Quiz leestoets testweek mei - 1 mavo/havo

Ben jij goed voorbereid voor de toetsweek Nederlands?
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Ben jij goed voorbereid voor de toetsweek Nederlands?

Slide 1 - Tekstslide

Een tekst met een tweedeling bestaat uit:
A
inleiding - slot
B
inleiding - kern
C
kern - slot

Slide 2 - Quizvraag

Hoe weet je of een tekst een slot heeft?
A
De laatste alinea is heel kort.
B
Er staat een tussenkopje (deeltitel) boven.
C
De laatste alinea bevat geen nieuwe informatie.
D
De laatste alinea is een samenvatting of conclusie.

Slide 3 - Quizvraag

Welk begrip zoeken we hier?
De belangrijkste zin van een alinea.

Slide 4 - Open vraag

Een alinea bevat altijd een kernzin. Hoe noem je de rest van de zinnen?

Slide 5 - Open vraag

Voorbeelden, herhaling of uitleg horen bij...
A
hoofdzaken
B
bijzaken

Slide 6 - Quizvraag

Welk begrip zoeken we hier?
Het belangrijkste wat de schrijver over het onderwerp zegt.
A
onderwerp
B
hoofdgedachte
C
kernzin
D
signaalwoorden

Slide 7 - Quizvraag

Welk begrip zoeken we hier?
Woorden die een verband aangeven tussen woorden, zinnen of alinea's.
A
onderwerp
B
hoofdgedachte
C
kernzin
D
signaalwoorden

Slide 8 - Quizvraag

Noem een signaalwoord dat hoort
bij een tegenstellend verband.

Slide 9 - Woordweb

Wat is het tekstdoel van deze teksten?

Slide 10 - Tekstslide

informeren
amuseren
activeren
overtuigen

Slide 11 - Sleepvraag

Welk signaalwoord herken je in onderstaande tekst?

Ik heb nog niet geleerd voor de toets. Toch wil ik een voldoende halen.

Slide 12 - Open vraag

Welk verband herken je in onderstaande zin?

Ik heb nog niet geleerd voor de toets. Toch wil ik een voldoende halen.
A
opsommend verband
B
tegenstellend verband

Slide 13 - Quizvraag

Welk signaalwoord herken je in onderstaande tekst?

De toetsweek zit bomvol toetsen. We moeten niet alleen woordjes leren voor Frans, maar ook voor Engels.

Slide 14 - Open vraag

Welk verband herken je in onderstaande zin?

De toetsweek zit bomvol toetsen. We moeten niet alleen woordjes leren voor Frans, maar ook voor Engels.
A
opsommend verband
B
tegenstellend verband

Slide 15 - Quizvraag

Ik ga voor de ...
A
5,5
B
6,0
C
7,5
D
10!!!

Slide 16 - Quizvraag

Slide 17 - Tekstslide