Leesvaardigheid klas 1 (1tm3)

Vandaag
Herhalen leesvaardigheid:
Hoofdstuk 1 t/m 3

Huiswerk voor donderdag (HA1C) en vrijdag (HA1A) >
Hoofdstuk 6 > Lezen > Tekst en beeld

Maak je eigen leerroute af!
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Vandaag
Herhalen leesvaardigheid:
Hoofdstuk 1 t/m 3

Huiswerk voor donderdag (HA1C) en vrijdag (HA1A) >
Hoofdstuk 6 > Lezen > Tekst en beeld

Maak je eigen leerroute af!

Slide 1 - Tekstslide

Hoofdstuk 1 
Elke tekst gaat ergens over. Dat noem je het onderwerp van een tekst. Je kunt met één woord of met een paar woorden zeggen wat het onderwerp is, bijvoorbeeld: Facebook of verschillende soorten vrienden.​

Als je weet wat het onderwerp van een tekst is, dan begrijp je de tekst beter als je hem helemaal gaat lezen.​
Om het onderwerp te vinden, hoef je een tekst niet helemaal te lezen. Je leest de tekst alleen oriënterend.

Slide 2 - Tekstslide

Welke 5 stappen horen bij oriënterend lezen?

Slide 3 - Woordweb

Hoeveel woorden mag een onderwerp hebben?
A
3
B
4
C
5
D
Er is geen maximum

Slide 4 - Quizvraag

Hoofdstuk 2
Een tekst is vaak verdeeld in een inleiding, een middenstuk (kern) en een slot. 
In het middenstuk – het grootste tekstdeel – staat de meeste informatie over het onderwerp. In dit deel van de tekst worden meestal verschillende aspecten (kanten, delen) van het onderwerp besproken. Dit noemen we deelonderwerpen. Bij het onderwerp ‘film’ passen bijvoorbeeld de deelonderwerpen ‘actiefilm’, ‘griezelfilm’ en ‘sciencefiction’. Soms bestaat een deelonderwerp uit één alinea, soms vormen enkele alinea’s samen een deelonderwerp. In dat laatste geval staat er weleens een tussenkopje boven het tekstgedeelte.

Deelonderwerpen

Ga na welke alinea’s over hetzelfde aspect van het onderwerp gaan. Lees daarvoor de tekst globaal: je leest dan vooral de eerste en laatste zinnen van alle alinea’s.

Als je alleen iets wilt opzoeken in de tekst, kun je ook zoekend lezen. Tussenkopjes helpen je bij het zoeken, net als anders gedrukte woorden (vet, cursief, onderstreept) en opvallende tekens (bolletjes, nummers, sterretjes).

Slide 5 - Tekstslide

Welke deelonderwerpen kun je bedenken bij het onderwerp 'bakkerij'?

Slide 6 - Woordweb

Hoe noem je de ruimte die je openlaat tussen twee alinea's?

Slide 7 - Open vraag

Hoofdstuk 3
Het eerste deel van een tekst is de inleiding. Hierin wordt duidelijk gemaakt wat het onderwerp van de tekst is. Vaak gebeurt dat met een voorbeeld, een (grappig) verhaaltje (anekdote) of een bijzondere situatie. Daarmee wordt de lezer nieuwsgierig naar de rest van de tekst.


Het laatste deel van een tekst is het slot. Daar vind je bijvoorbeeld een conclusie of een korte samenvatting. In het slot wordt ook wel naar de toekomst gekeken of er wordt aangehaakt bij de inleiding, zodat het verhaal mooi ‘rond’ is. 



Slide 8 - Tekstslide

Welk soort teksten hebben over het algemeen geen slot?

Slide 9 - Open vraag

De hoofdgedachte van een tekst is één volledige zin, die het belangrijkste samenvat wat in de tekst over het onderwerp gezegd wordt. 
Bij het onderwerp ‘nieuwjaar’ kan de hoofdgedachte zijn: Wereldwijd bestaan er veel verschillende nieuwjaarstradities. De hoofdgedachte staat meestal in de inleiding of in het slot. Het kan zijn dat je de hoofdgedachte daar letterlijk vindt, maar soms moet je zelf een zin formuleren. Die zin moet antwoord geven op de vraag: wat is het belangrijkste wat in de tekst over het onderwerp wordt gezegd?

Om te bepalen wat de hoofdgedachte van een tekst is, moet je de tekst precies lezen. Je leest de tekst dan nauwkeurig van het begin tot het eind.

Slide 10 - Tekstslide

De hoofdgedachte staat letterlijk in de tekst.
A
Altijd
B
Nooit
C
Soms

Slide 11 - Quizvraag

Vragen beantwoorden!

Slide 12 - Tekstslide

Welke leesstrategieën zijn er?

Slide 13 - Woordweb

Welke leesstrategie gebruik je als je vragen moet beantwoorden over de tekst?
A
Oriënterend lezen
B
Precies lezen
C
Globaal lezen
D
Zoekend lezen

Slide 14 - Quizvraag

Welke leesstrategie gebruik je als je de deelonderwerpen van een tekst wil weten?
A
Oriënterend lezen
B
Globaal lezen
C
Precies lezen
D
Zoekend lezen

Slide 15 - Quizvraag

Welke leesstrategie gebruik je als je de hoofdgedachte van een tekst wil weten?
A
Oriënterend lezen
B
Globaal lezen
C
Zoekend lezen
D
Precies lezen

Slide 16 - Quizvraag