T2P3 Cellen

• Biologie
• Middelbare school
• mavo, havo
• Leerjaar 1

T2P3 Cellen

Op je tafel:

- Een laptop, ingelogd in LessonUp

- Een schrift voor aantekeningen

Planning

1. Uitleg basisstof 3 over cellen

2. Hoe gedraag jij je in een practicumlokaal?

3. Zelf aan de slag

4. Opruimen

Leerdoelen

1. Je weet dat een organisme bestaat uit cellen.

2. Je kunt de delen van dierlijke cellen benoemen met hun kenmerken en functies.

3. Je kunt de delen van plantaardige cellen benoemen met hun kenmerken en functies.

Cellen

Organismen zijn opgebouwd uit één of meerdere cellen.

Verschillende cellen

Er zijn een heleboel verschillende soorten cellen. 

Een groep cellen met dezelfde vorm en functie noemen we ....?

De vorm van een cel heeft te maken met zijn functie.

Dierlijke cel

Plantaardige cel

Wangslijmvliescel

Onderdelen van de dierlijke cel

Onderdelen dierlijke cel

Celkern = regelt alles in de cel

Cytoplasma = bevat opgeloste stoffen

Celmembraan = scheiding cel van de omgeving

Plantaardige cel

Onderdelen plantencel

Celkern = regelt alles in de cel

Cytoplasma = bevat opgeloste stoffen

Celwand = scheiding cel van de omgeving

Vacuole = vocht met opgeloste stoffen en stevig maken van de cel.

Cytoplasma = bevat plastiden

Plastiden

Bladgroenkorrels = fotosynthese

Kleurstofkorrel = geeft de plant kleur

Zetmeelkorrel = slaat zetmeel op

Celorganellen

 Delen van de cel met een eigen functie noemen we een celorganel. 

Voorbeelden zijn de celkern, plastiden en de vacuole.

Het practicum

1. Eerst verzamelen in het normale lokaal

2. Al je spullen laat je bij je eigen tafel, behalve wat je nodig hebt.

3. Je loopt rustig naar het practicumlokaal en gaat op je eigen plek zitten.

4. Je raakt niets aan en luistert goed naar de docent.

De microscoop

Ook de microscoop heeft regels. Deze staan op het werkblad op de tafel.

Zelf aan de slag

1. Lees basisstof 3 Cellen door.

2. Maak alle opdrachten die erbij horen. Je hebt tot het einde van de les.

3. Klaar? Maak de Test Jezelf.

Opruimen

1. Ruim je eigen plek op en kijk om je heen of je meer kan opruimen.

2. Wacht op de bel.

3. Schuif je stoel aan.