This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 15 min
Items in this lesson
Examen VMBO-KB, GL en TL
2022
geschiedenis en staatsinrichting CSE GL en TL
Sleepvragen
Slide 1 - Slide
Nederland (1848-1914)
Slide 2 - Slide
Als gemeenteraadslid in Amsterdam stelde Wibaut voor om huursubsidie te geven aan arme mensen én om goede en betaalbare huizen te bouwen.
Zeven jaar later werd hij wethouder in Amsterdam. Een wethouder is te vergelijken met een minister. Een gemeenteraadslid is te vergelijken met een Tweede Kamerlid. Een invulopdracht over Wibaut:
1 Als gemeenteraadslid behoorde Wibaut tot de macht.
kies uit:
2 Als gemeenteraadslid deed Wibaut het voorstel om arme mensen huursubsidie te geven. Zijn voorstel is te
vergelijken met het recht van .
kies uit:
3 Als wethouder had hij macht.
kies uit:
???
???
???
rechterlijke
uitvoerende
amendement
initiatief
rechterlijke
uitvoerende
wetgevende
initiatief
Slide 3 - Drag question
De Eerste Wereldoorlog (1914-1918)
Slide 4 - Slide
Drie herinneringen van mensen aan het westelijke front tijdens de Eerste Wereldoorlog. Elke herinnering hoort bij een gebeurtenis in een bepaald jaar.
▻Geef per herinnering aan bij welk jaartal de gebeurtenis hoort.
Let op! Er blijven drie jaartallen over.
Van een Britse verpleegster:
Toen ik stond te wachten, kwamen er veel troepen langs marcheren. Deze soldaten zagen er groter en krachtiger uit dan onze soldaten. Ik dacht eerst dat het de officieren waren, omdat ze nette en schone uniformen aan hadden. Toen hoorde ik opgewonden achter mij roepen: “Kijk, kijk! Daar zijn de eerste Amerikaanse soldaten die in Europa zijn aangekomen!”
Van een Britse soldaat:
De sergeant zat op zijn paard, rolde een wit document uit en begon voor te lezen. Hij las voor dat de wapenstilstand vanmorgen was ondertekend. We hadden al een paar dagen eerder geruchten gehoord dat de vijand het niet lang meer volhield.
Van een Britse soldaat:
Met prachtig weer voeren we uit en verlieten we de Britse kust. Op de kade stond veel publiek dat ons als eerste groep soldaten luidruchtig uitzwaaide. Het voelde als de droom van elke soldaat: de oorlog in Europa gaat nu beginnen!
1914
1915
1916
1917
1918
1919
Slide 5 - Drag question
Hieronder staan vijf gebeurtenissen uit de periode 1914-1918.
▻Zet de gebeurtenissen in de juiste volgorde, van vroeger naar later.
1
2
3
4
5
De Verenigde Staten gaan meedoen aan de Eerste Wereldoorlog.
In Sarajevo wordt de Oostenrijkse troonopvolger bij een aanslag gedood.
Frankrijk en Duitsland ondertekenen de wapenstilstand.
Er komt een grote stroom Belgische vluchtelingen naar Nederland.
Duitsland begint een onbeperkte duikbotenoorlog.
Slide 6 - Drag question
▻Welke twee onderdelen zijn in de nieuwe Grondwet van 1917 voor het eerst opgenomen?
Nieuwe Grondwet van 1917
De kosten voor het bijzonder en het openbaar onderwijs worden allebei door de overheid betaald. Het onderwijs mag zelf bepalen welke leermiddelen er worden gebruikt en wie er les mogen geven.
1
De Eerste Kamer bestaat uit 39 leden. De leden moeten worden gekozen uit de mannen die de meeste belasting betalen.
2
De Koning is onschendbaar; de ministers zijn verantwoordelijk.
5
De Tweede Kamer bestaat uit honderd leden, gekozen volgens het stelsel van evenredige vertegenwoordiging.
4
De overheid heeft de plicht maatregelen te treffen voor de verbetering van de volksgezondheid en het voorkómen van ziekten.
3
Slide 7 - Drag question
Het interbellum (1918-1939)
Slide 8 - Slide
▻Zet de gebeurtenissen in de juiste volgorde, van vroeger naar later.
1
2
3
4
5
Duitsland accepteert het Dawesplan.
In Duitsland wordt het Ruhrgebied bezet.
In Duitsland vindt de conferentie van München plaats.
Duitsland wordt lid van de Volkenbond.
Duitsland wordt een dictatuur.
Slide 9 - Drag question
▻Welke drie begrippen horen zowel bij het fascisme in Italië als bij het nationaal-socialisme in Duitsland in de periode 1925-1935?
Fascisme in Italië
Nationaal-socialisme in Duitsland
antisemitisme
militarisme
extreem links
democratie
anticommunisme
nationalisme
socialisme
Slide 10 - Drag question
▻Welke twee begrippen zijn te herkennen in de bron?
