het samen na.
K - klaar? wat ga je doen? Maak opdrachten 2,5,6,7 en 10 van lesson 4 unit 5 (start op blz. 181)