NAH les 2

NAH, Niet Aangeboren Hersenletsel
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NAHMBOStudiejaar 2,3

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

NAH, Niet Aangeboren Hersenletsel

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen:
2 periodes.
- Lessen volgen
- opdrachten in de praktijk
- opdrachten als huiswerk
- opdrachten in de les

- Afronden oefenopdracht
- maken van het examen

Slide 2 - Tekstslide

Wat hebben we nodig:

- LessonUp ingeschreven in de klasgroep
- Laptop
- Aandacht en betrokkenheid
- telefoon?


Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Definitie NAH
Afwijking of beschadiging van de hersenen die na de geboorte door ziekte of andere oorzaken is ontstaan, met soms grote-, soms voor anderen onzichtbare- gevolgen voor de manier waarop de getroffene en zijn/haar naasten hun leven kunnen leven. (Uit: Jurrius, 2015). 

Slide 5 - Tekstslide

  • Hersenstam: De hersenstam controleert de basisfuncties zoals ademen, hartslag, zweten, bloeddruk, slapen en waken en lichaamstemperatuur. Door de hersenstam lopen alle zenuwbanen. Je hebt er geen invloed op.
  • Cerebellum (kleine hersenen): Dit is het deel dat zorgt voor motorische beweging. Het verwerkt alle motorische berichten die binnenkomen via de zenuwen en bepaalt wat je ermee moet doen. Coördineren willekeurige bewegingen en sturen informatie door die van de cortex (grote hersenen) komt.
  • Cortex (grote hersenen): De cortex stelt je in staat om iets waar te nemen en er iets mee te doen. Met de cortex kun je denken en de cortex heeft de geheugenfunctie. Er zijn specifieke gebieden aan te wijzen in de cortex waar bepaalde functies zitten. Zo is bekend waar visuele en auditieve informatie binnenkomen.

Cortex heeft:
  • 2 helften (hemisferen) links stuurt rechts en rechts stuurt links.
  • Links = verbaal (schrijven, praten, lezen, rekenen enz.)
  • Rechts = visueel ruimtelijk, visueel geheugen, muziek enz.
  • 4 kwabben, frontaal kwab (voorhoofd), Pariëtaal kwab (wandbeen /zij kwab), Occipitaalkwab (achterhoofd), temporaalkwab (slaap)

De Hersenen

Slide 6 - Tekstslide

Kleine hersenen
Hersenstam
Grote hersenen,
linker helft
Grote hersenen,
rechter helft

Slide 7 - Tekstslide

4 gebieden waar NAH gevolgen kan hebben
  • Lichamelijk
  • cognitief
  • psychisch / sociaal emotioneel 
  • maatschappelijk


Slide 8 - Tekstslide

Opdracht
Maak een mindmap met daarin de gevolgen van NAH:
- op maatschappelijk gebied
- op het gebied van het dagelijkse leven
- voor de naasten

Slide 9 - Tekstslide

0

Slide 10 - Video

Welke oorzaken heb je gehoord voor de NAH

Slide 11 - Open vraag

Welke grote veranderingen heb je gehoord veroorzaakt door de NAH

Slide 12 - Open vraag

1

Slide 13 - Video

03:35
De 7 tips
Schrijf voor jezelf op wat de 7 tips zijn die je in de interviews hoort.

Slide 14 - Tekstslide

Hoe zou jij het vinden als een van je
ouders/verzorgers minder zou kunnen
of zaken anders zou moeten doen
vanwege hersenletsel

Slide 15 - Woordweb

Isabella
Een hersenaandoening zet je leven op z’n kop. Ook het leven van Isabella en haar moeder Elena. In 2013 werd Isabella aangereden, deze minidoc is 5 jaar later gemaakt. Na drie maanden coma moest ze alles opnieuw leren. Praten, lopen, eten. Het gaat nu steeds beter, maar echt contact maken met anderen blijft lastig. Dat kan ook jou overkomen. Want 1 op de 4 heeft een hersenaandoening.

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Wat kan Isa niet meer
wat ze vroeger wel kon

Slide 18 - Woordweb

Opdracht in 2 tallen
Casus meneer Buwalda deel ik uit.
Beantwoord de vragen die er bij horen

Slide 19 - Tekstslide

Ster oefening
  • Vraag hulp aan een maatje. Deze eenvoudige oefening kun je niet alleen.
  • Maak een print van bovenstaande afbeelding. Het is een ster met dubbele rand.
  • Het is de bedoeling dat je een rechte lijn trekt tussen de twee zwarte lijnen. Je maakt dus als het ware een derde ster.
  • Daarbij neem je je pen of potlood in je linkerhand als je rechts bent en andersom. Je werkt dus met ‘je verkeerde hand’.
  • Je vraagt je maatje een leeg blaadje onder je kin te houden en een spiegel verticaal op tafel achter de ster neer te zetten. Je ziet de afbeelding dus alleen nog maar in de spiegel en tekent in spiegelbeeld.
  • Om het extra moeilijk te maken, wiebelt je maatje ook nog met de spiegel en stelt je lastige vragen, die je tijdens het tekenen moet beantwoorden.
  • Je mag niet stoppen met het trekken van de lijn. Geen enkel moment. Dat kunnen mensen met hersenletsel tenslotte ook niet.

Slide 20 - Tekstslide