Deze begrippen herken je in de bron.
collectivisatie
zuiveringen
strafkampen
showprocessen
planeconomie
Slide 11 - Drag question
De Tweede Wereldoorlog (1939-1945)
Slide 12 - Slide
▻Geef per boek aan welke omschrijving daarbij hoort. Let op! Er blijven twee omschrijvingen over.
Eenzaam in de oorlog
Eddy weet: hij is nergens meer veilig. Gescheiden van zijn ouders woont hij bij vreemde mensen. Steeds weer naar een ander adres. Achttien in totaal. Omdat hij zo vaak hoest, vormt hij een gevaar voor anderen en voor zichzelf. Lukt het om uit handen van de Duitsers te blijven?
Dromen van vrijheid
Als Marja wakker wordt, weet ze meteen dat er iets mis is. Samen met haar oudere broer Peter sluipt ze naar de woonkamer. Door de gordijnen ziet ze Japanse soldaten met een zwaar kanon door hun straat lopen.
Opgejaagd
Maira woont met haar hele gezin in een woonwagen. Het leven wordt steeds moeilijker. Op een ochtend bonst de politie hard op de deur en wordt het gezin afgevoerd naar Westerbork. Na drie dagen in het doorvoerkamp wordt het gezin op transport gezet. Vanachter een barak ziet Maira hoe haar gezin de trein instapt en dat de deuren van de wagons worden dichtgeschoven en vergrendeld.
Bommen op ons huis
Fien is wakker geworden van de Duitse vliegtuigen. De oorlog is nu begonnen! Eerst vindt zij het vooral spannend. Vier dagen later denkt Fien daar heel anders over. Bommen vallen op haar stad en haar huis en ze raakt alles kwijt.
bezetting van Indonesië
bombardement op Rotterdam
deportaties
gedwongen tewerkstelling
onderduiken
slag om Arnhem
Slide 13 - Drag question
Tijdens de Tweede Wereldoorlog werdSinterklaas bij een intocht in 1941 begroet door de jongerenbeweging van de NSB. Sinterklaas was ook aanwezig bij een concert voor kinderen van Nederlanders die vrijwillig voor de nazi's vochten. Dit alles werd uitgezonden in het bioscoop-journaal.
Hiernaast staan zes begrippen die gaan over Nederland tijdens de Tweede Wereldoorlog.
▻Welke twee begrippen horen bij de tekst hierboven over de intocht van Sinterklaas?
Deze begrippen herken je in de bron.
capitulatie
propaganda
collaboratie
mobilisatie
censuur
Slide 14 - Drag question
Hieronder staan vier mogelijke redenen om onder te duiken
▻Geef per verhaal aan welke reden daarbij hoort.
Let op! Een reden mag maar één keer worden gebruikt. Er blijft één reden over.
Zo liepen we dan door de stromende regen, vader, moeder en ik, op weg naar het onderduikadres. De arbeiders die we tegenkwamen, keken ons vol medelijden na. Ze vonden het jammer dat ze ons geen voertuig konden aanbieden vanwege de opvallende gele ster op onze kleding.
De Duitsers deden meestal ’s nachts invallen om jonge mannen te arresteren. Dan vluchtten de jongens uit de buurt het huis uit en klommen over de schutting mijn tuin in. Volgens afspraak stond mijn tuinkamerdeur altijd open. Het gebeurde vaak dat een jongen bij mij naar binnen rende en zich dan onder mijn bed verstopte.
In het geheim maakte en repareerde ik wapens. Ik was net op tijd ontsnapt bij een inval van de bezetter en moest onderduiken. Ik heb toen met een oppasser van een dierentuin gepraat. Hij zei: “Ga vannacht maar in het hok van de chimpansee.” Daar heb ik dus geslapen. In de kooi ernaast zat de gorilla Japie.
deelname aan de Spoorwegstaking
gedwongen tewerkstelling
Joods zijn
verzetsdaden plegen
Slide 15 - Drag question
Europa en de wereld (1945-1989)
Slide 16 - Slide
Hieronder staan vijf begrippen die horen bij Nederland na de Tweede Wereldoorlog.
▻Geef per onderdeel aan welk begrip daarbij hoort. Let op! Er blijven twee begrippen over.
Ik kreeg werk bij een fabriek in Gouda. Sommige collega’s kwamen uit hetzelfde land als ik. Al snel maakte ik nieuwe vrienden en besloot om toch in Gouda te blijven wonen. Mijn buren vonden het erg interessant, iemand uit een ver land die een andere taal sprak.
Wij wilden gratis crèches. Of in ieder geval betaalbare kinderopvang als gratis opvang niet mogelijk was. Zo zouden meer vrouwen in de gelegenheid zijn om te werken.
