Rekenen 8.4

Rekenen Hoofdstuk 8.4

1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
MBOStudiejaar 2

In deze les zitten 10 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Rekenen Hoofdstuk 8.4

Slide 1 - Tekstslide

ROND H7 AF!!
Gebruik rekenmachine NIET toegestaan bij paragraaf 8.1 t/m 8.3!
Toets H8 is in de prestatieweek

Instaptoets:
>85%: zelfstandig werken aan 8.6 en examenopdrachten
60% - 85%: zelfstandig theorie lezen en werken aan 8.1 t/m 8.6
<60%: instructie volgen en werken aan 8.1 t/m 8.6
<40%:  instructie volgen, paragraaf 1 t/m 6 maken en de
                'rekenen-niveau' - les volgen!


Slide 2 - Tekstslide

Indeling
Instructie 8.4: 
Anouk vd Meer, Mathijn, Andries, Kristy, Mayke, Wiepkje, Hiske, Bauke

Zelfstandig werken in OLC (15.00 terug): overig


Slide 3 - Tekstslide

Hoofdstuk 8 Praktisch rekenen
8.1 Handig rekenen: optellen en aftrekken
8.2 Handig rekenen: vermenigvuldigen en delen
8.3 Afronden op 'mooie' getallen
8.4 Schattend rekenen
8.5 Verstandig afronden
8.6 Gemengde opdrachten
Oefentoets Hoofdstuk 5

Slide 4 - Tekstslide

Lesdoel
Doel: 

Je leert antwoorden schatten.
Je leert je antwoorden te controleren door vooraf het antwoord te schatten.

Slide 5 - Tekstslide

Uitleg Schatten
Je hebt niet altijd het exacte antwoord van een berekening nodig. Je kunt dan door te rekenen met afgeronde getallen de uitkomst schatten.

Voorbeeld
Donald wisselt € 200.000,- om voor Australische dollar.
Hoeveel Australische dollar krijgt Donald hiervoor?
Maak een schatting:
€ 1,- is ongeveer 1,5 Australische dollar.
€ 200.000,- × 1,482 ≈
€ 200.000,- × 1,5 ≈ 300.000,- Australische dollar
Donald krijgt ongeveer 300.000,- Australische dollar.
Valuta van euro naar Australische dollar
1 euro = 1,482 Australische dollar






Slide 6 - Tekstslide

Bereken eerst door middel van schatten en daarna met de rekenmachine.

In het schooljaar 2015-2016 betaalden 495 200 studenten iedere maand samen in totaal € 91.674.360,- collegegeld.

Hoeveel collegegeld werd er gemiddeld per student per maand betaald?
Alicia rekent eerst met schatten.
€ 91.674.360,- : 495 200 ≈
€ 90.000.000,- : 500 000 =
€ 900,- : 5 = € 180,-
Alicia gebruikt daarna de rekenmachine om dit te berekenen.
€ 91.674.360,- : 495 200 = € 186,33
Het antwoord met de rekenmachine ligt dicht bij het geschatte antwoord.
Het antwoord van Alicia is juist.





Slide 7 - Tekstslide

Opdracht 1

Slide 8 - Tekstslide

Opdracht 8

Slide 9 - Tekstslide

Zelfstandig werken
Wat
Paragraaf 8.4
Hoe
Zelfstandig 
- met rekenmachine: 8.4
Hulp
Uitleg in NU, vragen aan docent
Tijd
Overige lestijd + evt. thuis afmaken
Klaar?
Afronden hoofdstuk 8
Toets in prestatieweek

Slide 10 - Tekstslide