Wij gingen als leerlingen staken. We bezetten de aula van de school en eisten dat we betrokken werden bij alle beslissingen die met ons als leerlingen te maken hadden.
democratisering
gastarbeiders
poldermodel
secularisatie
Tweede Feministische Golf
Slide 17 - Drag question
De bron gaat over de Koude Oorlog.
▻Bij welk land hoort de raket die links is afgebeeld?
▻En welk begrippast bij de bron?
land
begrip
Duitsland
containmentpolitiek
Verenigde Staten
satellietstaten
invloedssfeer
Groot-Brittannië
Sovjet-Unie
wapenwedloop
Slide 18 - Drag question
Hieronder staan vijf namen of begrippen die te maken hebben met de Koude Oorlog.
▻Geef per poster aan welke twee namen of begrippen daarbij horen. Let op! Er blijft één naam of begrip over.
BRD
communisme
EGKS
het Westen
Warschaupact
Slide 19 - Drag question
Hieronder staan vijf begrippen die te maken hebben met Nederland in de periode 1965-1975.
▻Noem per beschrijving het begrip dat daarbij hoort.
Let op! Er blijven drie begrippen over.
Begrip
Begrip
consumptie-maatschappij
Tweede Feministische Golf
democratisering
amerikanisering
ontzuiling
Slide 20 - Drag question
▻Welke drie begrippen horen zowel bij het fascisme in Italië als bij het nationaal-socialisme in Duitsland in de periode 1925-1935?
Fascisme in Italië
Nationaal-socialisme in Duitsland
antisemitisme
militarisme
extreem links
democratie
anticommunisme
nationalisme
socialisme
Slide 21 - Drag question
Door de tijd heen
Slide 22 - Slide
Hieronder staan vier gebeurtenissen die te maken hebben met verschillende Amerikaanse presidenten in de periode 1945-1987.
▻Zet de gebeurtenissen in de juiste volgorde, van vroeger naar later.
koningin
Juliana
koningin
Beatrix
koning
Willem-Alexander
koningin
Wilhelmina
Op de eerste Nederlandse euromunt staat een afbeelding van het staatshoofd van Nederland.
Bij de viering van honderd jaar algemeen kiesrecht is het staatshoofd aanwezig.
Via uitzendingen van Radio Oranje spreekt het staatshoofd de bevolking moed in.
Slide 23 - Drag question
Hieronder staan vijf afbeeldingen die verwijzen naar gebeurtenissen in Nederland tussen 1848 en 1939.
▻Zet de afbeeldingen in de juiste volgorde, van vroeger naar later.
1
2
3
4
5
Slide 24 - Drag question
De Tweede Kamer krijgt meer macht dankzij het recht van enquête.
Nederlanders die niet zelf in hun levensonderhoud kunnen voorzien, hebben recht op een uitkering van de overheid
Hieronder staan drie omschrijvingen van wijzigingen in de grondwet
▻Geef per omschrijving aan welk jaar daarbij hoort.
Let op! Elk jaar mag maar één keer gebruikt worden. Er blijven twee jaren over.
Als het bijzonder onderwijs voldoet aan de eisen van de wet, dan wordt het net als het openbaar onderwijs betaald door de overheid.
Jaartal
Jaartal
Jaartal
1848
1887
1917
1919
1983
Slide 25 - Drag question
Hieronder zijn vier Duitse postzegels te zien.
▻Zet de postzegels in de juiste volgorde, van vroeger naar later.
1
2
3
4
Slide 26 - Drag question
Alle foto’s gaan over Nederland en Indonesië in de tijd na 1942.
▻Geef per foto aan welke periode daarbij hoort. Let op! Een periode mag meer dan één keer gebruikt worden.
1942-1946
1946-1950
vanaf 1950
Slide 27 - Drag question
Hieronder staan drie leiders van de Sovjet-Unie en drie gebeurtenissen in Berlijn
▻Zet de leiders en de gebeurtenissen bij de juiste periode..
periode
leider
gebeurtenis
1928-1953
1953-1964
1985-1991
Chroesjtsjov
bouw van de
Berlijnse Muur
Stalin
Gorbatsjov
val van de Berlijnse Muur
Blokkade van Berlijn
Slide 28 - Drag question
Hieronder staan zes begrippen die passen bij Nederland en de wereld in de periode na 1990. ▻Geef bij elk onderdeel aan welk begrip daarbij hoort. Let op!: er blijven twee begrippen over/
multiculturele samenleving
oprichting van de Europese Unie
uiteenvallen van de Sovjet-Unie
uitbreiding van de NAVO
secularisatie
internationaal terrorisme
Slide 29 - Drag question
Our Cookies
We use cookies to improve your user experience and offer you personalized content. By using Lessonup you agree to our cookie policy.